Omdat het ijs op veel plekken nog niet dik genoeg is om te schaatsen, delen we hierbij een lijst handige tips die eerder gemaakt is door de KNSB.
Goed voorbereid schaatsen met je kind
Een goede voorbereiding is het halve werk. Let daarom van tevoren op de volgende dingen:
Laat je kind nooit alleen op het ijs. Zorg dat er altijd minimaal een volwassene bij hem is of ga met een klein groepje. En laat je thuisfront van tevoren weten waar je gaat schaatsen.
Verdiep je in de plaatselijke ijssituatie. De kwaliteit van natuurijs kan enorm verschillen per regio. Ken je de locatie waar je gaat schaatsen niet? Informeer dan bij de lokale ijsclub of je op het natuurijs in de buurt veilig kan schaatsen. Of kijk op schaatsen.nl/natuurijs.
Neem een touw, ijspriem, ijsstok en een fluitje mee. Met een 'Natuurijs Veiligheidsset', bestaande uit een speciale ijspriem en een stuk touw, kun je jezelf, je kind of iemand anders uit een wak trekken. Met een ijsstok kun je de dikte van het ijs testen en met het fluitje kun je mensen laten weten waar je bent en hulp nodig hebt.
Laat je kind hoofdbescherming dragen (en doe dit zelf ook). Een helm beschermt je hoofd bij een val en draagt bij aan het voorkomen van (hersen)letsel. Als je schaatst met een helm is het belangrijk dat deze helm een val op het hoofd goed opvangt, maar ook dat deze geen puntige vorm aan de achterkant heeft en dat er geen schaatsijzer door kan komen.
Zorg voor goed passende en scherpe schaatsen. Met scherpe schaatsen heb je meer grip op het ijs en sta je dus veel stabieler. Controleer je schaatsen regelmatig, zodat je niet vlak voor vertrek nog maatregelen moet nemen.
Bekijk ook: Glij-ijzers, noren en sleetjes: dit heb je nodig als je gaat schaatsen met kinderen
Op het ijs met je kind
Zijn jullie klaar om op het ijs te gaan? Let dan nog even op de volgende zaken:
Zorg dat je op 'goedgekeurd' ijs schaatst. Ondergelopen stukken land en landijsbanen van ijsclubs zijn de plaatsen waar snel 'veilig' geschaatst kan worden. Hier zie je welke natuurijsbanen open zijn.
Let op kleurveranderingen, randen en scheuren in het ijs. Bij kleurverandering van het ijs kan de kwaliteit van het ijs ook anders zijn. Wees bij aangevroren randen met een afwijkende (geelwitte) kleur bedacht op windwakken. Deze kunnen ook bij strenge vorst lang open blijven en een behoorlijke omvang hebben. Zijn ze toch dichtgevroren, dan kunnen ze een te dun laagje ijs hebben. Let ook op scheuren in het ijs. Als je daar in blijft hangen met een schaats of vast raakt, kan je lelijk vallen. Zorg er daarom voor dat zowel jij als je kind zoveel mogelijk dwars met de schaatsen over de scheuren heen gaan.
Let extra op bij bruggen, vogels, riet, waterplanten en overhangende takken, hier is ijs namelijk in de meeste gevallen onveilig. Bij lage bruggen moet je ook uitkijken dat je je hoofd niet stoot. Zelfs een lichte botsing kan leiden tot ernstige verwondingen.
IJs aan de walkant, vooral de kant waar de zon op schijnt, is altijd zwakker. Neem een grote stap als je van de wal het ijs op stapt en kijk waar anderen veilig het ijs opgegaan zijn.
Ga alleen overdag met je kind het ijs op. In het donker schaatsen is levensgevaarlijk. Je kunt slecht en zwak ijs niet herkennen en mocht je door het ijs zakken, dan kun je je in het donker niet of slecht oriënteren. Ook voor hulpverleners is het in zo'n geval lastig om je te helpen.
Ga nooit schaatsen op ijs waar sneeuw op ligt. Als er sneeuw is gevallen en het ijs niet is geveegd, is het levensgevaarlijk om te gaan schaatsen. Ben je onder het ijs gekomen en ligt er geen sneeuw op het ijs? Zwem dan naar de donkere plek, hier ben je door het ijs gegaan. Ligt er wel sneeuw op, zwem dan naar het lichte gedeelte.
Bekijk hier nog meer tips van de KNSB.
Bron: KNSB – Beeld: Shutterstock