Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
mom guilt

Inge begint elke dag met tijd voor haarzelf: 'Ik hoef er even voor niemand te zijn, behalve voor mezelf'

Voordat Inge en Jeroen aan kinderen begonnen leidden ze een onbezonnen, 'lekker egocentrisch' leven. Dat stond na een zware bevalling en gebroken nachten (en dagen) door reflux van hun zoon Pepijn (nu 2,5) behoorlijk op de kop en die ervaring veranderde de levenshouding van Inge.

Advertentie

Inge (34, hoofd inkoop) en Jeroen (29, customer succes manager) wonen samen met hun zoon Pepijn (2,5) in Beverwijk.

Vroege vogel

‘Weet je wat echt mijn favoriete moment is? Als ik om half zes de deur uit stap met mijn sportkleren aan, en dan naar boven kijk. De hemel die nog zo donker is, de kou op mijn huid. Heerlijk. Maar vooral geniet ik van de wetenschap dat iedereen nog slaapt, behalve ik.

Jeroen, mijn man, moet er niet aan denken zo vroeg op te staan. En Pepijn wordt nooit wakker voor half zeven. Ik hoef er dus even voor helemaal niemand te zijn, behalve voor mezelf. Dan haal ik drie of vier keer heel diep adem en kijk naar de sterren. En dan begin ik met hardlopen. 3 tot 7 kilometer, waar ik zin in heb. Als het weer te slecht is, ga ik naar de garage, waar ik een sportcentrumpje heb gecreëerd. Maar het liefste loop ik hard. Dat is het lekkerste wat er is.

Lees ook: Bewegingsdeskundige Esther van Diepen over weer gaan sporten na de bevalling

Vertragen

Zodra ik klaar ben met mijn rondje, neem ik de tijd om te journallen. Sinds een halfjaar hoort dat ook bij mijn routine. Ik ga altijd zo snel, ben vaak met honderd dingen tegelijk bezig. Door elke dag te schrijven in mijn dagboek, dwing ik mijn gedachten te vertragen. Ik ben nog in de ontdekkende fase en schrijf wat er in me opkomt.

Advertentie

Ik merk dat het me veel bewuster maakt van mijn keuzes. Laatst had ik bijvoorbeeld een vrijgezellenfeest. Ik hou heel erg van lekkere wijn, maar slaap daar wel slechter door. Dus nam mezelf voor dat nu anders te doen. Ik schreef op: “Ik mag alleen drinken als ik écht denk: lekker!” Ik heb die avond één moscow mule gedronken, en daar enorm van genoten. De volgende ochtend ging ik gewoon weer om kwart over vijf m’n bed uit, zonder kater. Zonder mijn journal had ik die extra cocktails wel genomen, dat weet ik zeker.

Hoop prikkels

Als ik klaar ben met schrijven, heb ik nog even tijd voordat de rest wakker wordt. Ik drink thee en maak alvast een klein ontbijt voor Pepijn, dat hij mag opeten in bed. Plakjes banaan met pindakaas, of vla met havermout. Ik haal ’m uit bed, zodat Jeroen ook rustig wakker kan worden. Hij kleedt Pepijn aan terwijl ik douche, en dan zijn we om half acht klaar en beneden. Even ontbijten samen, en dan snel door naar de opvang en ons werk.

Jeroen werkt fulltime in de IT, ik werk vier dagen als hoofd inkoop bij het UWV. Dat betekent dat ik leiding geef aan zestig mensen. Allemaal professionals die zich zelfstandig redden, maar het zijn wel zestig mensen die mij bellen als ze ziek zijn, hun kat overleden is of bij familieomstandigheden. Een superleuke baan, maar ook een hoop prikkels en verantwoordelijkheid.

Lees ook: Weer aan het werk na verlof? Onze tips voor de combinatie carrière en gezin

Bedankt Arie

Maar ik kan het aan, en dat heb ik toch wel een beetje te danken aan Arie Boomsma. Zo’n driekwart jaar geleden lag ik in bed naar een van zijn podcasts te luisteren. Hij is net zo’n sportfanaat als ik, en ik kan zo heerlijk wegdromen bij zijn stem. Deze keer had hij een gast in de studio, Tabe Ydo. Hij is coach en ondernemer en staat elke dag om half vijf op. Dan sport hij en voert verschillende rituelen uit. Eerst dacht ik: die is gek. Maar daarna: zou dát niet de oplossing voor mij zijn?

