BabyVierde trimester

Postpartum (postnatale) depressie: wat kun je doen?

 
Postpartum (postnatale) depressie Getty Images
Getty Images
 
Geschreven door:
Leestijd 13 minuten

Je baby is geboren en iedereen is dolblij, behalve jij. Blijf je na de bevalling wekenlang somber en kun je nergens van genieten? Dan heb je mogelijk een postpartum (postnatale) depressie.

(Medisch) beoordeeld door:
marijke uithol
Marijke Uithol
Psycholoog
Lees verder onder de advertentie

Postpartum depressie

De termen postpartum depressie en postnatale depressie worden vaak door elkaar gebruikt. De term 'postpartum' betekent 'na de bevalling' en gaat over de gesteldheid van de moeder. Postnataal betekent 'na de geboorte' en is meer gefocust op de gezondheid van de baby. De juiste term voor depressieve klachten na de zwangerschap is dan ook postpartum depressie, omdat het over de gesteldheid van de moeder gaat. In de volksmond wordt vaker gesproken over een postnatale depressie.

Lees ook: Ontzwangeren: dit kun je verwachten van je herstel na de bevalling.

Wat is een postpartum (postnatale) depressie?

Een postpartum depressie (PPD) betekent letterlijk: depressie na de bevalling. De klachten en het ontstaan verschillen niet van een normale depressie. Mensen die lijden aan een depressie voelen zich het grootste gedeelte van de dag en bijna elke dag somber. Ze hebben minder plezier en interesse in (bijna) alle activiteiten. Daarbij kan er ook sprake zijn van gewichtsverlies, slaapproblemen, rusteloosheid, vermoeidheid, concentratieproblemen of besluiteloosheid.

Lees verder onder de advertentie

Dat je van je baby houdt en je op zijn komst had verheugd, staat daar helemaal los van. Je kunt door verschillende oorzaken toch depressieve gevoelens krijgen. Het is belangrijk deze vorm van depressie serieus te nemen. Dan is die goed te behandelen.

Wat is het verschil tussen een postpartum depressie en babyblues (kraamtranen)?

Een postpartum depressie is iets anders dan de 'babyblues' of kraamtranen. Van de babyblues heeft zo'n 50 tot 70 procent van alle moeders last. Dit begint meestal rond de vierde dag na de bevalling en kan tot de tiende dag duren. Het komt door de hormoonveranderingen in je lichaam. Kort samengevat dalen de zwangerschapshormonen en ga je meer hormonen aanmaken voor de borstvoeding. Dat kan invloed hebben op je stemming. Vrouwen die borstvoeding geven, kunnen zich nog wat langer 'anders dan anders' voelen.

Stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, twijfelen aan jezelf, het hoort allemaal bij de babyblues. De veranderingen in je leven in combinatie met weinig slaap maken dat je je labiel kunt voelen. Iedere nieuwe moeder heeft weleens een mindere dag, daar hoef je je niet meteen zorgen over te maken. Weet ook dat echt niet iedere vrouw na de bevalling meteen wordt overspoeld door liefde voor haar baby. Je kunt in beslag genomen worden door allerlei emoties en bent je weg aan het vinden in een totaal nieuwe situatie. De druk om gelukkig te zijn kan hoog zijn, terwijl het in werkelijkheid even kan duren voordat je dat ook echt bent. En je hoeft ook niet constant op een roze wolk te zitten om gelukkig te zijn.

Lees verder onder de advertentie

Bij een postpartum depressie ligt het anders. De gevoelens van somberheid beginnen meestal enkele weken na de bevalling en uiterlijk binnen vier maanden. Treden de symptomen ná vier maanden op, dan spreek je niet meer van een postpartum depressie, maar een 'gewone' depressie.

Als je je langer dan twee weken somber voelt, zonder ook maar een moment van je kind te genieten, wijst dat op een postpartum depressie. Naar schatting één op de tien vrouwen krijgt een postpartum depressie. En let op: ook partners kunnen een postpartum depressie krijgen.

Meer lezen: Wat als je geen moedergevoelens ontwikkelt?

Lees verder onder de advertentie

Postpartum depressie of perinatale depressie

Sombere gevoelens kunnen ook al beginnen tijdens de zwangerschap. Ze kunnen ook alleen tijdens de zwangerschap voorkomen en na de bevalling weer verdwenen zijn. Sommige mensen spreken in dat geval liever van een perinatale depressie dan een postpartum depressie. Deze term slaat op alle mentale problemen die je kunt ervaren vanaf de eerste weken van de zwangerschap tot ongeveer een jaar na de bevalling.

