
Je eigen gevoel volgen als het gaat om je baby of de adviezen van experts: zo pak je het aan
Je bent net bevallen en hebt er, naast je kersverse baby, een uitgebreid pakket aan nieuwe regels bijgekregen. Niet in slaap voeden! Niet op de buik laten slapen! Niet bij jullie in bed! Maar wat als dit voor jouw baby wél werkt?
Als je net bevallen bent, kunnen de adviezen rondom slapen en bedjes, voeding en spenen en bijvoorbeeld de veiligheid in huis je een beetje overvallen. Je krijgt ze te horen van de kraamverzorgende, de verloskundige, het consultatiebureau en internet. En dan ook nog van de medewerker van de baby-megastore. Goedbedoeld, tuurlijk. Maar wel lastig soms, en nog lastiger: vaak spreken deze mensen elkaar tegen. Want er bestaan ook nog ‘verschillende stromingen’. Is hechting het belangrijkste, of veiligheid? Is het erg als je je baby bij je in bed neemt als dat de enige manier is dat je zelf nog wat slaap kunt pakken? En dan heb je altijd nog de oma of tante die roept: ‘In onze tijd sliepen alle baby’s op hun buik hoor!’ Terwijl andere mensen weer zeggen dat je je gevoel moet volgen… Hoe kun je zelf weloverwogen keuzes maken?
Nee, niet op de buik
Sommige richtlijnen zijn er natuurlijk niet voor niets, zoals die met betrekking tot wiegendood. En natuurlijk hou je je daaraan. Toch gaat het weleens anders in gezinnen. ‘We waren van plan om ons aan de voorschriften te houden,’ zegt Marijke. Bij haar tweede kind week ze er toch vanaf, haar jongste dochter had namelijk last van verborgen reflux. Marijke: ‘Bij reflux spuugt een kind de melk weer uit. Bij verborgen reflux slikt een kind het in.’ Omdat de baby steeds half stikte en slecht sliep, besloten ze na vier weken om de baby op haar buikje te leggen. Marijke: ‘Op het consultatiebureau zeiden ze: “Niet doen!” Maar een kinderarts zei dat het in haar geval wel kon. Zo kon de melk naar buiten stromen. Ik kom weleens ouders tegen die koste wat het kost de regels willen volgen. Ik zeg nu: je kunt beter kijken naar de omstandigheden.’
Nicoline van Voorst Vader is gepensioneerd kinderarts en bestuurslid van de Expertisegroep Wiegendood van de NVK (Nederlandse Vereniging van Kinderartsen). ‘Zo’n dertig jaar geleden werd de regel tégen de baby-buikligging ingevoerd,’ zegt ze. ‘Wij kinderartsen zeiden toen nog: “Wat een kul, alle kinderen slapen op hun buik.” Maar het aantal gevallen van wiegendood is wel teruggelopen van tweehonderd per jaar naar twintig. Er spelen meer factoren mee, maar de grote afname is toch te danken aan die regel.’ Ze ziet nu dat mensen tegenwoordig weer wat slordiger worden, juist omdat wiegendood niet vaak meer voorkomt. ‘Je kunt niet afdwingen dat mensen het goed doen. Het is wel handig om de achtergrond te weten van het advies om een baby op zijn rug te laten slapen. Er is echt veel en gedegen onderzoek naar gedaan.’
Veilig samen slapen
En ja, bij elkaar in bed slapen is een andere risicofactor, noemt ze er meteen bij. Diah is zelf arts, toch koos ze er op een gegeven moment voor om haar kinderen bij zich in bed te nemen. ‘Bij de eerste hebben we het zo lang mogelijk uitgesteld, bij de tweede waren we wat makkelijker. Ik ben regelmatig in slaap gevallen metmijn zoon aan de borst. Als je borstvoeding geeft, slaap je vaak lichter. Daardoor vond ik het veilig.’ Ze geeft toe dat ze er wel een dubbel gevoel over had. ‘Ik was me bewust van het wiegendood-gevaar. Het was niet uit recalcitrantie. Maar na onze eerste, die ons echt veel slapeloze nachten had bezorgd, gaf deze manier meer rust. Kind sliep, wij sliepen en dit voelde als een goede keuze op dat moment.’
Susanne Willekes is slaapcoach (sleepagency.com) en schreef het boek Slaap!. Ze zegt: ‘Wat je vaak ziet, is dat het samen slapen of een baby op zijn buik leggen, niet van tevoren is bedacht. Het kan ontstaan uit een soort wanhoop: als de baby niet wil slapen, of veel huilt. En slaapgebrek breekt iedere ouder op. Dan kun je soms minder weloverwogen beslissingen nemen.’ Misschien was er in bovenstaande gevallen wel sprake van een goede overweging. Maar, zegt ze: ‘Als je van tevoren bedenkt dat je je pasgeboren kind dicht bij je wilt hebben, kun je erover nadenken hoe dit veilig te doen. Room sharing is een optie, of een co-sleeper. Er zijn manieren om veilig samen te slapen. Vermijd sowieso dekbedden, kussens en knuffels rondom de baby, leg de baby niet tussen jullie in maar aan de kant van de moeder. En doe dit sowieso alleen als de moeder borstvoeding geeft en geen alcohol, drugs of medicijnen gebruikt.’ Er zijn verschillende stromingen: mensen die zeggen dat je je baby zo dicht mogelijk bij je moet houden, om goed te hechten. En de mensen die veiligheid voor alles zetten. Nicoline van Voorst Vader is van de laatste stroming: ‘Er zijn andere manieren om goed te hechten, je kunt ook níét op je telefoon kijken als je borstvoeding geeft, bijvoorbeeld. Je kunt ook overdag hechten.’
