Voor oudersJij als ouder

Alle alarmbellen gaan af als Judie op vrije ochtend een appje krijgt: 'Shit, onze dochter heeft luizen'

Getty Images
Getty Images
Leestijd 5 minuten
Lees verder onder de advertentie

Dit zou míjn ochtend worden. Pas om 14.30 uur begon mijn avonddienst, de kinderen waren afgeleverd op school en crèche en mijn man werkte op kantoor. In mijn hoofd plannen makend als 'cappuccino drinken met boek' en 'misschien zelfs beginnen aan fotoalbum van 2019' loop ik een heerlijk leeg huis binnen. En dan. Het appje.

'Shit. Ze heeft luizen. Haal jij haar op?'

Ik geloof niet dat ik een keus heb.

Lees verder onder de advertentie

Tien minuten later sta ik, voor de tweede keer die ochtend, in de klas. Blikken van medelijden van drie luizenmoeders vallen me ten deel. 'Ik heb er maar één gezien', zegt de moeder die mijn kind pluisde. Ze kijkt er verontschuldigend bij. 'Hij sprong weg, dus ik kon 'm niet pakken.'

Wassen en kammen

Omdat ik nou eenmaal van het adviesvragende soort ben, doe ik wat ik altijd doe in stresssituaties: ik vraag anderen wat ik moet doen. 'Metéén in de shampoo. En daarna: kammen, kammen, kammen!' Kan ze daarna weer de klas in? 'Ja, maar die shampoo moet goed intrekken. Dus je bent er even zoet mee.'

2,5 uur later en zo'n 50 euro aan antiluizenmiddel plus luizenkam armer (maar dan heb je wel 'de Rolls Royce onder de kammen', staat echt op de verpakking), zit mijn dochter, grondig gewassen en doorgekamd, weer in de klas. En ik sla aan het googelen.

Lees verder onder de advertentie

Mijn advies: kammen, kammen, kammen

Geert-Jan Roebers Bioloog en auteur van het boek Hoofdluis

Online raak ik geïntrigeerd door de rijke variatie in luizenprotocollen van scholen in de stad Utrecht. Luizenzakken, beddengoed in de vriezer, meteen in de shampoo of eerst kammen: het komt allemaal voorbij. Maar wat is wijsheid?

Lees ook: Hoofdluis herkennen en bestrijden: deze middelen werken wél (en deze niet)

Ze voeden zich met (ons) bloed

Ik bel de Utrechtse bioloog Geert-Jan Roebers. Hij schreef jaren geleden al in zijn boek Hoofdluis dat luizenzakken en -capes helemaal niet helpen. 'Je ziet ze nog steeds, maar het is volksverlakkerij. Een schijnoplossing waar geld mee wordt verdiend.'

Lees verder onder de advertentie

Luizen gaan kruipend van hoofd naar hoofd, zegt Roebers. 'Daar voelen ze zich fijn, want daar kunnen ze zich voeden met ons bloed.' Op droge plekken, weg van de hoofdhuid, wagen ze zich zélden. Hij vergelijkt het met een boomkikker in het regenwoud. 'Als je die daar weghaalt en in de woestijn zet, gaat hij dood. Dat is met luizen ook zo.'

Twee weken kammen

Springen kunnen ze niet. 'Je krijgt ze puur van met hoofden tegen elkaar aan zitten. Denk aan kinderen die selfies met elkaar maken of flink stoeien. Natuurlijk kan er weleens één op een kledingstuk terechtkomen, en daar maximaal 24 uur overleven, maar dat is echt heel zeldzaam. Dat blijkt uit onderzoek.'

Geen capes dus, en ook geen reden om je huis te ontsmetten of beddengoed te gaan kookwassen. Maar wat dan wél? 'Mijn advies: kammen, kammen, kammen. Als je dat twee weken lang dagelijks doet, met een goede metalen kam, dan haal je in de meeste gevallen de luizen én neten er wel uit.'

