Als je op Instagram zoekt op de hashtag #boyparents, krijg je duizenden berichten te zien. Ouders in pastelkleurige kamers spreken sussende woorden terwijl hun schreeuwende peuterzoons om hen heen rennen. De jongensouder heeft het niet makkelijk.
Hoewel ieder kind natuurlijk zijn eigen karakter heeft, lijken jongens over het algemeen drukker te zijn dan meisjes van dezelfde leeftijd. En niet alleen dat, ook woede-uitbarstingen en huilbuien komen vaker voor bij zoons.
Lees ook: Kinderpsycholoog over hoe je kunt omgaan met het temperament van je kind
Krijsend tegen de grond
Lydia, moeder van twee jongens (2 en 5 jaar) worstelt soms met haar kinderen. 'Ik dacht lang dat ik moeder zijn gewoon pittig vond, maar sinds onze oudste naar school gaat zie ik het verschil tussen hem en de meisjes uit zijn klas. Als ik hem ophaal van het schoolplein zie ik de meisjes gezellig in een groepje stoepkrijten, terwijl mijn zoon krijsend een vriendje tegen de grond drukt. Daar kan ik weleens verdrietig van worden.'
Ook Frederique, moeder van een zoon (16) en dochter (18), herinnert zich een duidelijk verschil in hun gedrag. 'Onze dochter was op veel vlakken eerder volwassen dan onze zoon. Dat merkte ik ook toen ze klein waren: onze zoon durfde meer dan zijn zus, maar was sneller angstig of boos als er iets misging. Nu ze ouder zijn, is dat nog steeds zo.'
Nogal fysiek
Die verschillen worden vaker ervaren door ouders, weet kinderpsycholoog en auteur van Emotieklets Tischa Neve. 'Ik maak een podcast waarin ouders hun vragen kunnen stellen over kinderen en veel vragen die we binnenkrijgen, gaan over de opvoeding van jongens. Ouders lopen met name tegen het fysieke gedrag van jongens aan en weten niet goed wat ze moeten doen als hun zoon bijvoorbeeld een driftbui heeft.
Meisjes kunnen dat natuurlijk ook hebben, maar zij uiten zich vaak minder fysiek en kalmeren sneller. Dat contrast tussen het gedrag van jongens en meisjes kan lastig zijn als ouder.'
Lees ook: Omgaan met woedeaanvallen van een boos kind
Jongens huilen vaker
Een belangrijke verklaring voor dat verschil ligt in het brein. Uit studies waarin er breinscans werden gemaakt van jongens en meisjes, blijkt dat het jongensbrein zich in een andere volgorde ontwikkelt dan het meisjesbrein.
De gebieden in de hersenen die emotionele zelfregulering en impulscontrole aansturen, ontwikkelen zich tijdens de eerste levensjaren twee jaar langzamer bij jongens dan bij meisjes. Dat zorgt ervoor dat jongens bijvoorbeeld gemiddeld vaker huilen dan meisjes van dezelfde leeftijd en zichzelf minder goed kunnen kalmeren.
Testosteron
Het drukkere speelgedrag van jongens komt mogelijk deels door hormonen. Hoewel de hoeveelheid testosteron in het lichaam van jongens en meisjes tot hun puberteit gelijk is, blijkt uit onderzoek dat de jongensfoetus in de baarmoeder omringd wordt door testosteron.
Uit testen met ratten en andere zoogdieren werd duidelijk dat een hogere hoeveelheid testosteron in de baarmoeder leidt tot een ruigere manier van spelen tijdens de kindertijd. Biologie verklaart dus een deel van het verschil in gedrag, maar lang niet alles.
Lees ook: Risicovol spelen: dit leert je kind ervan
Minder steun door stereotypes
Want opvallend genoeg krijgen jongens gemiddeld mínder steun bij emoties dan meisjes. Ouders zien jongens over het algemeen als sterker of bozer en hebben het idee dat jongens minder zorg nodig hebben dan meisjes van dezelfde leeftijd.
Lydia heeft het idee weleens in deze valkuil te zijn getrapt. 'Als ik terugkijk op de eerste levensjaren, heb ik vaker het idee gehad dat de jongens boos of gefrustreerd waren dan verdrietig', vertelt ze. 'Ik interpreteerde hun gehuil als ze bijvoorbeeld niet wilden drinken denk ik onbewust als een 'boze huil'.'
