Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 

Dit kunnen we leren van tweelingouders: ‘Zorg voor jezelf en vraag om hulp’

Na die eerste schrik tijdens de echo, komt het besef; het zijn er twee. Maar betekent een tweeling ook dubbel zo veel liefde? Dubbel zo veel zorg en gedoe? En kunnen eenlingouders nog iets leren van ouders met een meerling?

Advertentie

‘Double the giggles. Double the grins. Double the trouble. When you’re blessed with twins.’ Het is een tekst die je op geboortekaartjes van tweelingen weleens voorbij ziet komen. Eenlingouder zijn is al bijzonder, maar een tweeling krijgen, als er opeens twee kloppende hartjes oplichten… Hoe ga je dat doen: twee kinderen van dezelfde leeftijd verzorgen, vertroetelen en opvoeden?

Lees ook: Alles wat je wilt weten over een tweelingzwangerschap

Overlevingsmodus

Laten we beginnen met de zwangerschap. Die is zwaarder, met meer lichamelijke klachten, zoals vermoeidheid, brandend maagzuur, kortademigheid, pijn en slaapproblemen. Tweelingen worden over het algemeen vroeger geboren en zijn kleiner en lichter dan eenlingen. En er is het grotere risico op complicaties.

Eenmaal geboren, yes dan heb je er meteen twee. ‘De eerste jaren kom je altijd armen, handen, oren en ogen tekort,’ vertelt tweelingcoach Paulien Perfors, zelf moeder van een tweeling. ‘Veel ouders zijn in het begin vooral bezig met overleven. Ze moeten continu twee kinderen verschonen, voeden en in bad doen. En wat doe je als je baby’s tegelijk huilen? Wie troost je dan eerst? Dat soort vragen worden door tweelingouders veel meer op een weegschaal gelegd, omdat ze bang zijn één kind tekort te doen.’

Lees ook: Babyuitzetlijst voor een tweeling: dit heb je nodig

Slaaptekort

Het gegoochel om twee kinderen te verzorgen en in een ritme te krijgen, is vermoeiend. Lang niet alle tweelingmoeders zitten de eerste maanden op een roze wolk. Drie weken na de geboorte van een tweeling vertoont bijna de helft van de moeders symptomen van een depressie, blijkt uit een Amerikaanse studie van Case Western Reserve University.

Advertentie

Dat heeft vooral te maken met het slaaptekort. Het voeden van een pasgeboren tweeling vraagt veel tijd. Niet alleen doordat het er twee zijn, maar ook doordat tweelingen vaker prematuur zijn.

Er zitten ook voordelen aan dubbele zorg, zegt Perfors. ‘Tweelingen leren al vroeg delen en op hun beurt wachten. Bovendien word je als ouder ontzettend creatief. Wij hadden een ingewikkelde constructie gemaakt van een kookspatel, een wipstoeltje en een kussen waar de fles op kon leunen, zodat we onze dochters tegelijkertijd konden voeden.’

Lees ook: Borstvoeding geven aan een tweeling, hoe dan?

Hechting

Het hechtingsproces tussen moeder en kind verloopt ook anders bij tweelingen, zegt ontwikkelingspsycholoog Coks Feenstra. ‘Als je één kind hebt, kun je je helemaal aan dat ene kind overgeven en verliefd worden. Bij een tweeling voelen moeders zich altijd opgesplitst.

Soms merken moeders dat ze makkelijker een band opbouwen met één baby, omdat deze bijvoorbeeld meer voldoet aan het plaatje dat ze vooraf in hun hoofd hadden. Hier voelen ze zich dan weer schuldig over: wat ben ik voor moeder?’

Advertentie

Toch is het heel normaal dat de hechting niet gelijk opgaat, aldus Feenstra. ‘Elk kind roept iets anders in je op. Uiteindelijk komt het altijd goed, weten we. Met beide kinderen bouwen tweelingouders een hechte band op.’

Splitsen: ja of nee?

Tweelingen hebben ook met elkaar een innige band. Feenstra: ‘Die band ontstaat al in de baarmoeder. Als een kind na de geboorte overlijdt, dan is er bij de overgebleven tweeling een leegte, een gemis. Na de geboorte voelen tweelingen zich een ‘wij’. Ze zijn hechtingspersonen voor elkaar. Als je er een weghaalt, gaat de ander huilen. Ook in spannende situaties, bijvoorbeeld bij het zien van een hond, zoeken ze elkaar op.