Wat zijn de symptomen van postnatale depressie?

De klachten bij een postpartum depressie zijn hetzelfde als bij een 'gewone' depressie: je voelt je somber gedurende het grootste gedeelte van de dag en bijna elke dag en/of kunt nergens van genieten. De volgende symptomen kunnen wijzen op een PPD:

Lees verder onder de advertentie

Oorzaken postpartum depressie

Er is niet één duidelijke oorzaak waardoor een postpartum depressie ontstaat. Het is een combinatie van biologische, sociale en omgevingsfactoren en psychologische factoren.

Biologische factoren

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat hersenen van mensen die een depressie hebben, verschillen van gezonde hersenen. Er bevinden zich in de hersenen verschillende neurotransmitters. Bij het ontstaan van een depressie zijn vooral serotonine, noradrenaline en dopamine van belang. In bepaalde delen van de hersenen zou er bij een depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Antidepressiva kunnen ervoor zorgen dat het evenwicht zich herstelt. Dat verlicht de depressieve klachten.

Daarnaast speelt erfelijkheid een rol: in sommige families komen (postpartum) depressies vaker voor dan in andere. Ook hormonen hebben veel invloed. Hormonen beïnvloeden je stemming. Veranderingen in je hormoonbalans kunnen ervoor zorgen dat je je depressief gaat voelen. Ook is de kans op een postpartum depressie groter als je al eens een (postpartum) depressie hebt gehad.

Lees verder onder de advertentie

Lees ook: Alles over erfelijkheid en genen.

Sociale en omgevingsfactoren

Zelfs als het in je genen zit, hoef je niet altijd een stemmingsstoornis te ontwikkelen. Het hangt ook af van sociale en omgevingsfactoren. Je kunt nare dingen meemaken in je jeugd en in je gezin, waardoor je met een onveilig gevoel opgroeit. Iedereen is anders en reageert op zijn eigen manier op bepaalde omstandigheden. Twee mensen met dezelfde (genetische) aanleg en hetzelfde karakter kunnen toch heel verschillend op een situatie reageren.

Ideeën en maatschappelijke normen over het hoe het moederschap of het ideale gezinsleven eruit zou moeten zien, spelen daarnaast een rol. Moeders die zowel voor hun kinderen zorgen als een baan hebben, kunnen extra druk of stress voelen. Ze kunnen het idee krijgen dat ze als moeder tekortschieten. Dit leidt ook tot een verhoogde kans op een PPD. Soms heeft een postpartum depressie ook te maken met onverwerkte ervaringen in het verleden. De zwangerschap, bevalling of het moederschap kan dit omhooghalen. Soms gebeurt dat ook zonder dat je het precies kunt duiden.

Lees verder onder de advertentie

Tip: Zo verwerk je een traumatische bevalling.

Psychologische factoren

Psychologische factoren zijn persoonlijke eigenschappen die kunnen leiden tot een postpartum depressie. Denk hierbij aan te hooggespannen verwachtingen (van het moederschap bijvoorbeeld), slecht nee kunnen zeggen, moeilijk gevoelens kunnen uiten, een gebrek aan zelfvertrouwen hebben, perfectionisme (een perfecte moeder willen zijn) en faalangst.

Een zwangerschap en een bevalling zijn indrukwekkende gebeurtenissen. Dit verloopt niet bij iedereen even soepel en er kan veel spanning bij komen kijken. Bij vrouwen die er gevoelig voor zijn, kan deze spanning leiden tot een postpartum depressie. Is je zwangerschap of bevalling moeilijk of problematisch verlopen? Dan heb je een grotere kans op een PPD. Het gaat bijvoorbeeld om problemen als zwangerschapsvergiftiging, een ongeplande keizersnede, een ziekenhuisopname tijdens de zwangerschap, het vermoeden dat de ongeboren baby in nood is of ziekenhuisopname van de baby in de eerste week na de geboorte. Ook andere stressfactoren, zoals relatieproblemen of geldzorgen, vergroten de kans op een postpartum depressie.

Lees verder onder de advertentie

Postpartum depressie en suïcidaliteit

Net als bij een gewone depressie kunnen bij sommige vrouwen met een postpartum depressie terugkerende gedachten aan de dood voorkomen. Ze kunnen zo somber zijn dat ze denken dat zijzelf of de baby dood beter af zijn. Of ze lijden aan agressieve dwanggedachten, zoals: zal ik de baby van de trap laten vallen? Of bijvoorbeeld de gedachte om een kussen op het hoofdje te drukken. Zo'n dwanggedachte komt op, terwijl je het niet echt wilt doen. In de meeste gevallen doet een moeder met een depressie haar kind ook niets aan, maar het is beangstigend om die gedachten te hebben.

