Een dreumes die moeiteloos een puzzel van 24 stukjes in elkaar legt, met blokken een evenbeeld van de Eiffeltoren bouwt en naar het plafond wijst en iets brabbelt wat op 'ventilator' lijkt, zal het later in de schoolbanken vast ver schoppen. Of niet? Want hoe herken je een slimmerik op jonge leeftijd en moet je daar als ouder eigenlijk iets mee?
Lees ook: Een intelligent kind is niet per se hoogbegaafd, hoe herken je hoogbegaafdheid?
2,3 procent is hoogbegaafd
Veel ouders zouden ervoor tekenen: zo'n slim kind dat moeiteloos leert. Een begrijpelijke gedachte, vindt Marianne van Gelder, specialist hoogbegaafdheid. We leven in een prestatiemaatschappij waarin intelligentie een ticket lijkt naar succes. Als een kind zich snel ontwikkelt en uitblinkt op school, dan komt het wel goed met hem, denken ouders.
Toch is een hoge intelligentie voor weinig kinderen weggelegd. De gemiddelde IQ-score van een bevolking is 100 (vmbo-tl plus niveau) met een standaardafwijking van 15. Dat betekent dat de meeste kinderen (68,2%) een IQ hebben tussen de 85 en 115. Ruim 13 procent van de kinderen presteert met een IQ tussen de 115 en 130 op vwo-niveau. Slechts 2,3 procent zit daarboven en is hoogbegaafd.
Lees ook: Tamara's peuter is hoogbegaafd: 'Echt onbezorgd kind zijn, dat kan hij niet'
IQ-score is momentopname
Bij kinderen tot 6 jaar spreek je nog niet van hoogbegaafdheid. Van Gelder: ,,Dan hebben we het over kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Dat kan een voorbode zijn van een hogere intelligentie of van hoogbegaafdheid, maar dat hoeft niet."
Bovendien kan het IQ bij kinderen nog erg schommelen, weet psycholoog Peter van Tellegen van de Rijksuniversiteit Groningen. ,,Een kind van 2,5 dat op een IQ-test 100 scoort, kan een maand later op een andere test 80 of misschien wel 120 scoren. Een IQ-score is altijd een momentopname en zegt zeker niet alles over de potentie van een kind."
Dreumes praat met volzinnen
Slimme kinderen kun je er vaak al op jonge leeftijd uitpikken, omdat ze voorlopen in hun ontwikkeling. Van Gelder: ,,Als een baby meteen zijn hoofdje optilt, altijd nieuwsgierig rond wil kijken en veel behoefte heeft aan prikkels of juist snel overprikkeld is, kan dat een eerste aanwijzing zijn van een ontwikkelingsvoorsprong. Wat ook opvalt is dat deze kinderen snel zijn in hun taalontwikkeling.
Met 1,5 jaar praten ze al in volzinnen en hun eerste woordje is niet 'mama' of 'papa' maar bijvoorbeeld 'giraf'. Ook leren ze zichzelf vaak lezen en zijn ze als peuter al aan het rijmen. Aan hun taalgebruik merk je bovendien dat ze veel begrijpen. Ze zeggen opeens 'stekker' als ze jou 'computer' horen zeggen.' Oorzaak en gevolg hebben ze ook sneller in de smiezen. Als jij je jas aantrekt om naar de winkel te gaan, weet een slimme dreumes of peuter precies wat er gaat gebeuren."
Leren door observeren
Wat volgens Van Gelder ook kenmerkend is voor uitzonderlijk slimme kinderen, is dat ze gedetailleerde tekeningen maken en vaardigheden bijna niet oefenen. ,,Veel kinderen oefenen door te proberen, met vallen en opstaan. Maar kinderen die later hoogbegaafd blijken te zijn, leren vooral door te observeren. Ze kijken goed naar een puzzel, en leggen dan in één keer de stukken in elkaar. En ze stappen pas op een fiets als ze zeker weten dat ze het kunnen."
Lees ook: Of een kind hoogbegaafd is, is mogelijk te zien aan zijn tekeningen
Alert, nieuwsgierig en gevoelig
Karlijn, moeder van een hoogbegaafde zoon (7) met een IQ van 150, merkte al op jonge leeftijd dat hij zich anders ontwikkelde. ,Vanaf de geboorte was hij een heel alert, nieuwsgierig en gevoelig kind. Hij beleefde de wereld zeer intens en was snel overprikkeld. Hij begon vroeg te praten met moeilijke woorden en toen hij 3 jaar was, leerde hij zichzelf lezen.
