Boosheid bij jonge kinderen
Boosheid is een normale fase in de ontwikkeling van jonge kinderen. Het ene kind wordt sneller boos dan het andere, afhankelijk van temperament, karakter en de manier waarop boosheid wordt behandeld. Belangrijk om te weten is dat jonge kinderen niet boos zijn om een ander bewust pijn te doen of te pesten. Boosheid is vaak een uiting van frustratie, onmacht of overprikkeling.
Peuters van één of twee jaar kunnen zich nog moeilijk in anderen verplaatsen. Bijten, slaan of knijpen is dan vaak geen doelbewuste agressie, maar een manier om te reageren of contact te maken. Tijdens de peuterpuberteit kunnen boze buien heftiger worden, omdat kinderen grenzen testen en hun zelfstandigheid proberen te vergroten. Vooral gevoelige en temperamentvolle kinderen kunnen heftig reageren.
Als ouder speel je hierin een cruciale rol. In de eerste jaren help je je kind met het leren reguleren van emoties, een proces dat co-regulatie heet. Pas later leren kinderen zelf hun emoties onder controle te houden.
Wat te doen bij hoog oplopende emoties en woedeaanvallen?
Emoties kunnen bij jonge kinderen, vooral bij gevoelige en temperamentvolle kinderen, snel oplopen. Hun 'emmertje' kan zomaar vol raken, wat onverwachts kan leiden tot een woedeaanval. Het is belangrijk om het verschil te maken tussen de emotie zelf en het fysieke gedrag dat eruit voortkomt, zoals slaan, bijten of knijpen.
Hier volgen praktische tips om je kind te helpen zijn woede op een veilige en constructieve manier te uiten:
- 1
Merk je dat je kind moe wordt of meer emoties vertoont?
Ga dan samen iets rustigs doen, zoals een boekje lezen, een filmpje kijken of een spelletje spelen. - 2
Zorg voor voldoende beweging
Kinderen moeten hun energie kwijt kunnen, het liefst buiten. Te weinig beweging kan leiden tot lastig en fysiek gedrag. - 3
Bereid je kind voor op wat gaat komen
Vertel bijvoorbeeld voor een uitstapje of bezoek aan de kapper, tandarts of dokter wat het programma is. Dit geeft houvast en voorkomt onrust en pittige emoties. - 4
Laat emoties er zijn, maar stel grenzen
Stop emoties niet weg met snoep, een scherm of boos worden. Erken het gevoel van je kind door bijvoorbeeld te zeggen:
"Je bent boos omdat het niet lukt. Dat is vervelend."
Leg vervolgens kort uit waarom iets niet mag:
"We gaan zo eten, dus nu geen koekje meer."
Zo erken je de emotie én stel je duidelijke grenzen. Om ontploffingen te voorkomen, is het belangrijk om emoties er te laten zijn:
"Huil maar even al je tranen eruit," of "Je bent echt boos, dat zie ik, dat is oké. Stamp maar even al je boosheid eruit." - 5
Bied alternatieven voor fysiek gedrag
Moedig je kind aan om boosheid veilig te uiten, bijvoorbeeld door te stampen, op papier te krassen of te springen op de trampoline. - 6
Blijf zelf rustig en co-reguleer
Je kind is niet boos om jou te pesten, hij heeft jouw hulp nodig om zijn emoties te kalmeren. Jouw rust helpt hem daarbij. - 7
Erken de emotie, corrigeer het gedrag
Benoem wat je ziet:
"Je bent boos, dat is oké. Maar slaan mag niet, dat doet pijn. Ik help je stoppen." - 8
Vermijd machtsstrijd en geef woorden aan gevoelens
Verwoord de emotie voor je kind:
"Je wilde dat speeltje graag en bent boos. Snap ik."
Zo leert je kind zijn emoties onder woorden te brengen. - 9
Reageer niet met negatief voorbeeldgedrag
Terugslaan of knijpen om een kind 'te laten voelen hoe het is' werkt averechts. Laat het gedrag zien dat je wél wilt zien. - 10
Geef je kind regie waar mogelijk
Bied keuzes binnen jouw kaders. Dit vermindert het gevoel van machteloosheid en voorkomt boosheid. - 11
Neem de tijd en respecteer het tempo van je kind
Druk en haast zorgen vaak voor meer emoties en weerstand. - 12
Doorbreek lastige situaties
Als spelen met anderen niet lukt, corrigeer dan niet eindeloos maar speel even mee of haal kinderen tijdelijk uit elkaar. - 13
Focus op positief gedrag
Geef aandacht aan wat goed gaat en wat je kind wél lukt. - 14
Zorg voor voldoende contact en aandacht
Een glimlach, knuffel of een paar lieve woorden helpen om emoties te reguleren en boosheid te voorkomen. - 15
Geef het goede voorbeeld (voorleven)
Kinderen leren vooral door te kijken naar jou en andere belangrijke mensen in hun leven. Laat zien welk gedrag je verwacht.
Hoe los je boosheid op bij een kind dat nog niet praat?
Maar hoe los je de boosheid bij een kind op die nog niet kan praten? Het is heel logisch dat jonge kinderen nog niet goed kunnen omgaan met hun emoties en er niet altijd woorden aan kunnen geven. Ze hebben simpelweg nog niet de capaciteit om hun gevoelens duidelijk te verwoorden of oplossingen te bedenken. Hoewel ze vaak al veel begrijpen en veel willen, lukt het nog niet altijd, wat veel frustratie kan veroorzaken. Dit hoort bij hun ontwikkeling.