In slaap voeden
En hoe zit het met wat oudere baby’s, ‘verwen je die’ door ze bij je in bed te nemen, of in slaap te voeden? Het is van een andere orde, maar toch ook iets waar vaak voor gewaarschuwd wordt. ‘Mijn jongste dochter viel altijd in slaap met een fles kunstvoeding,’ zegt Emily. Het was ideaal, want ze huilde nooit en sliep goed; wel zo handig in een groot gezin. ‘We zijn lang doorgegaan met die fles, mede omdat het goed werkte. De fles was eigenlijk haar speen.’ In slaap vallen en in een bedje slapen is een aangeleerde vaardigheid, reageert de slaapcoach. Met andere woorden: vanaf vijf of zes maanden kun je een baby leren in slaap te vallen en door te slapen. En dat kan ook zonder voeding. Willekes zegt: ‘In slaap voeden, in slaap wiegen, bij jezelf in bed nemen, rondjes rijden met de auto, tien keer per nacht de speen erin stoppen – al die dingen kun je doorbreken, als je wilt. Een kind kan manieren vinden om zelf te léren in slaap vallen.’ Ze geeft voorbeelden: met een doekje of knuffeltje friemelen, zélf de speen leren pakken, hummen totdat ze slapen, met voetjes over elkaar wrijven, de spijlen van het bed vasthouden.
In haar coaching kan Willekes ouders helpen met deze ‘vaardigheid’ zodat er geen fles meer nodig is. ‘Ouders vragen me: ons kind slaapt bij ons in bed, is dat een slaapprobleem? Dat bepaal ik niet. Als ze zeggen: we slapen zelf voor geen meter, dan kan ik helpen met een oplossing. Verwennen kun je een baby de eerste acht of negen maanden niet, ook niet door op zijn huilen te reageren.’ Maar er is nog een reden waarom je misschien twee keer moet nadenken bij een avondfles. Emily’s dochter begon haar eerste tandartsbezoek al met verschillende gaatjes. Het wordt wel ‘zuigfles cariës’ genoemd, al is die term tegenwoordig niet meer zo bekend. Jaap Veerkamp is kindertandarts en heeft praktijken in Amsterdam en Rotterdam. Hij zegt: ‘In melk, ook in moedermelk, zit vier procent suiker. Een deel van de kinderen heeft hier last van, bij hen is het glazuur op de nieuwe kiezen nog niet sterk. Voordat de kiesjes stevig kunnen worden, worden ze al slechter door de melk die er ’s nachts bij zit. Dit proces gaat langzaam. Eerst zie je niks, na een tijdje storten de kiezen ineens in.’
Borstvoeding
Tot slot misschien een van de meest precaire onderwerpen: hoe voed je? En als je borstvoeding geeft, hoe lang dan? Uit onderzoeken blijkt borstvoeding de eerste zes maanden beter dan kunstvoeding. Het is goed voor de weerstand en gezondheid van de baby en voor de band met de moeder. Maar het kan niet altijd, het lukt niet bij iedereen, en moeders kunnen allerlei persoonlijke redenen hebben om anders te besluiten. Diah ging bij haar tweede kind door met borstvoeding totdat hij twee jaar oud was. ‘Ik kreeg blikken. Zo van: hij is al twee! Collega-artsen keken me soms gek aan en vroegen: waarom doe je dat nog steeds? Maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om het zo lang mogelijk te doen.’ Toen Esther op een goede dag in een locatiebus van haar werk op het toilet zat te kolven, wist ze dat dit de laatste keer zou zijn. ‘Ik zat in een heel klein hokje en er was maar één stopcontact, dus als ik de kolf daarin deed, ging het licht uit. Het was donker en koud. Dat was het moment dat ik dacht: oké, nu niet meer. Het was niet te combineren met mijn werk.’ ‘Het is altijd waardevol, hoe lang ook,’ reageert lactatiedeskundige Christine Bulsing. ‘Het advies is minimaal zes maanden, maar ouders vragen me soms: als ik drie maanden heb gegeven, is dat toch ook goed? In principe zeggen we: hoe langer hoe beter, je blijft namelijk antistoffen doorgeven. Maar als je na drie maanden stopt, waren die drie maanden mooi meegenomen.’ Moeders kunnen medische klachten hebben, een lagere pijngrens of een heel druk gezin, waardoor het lastiger is. Ze voegt toe: ‘Een goede moeder zijn valt of staat in elk geval niet bij de vraag hoe lang je borstvoeding geeft.’
Van de duizend ongeschreven en geschreven regels zijn sommige gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en voortschrijdende inzichten. Andere zijn ontwikkeld om je te helpen als moeder. Sommige ‘regels’ kun je best met een korrel zout nemen, maar dus niet allemaal. Het is goed om eerst onderzoek te doen, om in elk geval te weten waarom deskundigen bepaalde dingen aanraden en dan een weloverwogen keuze te maken. Niet uit paniek kiezen is misschien nog wel het belangrijkste advies, want er zijn altijd mensen die je kunnen helpen.
Een overzicht van aanbevolen richtlijnen door Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) aan ouders vind je hier.
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Pauline Bijster, beeld Stocksy.
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.