Motorisch was hij juist weer voorzichtig: hij moest zeker weten dat hij iets kon, anders begon hij er niet aan. Als peuter hield hij zich al veel bezig met het thema dood en stelde vragen als: 'Mama, waarom bestaan we eigenlijk?' Hij is enorm creatief en fantasierijk en heeft een fantastisch gevoel voor humor."
Lees ook: 15x aanwijzingen dat je baby superslim is
Onderpresteren op school
Op school past hij zich aan en presteert hij onder zijn niveau. Als een vriendje in groep 1 de dobbelstenen nog niet kon optellen, deed hij ook of hij dat niet kon. Doordat hij onderpresteert en minimaal aangeboden krijgt wat hij nodig heeft, is zijn zelfvertrouwen enorm gedaald. Hij is het geloof in wie hij is en wat hij kan al kwijtgeraakt voordat hij zichzelf heeft kunnen ontdekken.
Vaak wordt gedacht: die kinderen zijn zo slim, die redden zich wel. Maar dat is een misvatting. Ze zijn juist ontzettend kwetsbaar. Ze denken razendsnel en beleven de wereld tot in elke vezel, maar daar staat tegenover dat ze ook sneller en vaker problemen zien. Dat kan zorgen voor remmingen, angsten en onbeheerst verdriet. Omdat ze wel gewoon kind zijn, weten ze niet goed hoe ze daarmee om moeten gaan. Het belangrijkste vind ik dat mijn zoon goed in zijn vel zit en de wereld en zichzelf mag ontdekken.'
Geen garantie voor succes
Begaafdheidsonderzoek wordt bijna nooit voor het zesde levensjaar uitgevoerd. ,,En mijn advies is om het daarna alleen af te nemen als het écht nodig is", legt Van Gelder uit. ,,Als een kind bijvoorbeeld vastloopt op school of geen aansluiting heeft bij klasgenoten. Dat laatste komt vaak voor bij hoogbegaafde kinderen. Als een kind op de crèche de enige is die kan praten of andere speelinteresses heeft, kan hij zelf al merken dat hij 'anders' is."
Hoogbegaafdheid is ook geen garantie voor succes op de basisschool. De bekende wetenschapper Robert Sternberg maakt onderscheid tussen drie manieren van denken: analytisch, creatief en praktisch. Als een hoogbegaafde leerling hoog scoort op analytisch en praktisch denkvermogen, dan gaat het meestal redelijk goed op school. Het aanbod is niet altijd uitdagend, maar hij redt zich vaak wel. Leerlingen die vooral hoog scoren op creatieve intelligentie – 'out of the box'-denken – gaan op school juist vaak onderpresteren.
Lees ook: Cognitieve ontwikkeling van je peuter
Pushing parent
Van Gelder: ,,Als een kind happy hoogbegaafd is of gelukkig slim is dat superfijn. Maar voor de meeste hoogbegaafde kinderen en hun ouders is het ingewikkeld. Zeker als ze starten op school. Een meisje zei een keer tegen me: 'Ik wou dat ik 20 van mijn IQ-punten op Marktplaats kon verkopen of weg kon geven.' Haar intelligentie zat haar alleen maar in de weg. Soms kan het tot depressie leiden op jonge leeftijd. Ik heb het zelfs meegemaakt bij peuters.'
Ook Lianne Hoogeveen, bijzonder hoogleraar Identification, Support and Counseling of Talent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen ziet dat ouders van hoogbegaafde kinderen vooral willen dat hun kind gelukkig is en mee kan doen met de rest. ,,Vaak zijn ze zelfs huiverig voor het etiket hoogbegaafdheid, omdat ze bang zijn voor reacties van hun omgeving. Als je zegt dat je kind uitzonderlijk slim is, roept dat vaak weerstand op. 'Die moeder gaat zeker elke avond met haar kind lezen?', zeggen andere ouders dan. En wie wil er nou bekendstaan als een pushing parent?"
Vind de voorlopers
Kinderen met een achterstand worden er op het consultatiebureau uitgepikt en in de gaten gehouden. Bij kinderen met een voorsprong is dat minder het geval. Maar dat is aan het veranderen, vertelt jeugdarts Lucy Smit van JGZ Kennemerland. ,,Er wordt steeds meer ingezien dat ook het scoren van kinderen met een voorsprong belangrijk is. Soms komen ouders binnen met een kind dat al kan lopen en een bal kan gooien, terwijl wij nog moeten vragen of een kind al los kan staan.