Lees verder onder de advertentie

Nat kammen met crèmespoeling, maar ook droog kammen

Volgens Roebers werkt een combinatie van droog en nat kammen het best. Droog om te zien wat er (nog) zit, met het haar voorover, op een wit vel of tafelblad. 'Zo kunnen er al luizen uitvallen. Levende exemplaren herken je aan het feit dat ze, zij het langzaam, lopen.' Nat kammen, met crèmespoeling in het haar, zorgt ervoor dat de luizen minder grip hebben, waardoor ze zich weer makkelijker laten uitkammen.

Heeft Roebers nog tips tegen dwarsliggende kinderen? 'Zet je kind elke dag onder de douche en kam ondertussen. Dan gaat het vaak prima.' Al is dat geen garantie dat het ook gezellig blijft bij koters met enorme bossen krullend haar of een bovengemiddeld sterke wil.

O ja, ouders, kam ook uzelf als uw kind luizen heeft. Jong of oud, dat maakt een luis weinig uit.

Lees verder onder de advertentie

Middel met dimeticon

Harald Wychgel van het RIVM pleit ook voor grondig kammen, maar zegt dat een combinatie met een antiluismiddel ook een optie is. 'Wij raden dan een middel met dimeticon aan. Bij andere middelen hebben we eerder gezien dat luizen daar resistent tegen werden.'

Roebers vult aan: 'Je hebt twee types van die shampoo. Het ene werkt chemisch, met insecticiden. Dat werkt op de zenuwen van zo'n beest. Dat is niet meteen superschadelijk voor mensen, die middelen zijn gewoon getest, maar ze zijn ook niet helemáál fris. Zeker voor kleine kinderen of zwangere vrouwen. Middelen met dimeticon gaan geen chemische reactie aan, maar leggen een vetlaagje om de huid van zo'n luis, waardoor die verstikt wordt.'

Lees ook: Wendy en haar dochter hadden jeuk: 'Het was een zeldzame kriebelziekte, óf we hadden hoofdluis'

Lees verder onder de advertentie

Niet kopen: preventief spul

Er is nóg een categorie: shampoos die luizen zouden voorkómen. Volgens thuisarts.nl, waar onder meer het Nederlands Huisartsen Genootschap verantwoordelijk voor is, hoef je die sowieso niet te kopen. 'Het is niet zeker dat ze helpen. Het is ook niet zeker dat ze veilig zijn.'

Volgens het RIVM is twee weken lang dagelijks het natte haar kammen met een fijntandige kam 'waarschijnlijk even effectief als behandeling met antihoofdluismiddelen'. Roebers adviseert dan ook: hou het bij goed, grondig en langdurig kammen. Dan heb je die middelen niet nodig. 'Het gevaar is ook nog dat mensen denken dat kammen niet meer hoeft, omdat ze al luizenshampoo hebben gebruikt. Maar die shampoos werken niet goed tegen de neten.'

Met pet of hoofddoek in de klas

Dat mijn dochter na de vondst van één luis naar huis werd gestuurd, vindt Roebers overdreven. 'Sterker: ik pleit ervoor om kinderen wél in de klas te laten. Vertel de anderen wat er aan de hand is en zeg dat ze niet met hoofden tegen elkaar aan moeten gaan zitten. Een petje of een hoofddoek helpt ook tegen eventuele overlopers.'

Lees verder onder de advertentie

Roebers hoopt dat het stigma rondom de beestjes er ooit af gaat. 'We moeten er veel normaler over gaan doen. Als je meteen wordt weggestuurd, geeft dat kinderen het idee dat luizen vies zijn. Terwijl ze juist heel schoon zijn.'

De bioloog heeft duidelijk sympathie voor de beestjes. 'Ze poepen droog, omdat ze geen kliederboel van hun omgeving willen maken. Ze zijn hun omgeving relatief weinig tot last. Daar kunnen wij mensen nog wat van leren.'

Bij mijn dochter heb ik tot op heden zélf nog geen luis kunnen vinden. Maar we kammen vrolijk verder.

Lees verder onder de advertentie