Natuurlijk ontwikkelen ze ook een ‘ik’, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat deze ontwikkeling in alle tweelinggroepen – het meest bij eeneiige tweelingen – langzamer verloopt dan bij eenlingen.’ Je moet dit niet forceren, vindt Feenstra. ‘Scholen splitsen tweelingen soms zodat ze hun eigen identiteit kunnen ontwikkelen. Maar dit gaat tegen de emotionele behoeften van een tweeling in. Het zou hetzelfde zijn als een pasgeboren baby meteen op een apart kamertje leggen, zodat het ook leert om zonder ouders te zijn. Uit alle onderzoeken blijkt dat tweelingen beter af zijn samen.’

Maar, zo nuanceert Feenstra, het moet altijd per tweelingkoppel worden bekeken. ‘In sommige gevallen is het wél beter, zeker als in hogere klassen bijvoorbeeld blijkt dat één kind wordt ondergesneeuwd door de ander. Of als kinderen zelf aangeven dat ze graag in verschillende klassen willen.’

Lees ook: Tweelingen: samen laten slapen of apart?

Kopiëren

De innige band die tweelingen hebben, brengt ook uitdagingen met zich mee in de opvoeding. Perfors: ‘Tweelingen steken elkaar aan in goed en slecht gedrag. Als je tegen één kind zegt dat ie niet op de bank mag klimmen, hoort de ander ‘bank klimmen’ en denkt: wat een goed idee en gaat het ook doen. Je moet ze dan ook altijd apart nemen als je ze ergens op wilt aanspreken, want anders heb je niet de volledige aandacht omdat ze met elkaar bezig zijn en elkaar beïnvloeden.

Ook hebben tweelingen meer onderlinge strijd en jaloezie. Neem je de een op schoot, dan wil de ander dat ook. Gaat de een iets doen met mama of papa, dan wil de ander ook mee, ook al was hij net zo leuk aan het spelen.’

Dubbel zo boos

In boos en opstandig gedrag kunnen tweelingen elkaar ook versterken. Dit wordt het tweelingescalatiesyndroom genoemd. Roos, moeder van Lisa en Lotte (3) herkent dat: ‘Als Lotte boos haar boterham met smeerkaas op de grond gooit, omdat ze liever pindakaas wil, ligt tien seconden later het bord van Lisa ook op de grond. Niet omdat ze haar brood niet lekker vindt, maar gewoon, omdat haar zus het ook doet.

Gelukkig bootsen ze elkaar ook na in positieve zin. Als de een haar groente netjes opeet, dan doet de ander dat ook.’ Het gekibbel van tweelingen kan vermoeiend zijn, maar heeft ook een positieve kant. Feenstra: ‘Kinderen doen veel ervaring op in onderhandelen en ruzies bijleggen. In hun sociale ontwikkeling hebben ze vaak een voorsprong.’

Samen spelen

Bepaalde dingen zijn voor tweelingouders makkelijker dan voor eenlingouders. Feenstra: ‘Tweelingen zitten in dezelfde fase van hun ontwikkeling. Als je met ze naar de speeltuin gaat, vinden ze dat vaak allebei leuk. Bovendien hebben ze altijd een speelkameraadje bij de hand. Eenlingen willen vaak de aandacht van de ouders, terwijl tweelingen elkaar vermaken.’

Lees ook: Tweeling- of duowagen kopen: waar let je op?

Perfors herkent dat: ‘Toen ik met mijn schoonfamilie een weekend weg was, hadden wij het rustiger met onze destijds driejarige tweelingdochters dan mijn zwager met kinderen van verschillende leeftijden. Hun kinderen hadden allemaal iets anders nodig, gingen op verschillende tijden naar bed. Terwijl onze meiden dezelfde routines hadden en elkaar prima konden vermaken.’

Wat Feenstra ook vaak hoort, is hoe bijzonder ouders het vinden om twee kinderen van dezelfde leeftijd te zien opgroeien. ‘De bijzondere band tussen tweelingen zorgt voor een extra dimensie. Er is niet alleen veel ruzie, maar ook veel liefde. Tweelingen troosten elkaar, voeren gesprekken met elkaar in bed en hebben soms een geheimtaal. Daar als ouder getuige van mogen zijn, is heel bijzonder.’

Twee individuen

Tweelingen mogen dan wel samen zijn ontstaan, toch is het goed om ze individueel op te voeden. Feenstra: ‘Hoe beter ouders in staat zijn om onderscheid te maken tussen hun kinderen, hoe beter dat is voor de ontwikkeling van het ‘ik’. Eenlingouders hebben hier meestal niet zo’n moeite mee. Maar tweelingouders hebben vaak onterecht het idee dat alles gelijk moet zijn. Als Jim op voetbal gaat, moet Jasper ook op voetbal. Maar misschien wil Jasper wel veel liever turnen. Het is de kunst om elk kind apart te zien: wat heeft-ie nodig?’