Herken je dit gevoel bij jezelf of bij iemand in je omgeving, schakel dan direct deskundige hulp in. Bijvoorbeeld via 0800-0113 of de chat op www.113.nl.

Meer lezen: Moeder én doodmoe? Grote kans dat je lijdt aan postnatale depletie.

Lees verder onder de advertentie

Verschil postpartum depressie en postpartum psychose

Een enkele vrouw krijgt last van waanbeelden en verliest het contact met de werkelijkheid. Dit kan samen voorkomen met een postpartum depressie, maar dat hoeft niet. Er is dan sprake van een postpartum psychose, ook wel kraambedpsychose genoemd. Die ontstaat meestal binnen vier weken na de bevalling en komt bij 1 op de 1000 vrouwen voor. De moeder denkt dan bijvoorbeeld dat haar kind niet van haar is of ziet in een flits voor zich dat ze de baby van de commode laat vallen.

Wat zijn de gevolgen voor het kind?

Als een postpartum depressie niet wordt behandeld, kan dit gevolgen hebben voor de hechting tussen moeder en kind en de ontwikkeling van het kind. Jonge baby's van depressieve moeders maken minder oogcontact, tonen minder positieve gezichtsuitdrukkingen, brabbelen minder en zijn vaker boos of ontevreden. Als ze een paar jaar oud zijn, zelfs wanneer de PPD al over is, hebben deze kinderen een minder grote woordenschat en meer gedragsproblemen. Vooral jongetjes zijn vaker hyperactief en veel kinderen zijn angstig of somber.

Tot slot krijgen volwassen kinderen van depressieve ouders drie keer vaker zelf te maken met (ernstige) depressiviteit, angststoornissen en drugsgebruik, in vergelijking met kinderen van niet-depressieve ouders.

Lees verder onder de advertentie

Postnatale depressie bij de partner

Ook als vader of partner kun je een postpartum depressie krijgen. Uit recent onderzoek blijkt dat wereldwijd circa vijf tot tien procent van de partners depressief raakt tijdens of na de zwangerschap. Dit komt het meest voor in de derde tot negende maand na de bevalling. Als reden wordt aangegeven dat partners zich in de eerste periode na de bevalling wegcijferen. Zij komen pas aan zichzelf toe als hun vrouw is hersteld na de bevalling. Voel je je oververmoeid, snel boos, rusteloos en niet gelukkig? Zoek dan hulp. Zowel bij vrienden als de huisarts.

Meer lezen over hulp voor partners met een postpartum depressie? Lees dit artikel.

Verwaarloosde postpartum depressie

Soms lopen ouders lange tijd door met een postpartum depressie. Omdat de drempel om over negatieve gevoelens te praten erg hoog voelt, laat staan er hulp voor te zoeken. Dit speelt bij vaders meer dan bij moeders. Ook omdat er over postpartum depressie bij mannen veel minder bekend is. Een postpartum depressie wordt bij mannen dan ook sneller over het hoofd gezien, blijkt uit onderzoek. Volgens dit onderzoek praat 83 procent van de kersverse vaders met depressieve klachten hier niet over. Bij moeders is dit 20 tot 50 procent. Toch is het voor het hele gezin het beste om wel hulp te zoeken als je al een tijd niet lekker in je vel zit en misschien een postpartum depressie hebt.

Postpartum depressie: behandeling

Vermoed je dat je een postpartum depressie hebt? Maak dan een afspraak bij de huisarts of vraag hulp aan je verloskundige. Een PPD is goed te behandelen. Behandeling is gericht op anders denken en anders doen.

Structuur in je dag en actief zijn helpen bij een depressie. Het begint bij goed zorgen voor jezelf: gezond eten, activiteiten inplannen waar je voorheen blij van werd en goed slapen. Laat dat laatste nou net een uitdaging zijn met een pasgeboren baby. Het kan soms al helpen als je partner de nachtvoeding doet, zodat je weer eens een paar nachten kunt doorslapen. Ook het inlichten van je omgeving is nodig om begrip en steun te kunnen krijgen. Je knapt op als iemand geregeld komt oppassen, zodat je iets leuks voor jezelf kunt doen.

Deskundige begeleiding kan ook helpen je stemming te verbeteren. Denk aan cognitieve gedragstherapie door een psycholoog, gesprekken of oefeningen met een coach, haptonomie of acupunctuur. In sommige gevallen kan medicatie worden ingezet om de behandeling te ondersteunen. In zeer ernstige gevallen is opname nodig om beter te worden.