Gedragsproblemen
Dit gegeven blijkt ook uit een experiment: volwassenen gingen huilende baby's in meisjeskleertjes eerder troosten ('ze is verdrietig'), terwijl dezelfde baby in jongenskleren hardhandiger werd behandeld ('hij is boos'). Dat verschil in benadering loopt door tijdens de hele kindertijd.
Ouders besteden in het Westen gemiddeld minder tijd aan interactie met hun zonen dan met hun dochters. Vaak onbewust, zegt kinderpsycholoog Tischa. 'We zien jongens als stoerder en minder kwetsbaar, doordat in onze cultuur al eeuwenlang het idee heerst dat mannen niet emotioneel zijn. Terwijl jongens eigenlijk kwetsbaarder en emotioneler zijn in hun jonge jaren. Door dat verkeerde beeld bieden we jongens minder steun.'
Het gevolg? Jongens hebben een grotere kans op gedragsproblemen, lopen vaker achter op school en kunnen op emotioneel en sociaal gebied een blijvende achterstand oplopen.
Meer lezen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van je peuter
Dit kun je doen als ouder
Het is lastig om volledig los te komen van schadelijke stereotypes die we hebben binnen onze samenleving. Maar er zijn wel dingen waar je op kunt letten als ouder. Volgens Tischa is bewustzijn een belangrijke eerste stap.
'Als je weet hoe we in onze samenleving geneigd zijn om jongens te behandelen en wat de negatieve gevolgen kunnen zijn, kun je daar rekening mee houden. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen dat emoties zo min mogelijk onderdrukt worden. Dat klinkt tegenstrijdig als je zoon bijvoorbeeld driftbuien heeft, maar het doorvoelen van emoties maakt een groot verschil.
Je kunt het een beetje vergelijken met een bal die je steeds dieper onder water drukt. Hoe verder hij weggedrukt wordt, hoe harder hij uiteindelijk weer omhoog zal schieten. Dat gebeurt ook als je emoties onderdrukt. Zeggen dat je zoon even flink mag stampen of schreeuwen als hij boos is, helpt dus beter dan zeggen: 'als je nu rustig wordt, krijg je straks iets lekkers.'
Langdurige positieve effecten
Positieve effecten van emotionele begeleiding tijdens de kindertijd werken lang door. Zo blijkt uit een onderzoek uit India, een land waar jongens gemiddeld meer zorg en aandacht krijgen van hun ouders dan meisjes, dat tienerjongens daar gemiddeld emotioneel volwassener zijn dan tienermeisjes. Hoewel dit natuurlijk ook een scheve balans is, toont het wel aan hoe groot de impact kan zijn van aandacht van ouders.
Leren omgaan met emoties is ook belangrijk voor het latere leven van je kind. 'Het feit dat we allemaal mannen kennen die het moeilijk vinden om te huilen, zegt veel', vermoedt Tischa. 'De meeste mannen uit vorige generaties hebben te horen gekregen dat huilen hen een watje maakt. Dat heeft ervoor gezorgd dat ze hebben geleerd om emoties zoals verdriet of angst te onderdrukken en enkel woede te uiten.
Terwijl ruimte geven aan alle emoties alleen maar positieve effecten heeft. Het zorgt er namelijk voor dat kinderen leren om uitbarstingen te voorkomen. Vraag bijvoorbeeld aan je kind: waar voel je je boos? Waar voel je je bang? En wat voel je dan in je lijf? Als kinderen dat leren herkennen, kunnen ze er op tijd naar handelen.'
Lees ook: Emoties bij kinderen: zo help je jouw kind daarbij
Laat me niet alleen
Natuurlijk kun je nooit alles perfect doen als ouder. Zo merkte Frederique tijdens een chagrijnige bui van haar puberzoon hoe moeilijk ze het vond om hem niks te verwijten. 'Uit frustratie riep ik op een gegeven moment: 'Je verpest de hele sfeer!' Toen ik later mijn excuses aanbood bleek dat hij niet lekker in zijn vel zat en zich daarom zo gedroeg. Er zat dus iets achter.'
Tischa weet uit eigen ervaring hoe belangrijk die emotionele begeleiding is. 'Een van mijn pleegzoons vroeger had veel boze buien. Toen hij ouder was zei hij: 'Ik vond het zo fijn dat jij me nooit alleen liet als ik boos was'. Dat laat denk ik zien wat het belangrijkste is: als je kind zichzelf verliest in boosheid, moet je niet uit de verbinding stappen maar aanwezig blijven. Zo voelt je kind dat jij veiligheid biedt en dat hij oké is, óók tijdens boze buien.'