We zijn nu aan het onderzoeken met TNO of we ook kinderen met een voorsprong er makkelijk uit kunnen halen. Want deze kinderen kunnen straks op de kleuterschool en basisschool, waar wordt uitgegaan van het gemiddelde kind, ook in de problemen komen. Een slimme kleuter is misschien al bezig met schrijven, terwijl leeftijdsgenootjes nog bezig zijn met binnen de lijntjes kleuren.'
Lees ook: Leren lezen op de basisschool, zo goed dat
Weinig aanbod voor slimme kinderen
Van Gelder beaamt dat er nog een hoop winst te behalen valt. ,,Op crèches en peuterspeelzalen is vaak weinig aanbod voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Slimme kinderen blijven puzzels van 25 stukjes maken, terwijl ze thuis al twee puzzels van 50 stukjes door elkaar heen gooien en maken. Deze kinderen kunnen zich gaan vervelen.
Zij zouden eigenlijk uitgedaagd moeten worden met ingewikkeldere puzzels of kinderboeken. Of laat ze meedenken over een project als de groentetuin: hoe kunnen we dat aanpakken? Wat voor verschillende groentes kunnen we zaaien? En belangrijk, stel open vragen aan de groep: 'Kennen jullie nog meer kleuren?' En dan komen deze kinderen met zeegroen of indigoblauw."
Met 9 jaar naar de middelbare school
Basisscholen zijn vaak terughoudend met slimme kinderen versneld door het onderwijs laten gaan. Van Gelder: ,,Een deel van de hoogbegaafde kinderen zou met de juiste begeleiding de basisschool veel sneller kunnen afronden, maar scholen zijn daar huiverig voor, want dan komen kinderen zo jong op de middelbare school. Inmiddels zijn er middelbare scholen in Nederland die leerlingen van 9 jaar aannemen, maar dat vinden ze heel spannend."
Leren om moeite te doen
Als uitzonderlijk slimme kinderen in een klas blijven met leeftijdsgenootjes, is het belangrijk dat ze worden uitgedaagd op hun eigen niveau met een passend lesaanbod. Hoogeveen ziet weleens kinderen die de basisschool verlaten zonder ooit iets te hebben geleerd. Als ze dan op de middelbare school of universiteit voor het eerst iets moeten gaan doen, lopen ze vast, omdat ze nooit geleerd hebben wat het is om ergens moeite voor te doen.
Hoogeveen: ,,Ik vind dan ook dat het onderwijsprogramma moet worden aangepast als een kind hoogbegaafd is. We hebben in Nederland immers leerplicht en geen schoolplicht. Een kind moet dus iets leren op school en daar niet alleen zijn tijd uitzitten."
Lees ook: Meer geld voor onderwijs aan hoogbegaafde kinderen: 'Niet meer thuiszitten'
Prijzen om inzet
Wat kunnen ouders van slimme kinderen zelf doen? Als ouder ben je misschien geneigd om je bolleboos, zeker als hij onzeker is of niet lekker in zijn vel zit, veel complimenten te geven. Maar volgens de Amerikaanse psycholoog Carol Dweck moet je dat juist niet doen.
Dweck maakt onderscheid tussen entiteitsdenkers (je bent nou eenmaal slim of niet) en groeidenkers (je kunt slimmer worden door veel te oefenen). Kinderen die telkens horen hoe intelligent ze wel niet zijn, gaan denken dat hun intelligentie een statisch gegeven, en dat maakt passief. Ze zijn toch al slim dus waarom zouden ze hun best doen?
Terwijl kinderen die geprezen worden om hun inzet en horen dat ze hard moeten werken om echt heel goed in iets te worden, meer gemotiveerd zijn om het beste uit zichzelf te halen. 'Wat was je lekker zelfstandig aan het spelen' werkt dus motiverender dan 'wat ben je toch een wonderkind'.
Niet pushen
Van Gelder adviseert om een kind in zijn ontwikkeling te volgen en aan te sluiten op zijn belevingswereld. ,,Houdt hij van muziek? Geef hem dan een instrument of laat hem naar muziek luisteren. Houdt hij van verhalen, lees dan voor. En kijk of hij al woordjes kan herkennen: 'Zie je het woord op deze bladzijde terugkomen?'
Het is goed om je kind te stimuleren, maar je kunt beter niet pushen. Uiteindelijk maakt een IQ-cijfer niet zo veel uit, het gaat erom dat je kind goed in zijn vel zit en zich lekker kan ontwikkelen op zijn eigen niveau.'