Tips voor jou

Zit je niet lekker in je vel en herken je wat er in dit artikel wordt beschreven? Is het overduidelijk of twijfel je? Deze tips kunnen je helpen grip te krijgen op je gevoel en stappen te zetten naar verbetering:

  1. Praat erover. Het is belangrijk dat je partner weet hoe het écht met je is. Maar lucht ook je hart bij je moeder, je beste vriendin of iemand anders die je vertrouwt. Uiten wat er vanbinnen speelt is het begin van verandering. Laat ze dit artikel lezen als je niet weet hoe je moet beginnen.

  2. Bespreek het ook met je huisarts of verloskundige. Hoe eerder je deskundige hulp krijgt, hoe fijner. Voor jezelf en je gezin.

  3. Laat je partner (tijdelijk) de nachtvoeding doen, zodat je meer slaap krijgt. Hier meer tips hoe je het beste kunt omgaan met de nachtvoedingen.

  4. Vraag of accepteer hulp: een moeder of buurvrouw wil vast een paar middagen oppassen. Of misschien wel structureel. Vraag vooral hulp op dagen dat je het gevoel hebt dat je de zorg voor je baby niet aankunt.

  5. Zorg voor regelmaat: sta op tijd op, eet op vaste tijden en ga op dezelfde tijd naar bed. Structuur helpt voor de rust in je hoofd én in je hormoonhuishouding. Leestip: De 10 meest voorkomende ongemakken tijdens het ontzwangeren.

  6. Ga elke dag even naar buiten. Maak een wandeling met de kinderwagen of ga een stuk fietsen als je een oppas hebt. Beweging en buitenlucht helpen tegen depressieve gevoelens.

  7. Door geregeld vriendinnen te zien voorkom je eenzaamheid en het leidt af. Maar spreek alleen af met mensen bij wie je je goed voelt en jezelf kunt zijn. Doe ook geen dingen die je extra belasten terwijl je er eigenlijk geen zin in hebt. Dat komt wel weer.

  8. Wees mild voor jezelf. Het is oké en heel menselijk om fouten te maken. Moeder zijn leer je al doende en geen enkele moeder doet het 'perfect'.

  9. Weet dat je je niet hoeft te schamen voor je gevoelens. Dat je je depressief voelt, betekent niet dat je geen goede moeder bent.

  10. Stel niet te hoge eisen aan jezelf. Dit zijn dingen waarbij een deskundige kan helpen: je inzicht geven in wat realistische eisen zijn en waar de lat voor jou hoort te liggen zodat je je goed voelt.

Tips voor de omgeving

  1. Probeer de depressie niet 'weg te praten' of iemand die depressief is op te vrolijken. Ze krijgt hiermee de boodschap dat haar gevoel er eigenlijk niet mag zijn, terwijl het er wél is. Dat zorgt voor meer eenzaamheid en schaamte.

  2. Luister zonder advies te geven of te oordelen. Laat haar haar hart luchten en wees begripvol.

  3. Vraag wat ze nodig heeft en kijk waar jij bij kunt helpen: oppassen, boodschappen doen, eten brengen, een massage voor haar boeken.

  4. Bel, app of ga langs. Misschien komt het initiatief niet van haar, omdat ze dat niet kan opbrengen. Maar het helpt haar om te weten dat je aan haar denkt.

  5. Ga samen iets leuks doen. Neem haar mee naar buiten.

  6. Mocht ze geïrriteerd of boos reageren, bedenk dan dat ze dat bij jou doet omdat je dicht bij haar staat. Ze durft haar frustratie te uiten omdat ze zich bij jou vertrouwd en veilig voelt.

  7. Vrouwen met een PPD vinden het vaak moeilijk om naar de huisarts te gaan, omdat ze er de energie niet voor hebben of denken dat het niets helpt. Stimuleer haar om toch te gaan en ga met haar mee als ze dat fijn vindt.

  8. Maak je je erg veel zorgen? Schakel hulp in. Bel de huisarts of – bij spoed – de politie.

  9. Een postpartum depressie is ook zwaar voor de partner. Je ziet je vrouw eronder lijden en tegelijkertijd is er de zorg voor jullie baby. Bespreek dit ook met de huisarts of verloskundige, zodat je hulp krijgt als het nodig is. Voor jullie baby is het belangrijk dat het met beide ouders goed gaat.

Bovenstaande tips zijn gericht op degene die is bevallen, maar gelden ook voor de eventuele partner met een PPD.

Lees ook: Zo ga je als partner om met een postpartum depressie

Bronnen: De verloskundige (KNOV), Thuisarts.nl, Trimbos-instituut