Perfors wijst hier tijdens coaching ook altijd op. ‘Geef je kind op jonge leeftijd mee dat hij een eigen individu is met een eigen tempo en eigen wensen en behoeftes. Als het ene kind nieuwe schoenen nodig heeft, betekent dat niet automatisch dat de ander ook nieuwe schoenen moet krijgen. En als de een toe is aan zindelijkheidstraining, forceer de ander dan niet om ook zindelijk te worden. Want misschien is hij hier nog helemaal niet aan toe.’

Vier het tweelingzijn

Je hoeft ook niet door te slaan in het individuele opvoeden. Feenstra: ‘Tweelingen, zeker de eeneiige, gaan qua ontwikkeling meestal redelijk gelijk op en willen vaak dezelfde kleren aan. Ouders vinden het ook leuk om hun kinderen hetzelfde te kleden. Je mag het tweelingzijn ook een beetje vieren. Geleidelijk aan gaan kinderen hun eigen wensen en verlangens vanzelf aangeven en ontwikkelen ze hun eigen smaak. Het is natuurlijk wel belangrijk om hiernaar te luisteren.’

Lees ook: Twinning is winning! En dit is waarom

Perfors: ‘Laatst sprak ik met een tweelingmoeder die zich schuldig voelde omdat één kind ’s nachts altijd bij haar in bed kroop. Ze vond het rot voor het andere kind dat gewoon doorsliep en deze knuffelmomenten moest missen. Ze had het idee dat ze moest compenseren door overdag meer met de ander te knuffelen. Ik zeg altijd: durf oneerlijk te zijn. Waarschijnlijk heeft de doorslaper minder behoefte aan knuffelen. Anders zou hij ’s nachts ook wel uit zijn bed komen.’

Hulp vragen

Waar Perfors ook op hamert is zelfzorg. ‘Zelfzorg is voor alle ouders belangrijk, maar zeker voor tweelingouders. ‘Als je als ouder je fijnste leven leeft, ben je ook de beste ouder voor je kinderen. Vaak zetten tweelingouders zichzelf op de laatste plaats. Ze zijn zo druk met praktische zaken als eten, drinken, wassen en slapen dat ze het stukje genieten helemaal kwijt zijn.’

Schakel hulp in, zodat je kunt opladen, is ook een advies van Feenstra. ‘We weten dat vaders van tweelingen vaak een actievere verzorgende rol op zich nemen. Ze zien wat voor enorme klus het is, dus gaan uit zichzelf meer helpen. Dat heeft ook invloed op de kinderen. Eenlingkinderen willen vaak door hun moeder worden getroost. Terwijl tweelingkinderen net zo goed naar hun vader hollen voor troost.’

Structuur

Met al dat georganiseer, dubbele werk, weinig slaap en twee baby’s tegelijk in de tropenjaren kunnen eenlingouders nog iets leren van tweelingouders. Als Feenstra in de Facebookgroep van de Nederlandse Vereniging van Ouders van Meerlingen vraagt om tips, krijgt ze veel reacties. Tips die Feenstra ook allemaal deelt.

Zo adviseert Kim eenlingmoeders om meer op hun partner te leunen. ‘Bij vrienden met één baby zie ik vaak dat de moeder veel werk naar zich toetrekt, terwijl het zo waardevol is om de partner net zo veel z’n ding te laten doen en een band te laten krijgen.’ Bij een tweeling móét je als ouders veel samen doen.

Marloes adviseert eenlingouders om vooral hulp te vragen. ‘Bij mijn eerste had ik heel sterk de drang om het allemaal zelf op te lossen. Bij de tweeling daarna voelde ik me veel vrijer om om hulp te vragen. Alsof het toen wél gerechtvaardigd was. Maar dat mag dus ook gewoon met één kind.’

Arabella geeft ook een interessante tip, want dankzij haar tweeling ontdekte ze de kracht van structuur. Hartstikke handig als je een tweeling hebt. ‘Bij ons eerste kind hadden we geen structuur. Ze was – achteraf gezien – het ‘lastigste’. Ze sliep slecht en was vaak overprikkeld. Bij onze tweeling waren we gedwongen om structuur te bieden. En dat hielp ons weer enorm bij onze laatste (eenling).’

Irene merkt nog iets anders op wat bij eenlingouders best wel vaak voorkomt én vrijwel niemand fijn vindt: mom shaming. ‘Tweelingouders zijn vaak lief en behulpzaam naar andere tweelingouders. Ze doen minder aan mom shaming, maar meer: “Ah ja, die fase ken ik nog. Dat was pittig.”’

1>Meer weten?

Tekst: Otje van der Lelij – Beeld: GettyImages

De leukste kraamcadeaus voor ouders van tweelingen:

Redactioneel – Offer – Eindelijk een goede nachtrust

Numsy

Eindelijk een goede nachtrust

White Noise producten
Bekijk hier