De volgende uitgangspunten kunnen je hierbij helpen:
- 1
Aanwezigheid en betrokkenheid
Soms hoef je er alleen maar 'te zijn' om de boosheid op te lossen. - 2
Erken de boosheid
De boosheid van je kind mag er helemaal zijn. Vermijd uitspraken die emoties bagatelliseren. Dingen zeggen als 'nou daar hoef je niet zo boos om te worden' leiden niet tot verbinding. - 3
Mentaliseren
Probeer te begrijpen waarom je kind boos is, bekijk de situatie vanuit zijn perspectief en benoem dit. - 4
Zelfregulatie
Het is pijnlijk om boosheid van je kind te verdragen, maar als ouder is het belangrijk om zelf kalm te blijven. Jij bent het voorbeeld in het leren reguleren van emoties.
Co-regulatie: samen tot rust komen
Voordat je aan de slag gaat met allerlei stappen en strategieën om je kind te helpen bij boosheid, is het belangrijk om stil te staan bij een essentieel principe: co-regulatie. Dit betekent dat jij als ouder je kind helpt tot rust te komen door zélf rust uit te stralen.
Boosheid bij je kind doet ook iets met jou. Het kan je raken, frustreren of machteloos laten voelen. Maar juist op dat moment is het belangrijk om als ouder bewust stil te staan bij je eigen reactie. Hoe beter jij in staat bent om rustig te blijven, hoe beter je kind leert zijn eigen emoties te reguleren. Want: als het jou al niet lukt om kalm te blijven, hoe moet het je kind dan lukken? En dit geldt net zo goed voor oudere kinderen als voor peuters.
Co-reguleren in de praktijk
Probeer fysiek en emotioneel beschikbaar te zijn. Ga op ooghoogte zitten en open letterlijk je houding. Nodig je kind uit, zonder druk of oordeel. Komt je kind niet direct naar je toe? Vat dat niet persoonlijk op. Je kind is nog aan het leren. Zeg bijvoorbeeld iets eenvoudigs en liefdevols als: "Wat maakt je boos? Ik zie het. Kom maar, lieverd. Ik ben er voor je."
Let op het moment: eerst voelen, dan praten
Als je kind nog middenin zijn boosheid zit (bovenop de 'spanningsberg') is praten meestal zinloos. Het brein van je kind staat dan in overlevingsstand: vechten, vluchten of bevriezen. Het taalgebied in de hersenen is op zo'n moment nauwelijks toegankelijk. Je kind kan simpelweg niet nadenken of naar je luisteren. Wat op dat moment wél helpt, is iets doen of voelen, niet uitleggen of corrigeren. Enkele kalmerende acties die wél helpen als je kind nog razend is:
Stampvoeten (samen)
Knuffelen of dichtbij blijven zonder iets te zeggen
Samen in een dekentje kruipen
Even iets drinken (warm of koud)
Iets scheuren of op papier krassen
Zacht wiegen of ritmisch bewegen
Zodra de spanning daalt en je kind uit de emotionele storm komt, ontstaat er ruimte voor contact, woorden en leren. Dán kun je praten, begrenzen en samen terugblikken. Maar eerst moet de storm gaan liggen.
Na de woedeaanval
- 1
Leer het kind omgaan met boosheid: Praat op een rustig moment met het kind over wat er gebeurde en hoe het de volgende keer anders kan.
- 2
Geef het kind de ruimte: Stimuleer het kind om andere uitlaatkleppen te vinden voor zijn boosheid, zoals sporten, tekenen, of muziek luisteren.
- 3
Oefen samen: Speel een woedeaanval na en oefen samen hoe het kind kan stoppen of rustig kan worden.
- 4
Ga dieper in op de oorzaak: Stel vragen die het kind helpen de situatie te begrijpen, bijvoorbeeld wat het gevoel van teleurstelling of verdriet zou kunnen zijn.
Butskees methodiek van Marijke Uithol
Wil je verder aan de slag? De Butskees-methode® biedt praktische tools om anders met emoties van je kind om te gaan. Denk aan samen ademoefeningen doen, gedrag bekrachtigen en het leren herkennen van positieve kanten in lastige situaties.
- 1
Leer ademen
Ook kleine kinderen kun je leren ademen. Een leuke instructie is bijvoorbeeld 'ruik aan het bloemetje en blaas de blaadjes weg'. - 2
Doe voor wat jou helpt.
Stampvoet lekker even mee. Adem diep in en uit. - 3
Bekrachtigen
In het gedrag wat lastig/moeilijk/vervelend is voor jou, zit ook áltijd iets positiefs. Speur dit op en benoem bijvoorbeeld: 'Wat fijn dat je aan mij kan vertellen dat je dit niet wil.' Je kind geeft zijn/haar eigen grenzen aan en dat is een vaardigheid die je op latere (volwassen) leeftijd natuurlijk ook graag ziet.
Boosheid is een natuurlijk onderdeel van de ontwikkeling, maar met geduld, begrip en de juiste aanpak kun je je kind helpen zijn emoties beter te reguleren en met meer plezier samen op te groeien.