Advertentie

En ja, dat is het. Sinds ik zo vroeg opsta, voel ik me energieker dan ooit. Ik heb minder het gevoel dat ik geleefd word door m’n werk. Ik doe iets positiefs voor mezelf. Ik slaap goed. En belangrijker: ik word niet meer constant geplaagd door mom guilt.

Aanwezige moeder

Ik wist m’n hele leven al dat ik moeder wilde worden. En vooral ook wát voor moeder ik wilde zijn: een aanwezige. Mijn eigen moeder had een hoge functie en werkte zo hard dat we haar eigenlijk niet veel zagen. We waren altijd bij de oppas of bij onze vader.

Daar vonden we het heel fijn, dus erg was dat niet. Maar ik wist wel: ik ga het anders doen. Mijn moeder weet trouwens dat ik dit vind, en snapt het ook goed. Ze is een ongelooflijk lieve en betrokken oma, en we hebben een heel goede band.

Lees ook: 9x waar ouders zich schuldig over kunnen voelen

Egocentrisch leven

Mijn jeugd bestond voor een groot deel uit sport: waterpolo en hardlopen. Het zit echt in de genen: mijn beide ouders hebben vroeger ook op hoog niveau aan zwemmen en waterpolo gedaan. Ze hebben zelfs de Olympische Spelen gehaald. Zó goed ben ik nooit geworden, maar sport is nauw verweven met wie ik ben.

Ik sport het liefst elke dag. Nooit hoef ik mezelf te motiveren. Voordat Jeroen en ik aan kinderen begonnen, leidden we een onbezonnen, lekker egocentrisch leven. We hadden goede banen en een leuk huis bemachtigd, op een kilometer van het strand. ’s Zomers stopte ik na het werk een fles wijn in mijn tas en fietsten we naar zee.

Niet vanzelf

Maar niet alles ging als vanzelf. Zwanger worden lukte maar niet. Anderhalf jaar hebben we het geprobeerd; het begon mijn leven te beheersen. In het ziekenhuis werden we gelukkig serieus genomen. Het vonnis: een trage schildklier. Ik kreeg medicijnen, maar er gebeurde weer een halfjaar niets.

De laatste keer dat ik bij de gynaecoloog zat, moest ik ongesteld worden. We stonden op het punt om aan IUI te beginnen. “Ik zie je volgende week weer,” zei de gynaecoloog. “Of,” zei hij er achteraan, “misschien ook niet.” En hij had gelijk: het was raak. We waren door het dolle heen.

De zwangerschap verliep als een zonnetje. Ik had nergens last van en barstte van de energie. Pragmatisch als ik ben, was ik vooral bezig met opvang regelen. Ik vond een gastouder voor twee dagen per week. De overige twee dagen waren voor mijn ouders en schoonouders, en dan had ik nog mijn mamadag. Goed geregeld, dacht ik. Wij hebben ons leven, en straks komt daar een kind bij. Ook over de bevalling maakte ik me niet druk. Ik had een pufcursus gedaan, de rest zou ik wel zien.

27 uur lijden

Ik was vier dagen overtijd en we stonden in een kringloopwinkel. Ik voelde lichte krampen. “Ik denk dat het begonnen is,” zei ik tegen Jeroen. Thuis heb ik daarna nog hamburgers staan bakken. “Dit is goed te doen. Als dit zo doorzet, ga ik dat volhouden.” Famous last words.

Een paar uur later braken m’n vliezen. Weeënstorm, rugweeën: ik wist niet waar ik het zoeken moest. Ik riep tegen de verloskundige, die er inmiddels was, dat ik dit niet trok zonder pijnstilling. Helse uren volgden, waarin ik nog amper ontsluiting had en smeekte of ik naar het ziekenhuis mocht. Ik wilde een fucking ruggenprik, nu!

Ik kon totaal niet meebewegen met de weeën, ik was van top tot teen verkrampt. Achteraf begrijp ik wel waarom. Bevallen gaat om totale overgave, om meegaan in de pijn. Maar dat is moeilijk voor me. Sporters kunnen zich denk ik minder goed ontspannen, die willen controle. En misschien ben ik ook wel gewoon kleinzerig.

Het was in elk geval al drie uur in de nacht en ik was al vanaf zeven uur aan het lijden. In het ziekenhuis kreeg ik na lang aandringen eindelijk die goddelijke ruggenprik. Daardoor duurde het allemaal nog langer, maar ik voelde in elk geval geen pijn meer. Ook bij het persen bleek mijn sportlijf geen pre. Mijn benen waren zo sterk, zo gespannen, het leek wel een muur waar het kind doorheen moest.

