Voor oudersPersoonlijke verhalen

Jennifer beviel in coma van Vajèn, nu staat ze op de wachtlijst voor een harttransplantatie

 
privé
privé
 
Leestijd 3 minuten

Iedereen kon ruim twee jaar geleden op tv zien hoe Vajèn veel te vroeg werd geboren. Haar moeder Jennifer kreeg niks mee. Zij lag in een diepe coma, tot haar dochter haar een traan wist te ontlokken. Vajèn is geen zorgenkind meer, het is nu Jennifer die regelmatig naar het ziekenhuis moet, vertelt ze in het AD.

Lees verder onder de advertentie

'Over haar', zegt Jennifer Dik (30), wijzend op haar jongste dochter Vajèn, 'hebben we nooit zorgen gehad. Wel over mij'. Sinds de bevalling, waarvan heel Nederland getuige kon zijn via het tv-programma van de EO Handen aan de couveuse, gaat het niet goed met haar. 'Ik ben het ziekenhuis uitgekomen met een pacemaker. Daar ben ik driemaal aan geopereerd, omdat ie steeds wegzakte.'

Je ziet niet aan haar dat ze tobt met haar gezondheid. Zoals je omgekeerd niets merkt aan Vajèn, die met twee vingers van de arts werd gereanimeerd. Haar vader Bonito verdeelde zijn tijd in het Sophia Kinderziekenhuis tussen zijn vrouw op de intensive care, van wie het niet zeker was of ze uit de coma zou komen, en zijn dochter op de afdeling neonatologie, die veel te vroeg ter wereld was gekomen.

We spraken Jennifer twee jaar geleden toen Vajèn zes maanden was: 'Ze mocht voor één keer bij mij liggen. Als afscheid'

Lees verder onder de advertentie

Teken van leven

De ommekeer kwam toen Vajèn op de borst van haar 'afwezige' moeder werd gelegd. Hoewel in coma ontlokte de ontmoeting met haar baby Jennifer een traan, letterlijk een eerste teken van leven. Dat is nu allemaal bijna drie jaar geleden (de televisie-uitzending kwam pas maanden later).

Bekijk in de video hieronder het aangrijpende én ontroerende beeld van de bevalling van Jennifer, die werd vastgelegd door een camera van de EO. Tekst loopt verder onder de video.

Lees verder onder de advertentie

Vajèn eet met een vorkje stukjes banaan. Dat bakje gaat opzij wanneer ze naar de kerstboom loopt en op het grootste cadeau eronder wijst: dat is voor haar. Donkere lokken, blauwe ogen. Zoals haar moeder. 'Maar mijn haar is geverfd', corrigeert die. Op verzoek van de fotograaf fabriceert ze een aandoenlijke glimlach.

Anderhalf jaar op de wachtlijst

Het gaat hartstikke goed met Vajèn, vertelt haar moeder, maar van rozengeur en maneschijn is in huize Dik in Vlaardingen nu ook weer geen sprake. Al anderhalf jaar staat Jennifer op de wachtlijst voor een harttransplantatie.

'De wachttijd is gemiddeld drie, vier jaar. Voor mij is de kans op een match extra klein. Door de bevalling en de bloedtransfusies heb ik te veel antistoffen in mijn lichaam gekregen. Normaal regelt je lichaam dat zelf, maar bij mij weer niet.'

Lees verder onder de advertentie

Dat zijn van die dingen waaraan je merkt dat er iets met je is. Ik weet: er gaat nog veel heftigs komen

Jennifer Dik

Afwijking in DNA

Ze wist niet dat haar hart niet in orde was. Tot ze zwanger was en corona kreeg. 'Toen ging het zo snel fout. Ik heb er destijds zelf weinig van meegekregen. Het blijkt een erfelijke afwijking in mijn DNA. We hebben de kinderen laten testen. Ik vind het een wondertje dat zij het alle drie niet hebben.'

Haar herstel duurde lang. Jennifer: 'Ik lag in coma aan machines, met allerlei slangetjes in mijn lies. Daar heb ik last van mijn been gekregen. Ik krijg stents in mijn slagaders om die open te houden. Een eindje lopen? Lastig. Ik heb gelukkig een elektrische bakfiets − de beste aankoop ooit.'

Lees ook: Alles over erfelijkheid en genen

Lees verder onder de advertentie

Volledig afgekeurd

Door alle complicaties is ze volledig afgekeurd. 'Dat vond ik in het begin lastig. Ik werkte in de kinderopvang. Nu ben ik altijd thuis. Ik ben het type dat altijd aan staat. Ik doe alles, ga lekker met de meiden weg. Ik doe het, maar het gaat niet vanzelf.'

Door haar hart is het ziekenhuis nooit ver weg. Ook deze dag moet ze voor controle langs. 'Heel ons leven is veranderd. Het lijkt misschien niet zo, maar ik ben ongeneeslijk ziek. Als we weg willen, moet ik dat doorgeven aan het transplantatiecentrum. Dan heb ik extra medicijnen bij me en papieren waarop staat wat me mankeert, mocht ik in het buitenland in een ziekenhuis komen. Ik mag niet door controlepoortjes. Dat zijn van die dingen waaraan je merkt dat er iets met je is. En ik weet: er gaat nog veel heftigs komen.'