'Vanaf het moment dat onze zoon (inmiddels 14 jaar) geboren werd, ging het bergafwaarts met mijn vrouw. De bevalling was zwaar, de borstvoeding kwam niet goed op gang, we sliepen amper en er waren perikelen in de familie die veel spanning en stress gaven.
Toen ik op dag acht na zijn geboorte wakker werd, lag mijn vrouw niet meer in bed. Ik hoorde dat ze beneden druk bezig was en wist meteen dat er iets mis was, als een kip zonder kop liep ze door ons huis.
Diagnose: post-partumpsychose
Dus ik belde de huisarts, die een kwartier later op de stoep stond en mijn vermoedens bevestigde. Dus terwijl ik de deur opendeed voor de kraamverzorgende, reed ik met mijn vrouw naar de crisisdienst waar ze de diagnose post-partumpsychose kreeg.
Die diagnose was geen opluchting, want waar je bij een zwangerschapsvergiftiging weet wat het is, hoe het ontstaat en hoe je er weer van afkomt, kon niemand me vertellen waar ik aan toe was. Ik had geen idee hoelang het zou duren, wat het precies betekende of wanneer het over zou gaan.
Lees ook: Psycholoog Marijke Uithol over wat je kunt doen bij depressieve gevoelens na de bevalling
Wie is dat meisje?, zei ze steeds
Soms leek het alsof mijn vrouw was veranderd in een kind. Dat zei ze ook steeds als ze in de spiegel keek: wie is dat meisje? Ze was kinderlijk lief, wat vaak aandoenlijk was. Maar ze was vooral iemand die ik niet kende. Ondanks dat was ze geen gevaar voor zichzelf en niet voor onze baby. Dus ze kreeg medicatie voorgeschreven en we werden weer naar huis gestuurd.
Het was heel beangstigend om een psychotische vrouw en een pasgeboren baby in huis te hebben en ook het dealen met de onzekerheid viel me zwaar. Maar die gevoelens drukte ik weg, omdat ik zorg moest dragen voor hen allebei.
Ik was echtgenoot, verpleger en vader
Ik moest én lief zijn voor haar, én de strenge verpleger zijn die ervoor zorgde dat haar psychose niet gevoed zou worden. Ondertussen maakte ik flesjes en verschoonde ik luiers.
Ook al hielpen mijn ouders, die tijdelijk op zolder kwamen wonen, het was te veel. Zelfs mijn zieke vrouw had door dat het niet ging, dus ze liet zich vrijwillig opnemen in de ggz. Daar heeft ze uiteindelijk dertien weken gezeten.
Toen ze weer naar huis kwam, was het enorm zoeken. Zij had die hele beginfase met onze zoon gemist en moest alles wat ik me eigen had gemaakt - een badje maken, verschonen, voeden - nog leren.
Lees ook: Een post-partumdepressie: hoe ga je daar als partner mee om?
Ik vergat mezelf
Ik omarmde dat het beter ging, wilde die gitzwarte periode achter me laten en verdergaan, maar ik vergat om stil te staan bij wat er allemaal was gebeurd en wat dat met mij deed.
Terwijl het beter ging met mijn vrouw denderde ik door, tot ik vorig jaar tegen een muur liep. Toen pas ben ik naar mezelf gaan kijken door in therapie te gaan.
Achteraf denk ik: het was goed geweest als ik mijn gevoelens meer ruimte had gegeven. Nu weet ik dat ik had moeten sporten, mediteren, lezen en praten met mensen in mijn omgeving. Als ik dat eerder had geweten, had me dat een hoop ellende bespaard.'