Maar na een bevalling van 27 uur lag er ineens een jongetje met pikzwart lang haar op mijn borst. Ik voelde zo ongelooflijk veel liefde dat ik dacht dat ik uiteen zou spatten.

Lees ook: Zo verwerk je een traumatische bevalling

Geen drie uur stil

Aan de eerste twaalf weken denk ik niet graag terug. Vanaf het moment dat we het ziekenhuis verlieten, krijste Pepijn dag en nacht. Achteraf was het meteen al duidelijk dat het verborgen reflux was. Zijn mondje rook zuur en hij was rusteloos.

Pepijn rechtop houden, voeding indikken, anti-allergievoeding, hypoallergeen: ik heb van alles geprobeerd. Als je baby elke dag drie uur huilde was het erg, las ik online. Pepijn was hooguit drie uur stíl op een dag. Uitgeput lag ik rechtop met hem op bed. Maar na een paar uur slapen kwam dat maagzuur weer omhoog.

Zonder hulp

Natuurlijk wilde ik medicijnen, maar die worden zo lang mogelijk uitgesteld. Er is ook geen test voor verborgen reflux, dus je wordt lang aan het lijntje gehouden. We zaten er inmiddels doorheen. Kraamvisite hielden we af.

Hadden we maar om hulp gevraagd. Hadden we maar aan mijn ouders gevraagd om een keer op te passen. Maar nee, ik wilde alles zelf doen. Hulp vragen voelde als falen. Ik zie nu in dat dit niet zo is, maar toen stond ik in de overlevingsstand.

Eindelijk begrip

Met elf weken had ik ’s avonds weer eens drie uur lang met hem rondgelopen door het huis. Jeroen was naar waterpolotraining. “Ga maar,” had ik gezegd. “Ik red het wel.” Maar ik kón niet meer. Snikkend lag ik op de bank. Dit kind zal nooit naar de opvang kunnen, dacht ik. Ik kan nooit meer aan het werk.

Maar er kwam ook een strijdlust in me boven. “Ik ga morgen naar de huisarts,” zei ik toen Jeroen terug was. “En ik laat me niet meer wegsturen.” De huisarts zag ook dat het zo niet langer kon. Niet veel later kreeg Pepijn een pipetje in zijn mond leeggespoten. En er voltrok zich een wonder. Na een uur had ik letterlijk een ander kind: rustig, lief en tevreden.

Liever samen

Een week later was mijn verlof voorbij. Bijna elke seconde dat ik niet bij hem was, voelde ik me schuldig. En nog steeds, eigenlijk. Het is heel raar, want ik ben geen controlerende moeder. Hij mag suiker, hoeft niet elke dag strak op dezelfde tijd naar bed.

Maar ik mis hem direct als ik hem niet zie. Leg ik hem op bed, dan zit ik daarna op de bank fotootjes te kijken. Zelfs als ik onder de douche m’n haar sta te wassen – en dat duurt wel even met mijn krullen – kan ik me schuldig voelen als ik Pepijn hoor.

100% aanwezig

Ik zou absoluut niet willen sporten als Jeroen en Pepijn wakker zijn. Als ik niet werk, wil ik er honderd procent voor hen zijn. Alleen al daarom is mijn ochtendroutine de beste keuze die ik voor mezelf had kunnen maken.

Pepijn lijkt op zijn vader, innerlijk en uiterlijk. Net zo rustig, lief en zacht. Hij wil altijd knuffelen, en hij houdt niet van drukte en harde geluiden. Ik kan zo een uur met hem knutselen en kleuren. Heerlijk. Daar komt niks tussen.

En natuurlijk, ’s avonds begint dat slaapstofje wel te komen. Daar geef ik gewoon aan toe, om tien uur lig ik meestal wel te slapen. En zo eens in de twee weken blijf ik ook weleens liggen hoor. Laatst hadden we bijvoorbeeld een bruiloft: ja, dan slaap ik de volgende ochtend uit. Nou ja, uitslapen… Dat betekent dat ik tegelijkertijd met Pepijn opsta, om een uur of zeven.’

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. Tekst: Fleur Meijer. Fotografie: Brenda van Leeuwen

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.

De mooiste boeken over het moederschap:

Redactioneel – Offer – Eindelijk een goede nachtrust

Numsy

Eindelijk een goede nachtrust

White Noise producten
Bekijk hier