Welkom in restaurant Diepeveen-Verster, waar twee zichtbaar vermoeide chef-koks elke dag weer hun uiterste best doen om een voedzame én smakelijke maaltijd te bereiden voor hun drie gasten. Het vuur brandt, de dampende pannen worden in hoog tempo overgegeven en de spaghettislierten vliegen in het rond.
De borden worden met liefde en precisie opgemaakt—of nou ja, zo snel mogelijk, want anders koelt alles af en dát zou pas een ramp zijn.
Tip! 7x kinderservies dat je kind wél veilig kunt gebruiken
Verdacht groen sliertje
Maar de drie gasten zijn grillig. Wispelturig. Onvoorspelbaar. Wat gisteren nog met gejuich werd ontvangen, is vandaag absoluut niet te eten. 'Supergoor!', klinkt het resoluut. Eén klant duwt zijn bord met een dramatische zucht van zich af en roept: 'Ik lúst dit niet!'
De ander heeft zich toegelegd op een meer innovatieve benadering van eten: een laagje puree vakkundig uitstrijken over de tafel, en daar de overige ingrediënten opleggen. De derde bestudeert zijn bord nauwkeurig en trekt met afgrijzen een verdacht groen sliertje uit zijn pasta.
Lees ook: Hoeveel groente en fruit moet een kind per dag eten?
Blijven proberen
De chef-koks – inmiddels murw gebeukt, maar nog niet helemaal verslagen – doen een laatste onderhandelingspoging. 'Eet drie spruitjes dan?' Nee. 'Twee?' Nee. 'Hé verdorie, ééntje!' Ook niet.
Ondertussen wordt er demonstratief bestek neergelegd ('Dit is de verkeerde vork!'), wordt er gejammerd over een minuscuul 'dingetje' in de saus en moppert iemand dat er water in het glas ontbreekt. De chef-koks zuchten. Ze tellen tot tien. Ze overwegen kort om gewoon het restaurant te sluiten. Maar ze blijven proberen.
Lees ook: Wat doe je als je peuter niet wil eten?
Tot morgen
En zo eindigt de avond. De chef-koks ruimen af, likken hun wonden en eten de restjes koude pasta dan maar zelf op. En de gasten? Die hebben weer gewonnen. Met volle energie springen ze op van tafel (waar halen ze die energie toch vandaan?!) en stuiven de eetzaal uit.
Maar niet voordat ze nog één keer achteromkijken, met een blik die zegt: 'Tot morgen. En reken er maar niet op dat we dan wél eten wat jullie ons voorschotelen.' En weer geen fooi.
Meer columns van Lauren lezen? Dat kan hier.