Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
Oudere broers zussen

Samen spelen, samen leren: ontwikkelen kinderen zich sneller als ze een oudere broer of zus hebben?

Zien eten, doet eten. Maar geldt dat ook voor lopen en praten? Oftewel: kijken jongere kinderen de kunst af bij hun oudere broers en zussen en ontwikkelen ze zich dus sneller?

Advertentie

Grote broer

Fien van de buren is elf maanden en loopt al. Logisch, want ze heeft een oudere broer. Daar heeft ze vast de kunst van afgekeken. Ook het feit dat hij al rondrende en kon voetballen, stimuleerde haar extra om die stapjes snel te zetten. Zo ongeveer moet dat zijn gegaan, toch?

Het is geen gekke gedachte, maar werkt het ook echt zo? In hoeverre beïnvloeden broers en zussen elkaars ontwikkeling? Heeft de oudste, het rolmodel dat alles beter kan, altijd meer zelfvertrouwen? En ontwikkelt de benjamin zich sneller? Of volgt ieder kind gewoon zijn eigen weg en kan het ook prima dat de jongste wél een laatbloeier is?

Lees ook: Broer of zus op komst? 8x zo kun je het aankondigen

Rijpende hersenen

‘Het klopt dat jongere broertjes of zusjes bepaalde dingen vlugger oppikken, maar dat betekent niet dat ze zich ook sneller ontwikkelen,’ vertelt ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet. ‘Dat komt doordat de ontwikkeling te maken heeft met de hersenstructuren die tijd nodig hebben om te rijpen.

Of je enig kind bent of opgroeit in een gezin van zes heeft op de rijping van het brein geen invloed. Een grote broer kan honderd keer het woordje ‘ook’ gebruiken, als het brein van zijn zusje nog niet zover is, neemt ze dat woord niet over.

Advertentie

Mijlpalen

Dat geldt voor meer ontwikkelingsmijlpalen. Bij alle kinderen begint rond de anderhalf jaar de woordenschatexplosie. Dat proces wordt niet versneld met een grote broer of zus in de buurt. Wel kan een jonger kind eerder dingen oppikken, mits hij eraan toe is.

Dat geldt ook voor het imiteren: een kind doet pas iets goed na als hij eraan toe is. Als een peuter thuis vaak het woord ‘helikopter’ hoort van zijn grote kleuterbroer die voertuigenfanaat is, dan kan het best zijn dat een peuter dat woord relatief snel zegt. Die is er vroeg bij, denken die ouders dan.’

Oefenruzies

Dat jongere kinderen sommige vaardigheden sneller oppikken, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. De benjamin van het gezin is op 3-jarige leeftijd een stuk socialer dan zijn oudere broer of zus op die leeftijd was. Hij vindt het makkelijker om snoep en speelgoed te delen en is gehoorzamer, maar tegelijkertijd ook opstandiger, omdat hij altijd tegen de groten moet opboksen.

Volgens de onderzoekers leren broertjes en zusjes van elkaar als ze samen spelen, waardoor ze sociaal gezien grote sprongen maken. Het gezin is het sociale laboratorium voor het leven. Kinderen kunnen er veilig oefenen met ruziemaken en het weer bijleggen, met onderhandelen en argumenteren, met winnen en verliezen. Op deze manier leren ze van elkaar.

Advertentie

Lees ook: Wat doet de rivaliteit tussen broer en zus met de ontwikkeling van een kind?

Ik ben er ook nog!

Voor oudere kinderen is het vaak even slikken, zo’n nieuwkomer in huis. Met de geboorte van een broertje of zusje worden ook rivaliteit en jaloezie geboren. Was je kind altijd het centrale middelpunt, opeens zit hij opgescheept met verplicht gezelschap. En dat gezelschap gaat niet meer weg en pikt ook aandacht in. Bijna alle kinderen vinden dat moeilijk.

Kinderen zijn heel gevoelig voor hoe hun moeder haar aandacht verdeelt, ontdekte ontwikkelingspsycholoog Judy Dunn in een onderzoek bij dreumesen. Krijgt een broertje of zusje meer aandacht, dan komt het groene monster in kinderen naar boven. Ze zetten dan alles op alles om de aandacht te trekken, goedschiks of kwaadschiks.

Dat kan gepaard gaan met rumoer en strubbelingen, maar juist daar leren kinderen van. In hun strijd om aandacht moeten ze namelijk inventief en creatief zijn. Wat kan ik nu weer bedenken om aandacht te krijgen?

Beter worden

De aandachtsstrijd kan ook een impuls zijn voor een kind om ergens zijn best voor te doen. Als de tekening van een oudere zus met enthousiasme wordt ontvangen, dan wil een jonger kind ook goed kunnen tekenen. Hij wil dat papa en mama ook trots op hem zijn en gaat oefenen en nog meer oefenen, waardoor hij vanzelf beter wordt.

Zo kan een kinderlijke strijd tussen broers en zussen het doorzettingsvermogen stimuleren. Voorbeelden genoeg van jongere kinderen die door hun enorme gedrevenheid de wereld hebben veranderd. Copernicus, Darwin, Benjamin Franklin: allen hadden ze een oudere broer of zus.

Lees ook: 10x het leukste speelhuisje voor buiten en wat je moet weten voor aankoop

Tijd en aandacht

Het lijkt dus een uitgemaakte zaak: jongste kinderen hebben met hun broer of zus een rolmodel. Gek genoeg ontdekten Britse wetenschappers nog niet zo lang geleden ook een tegenovergesteld effect. Kinderen met een oudere broer of zus lopen op veel fronten juist achter, was hun conclusie. Hoe meer broers en zussen, hoe groter de kans op een achterstand.

Volgens de onderzoekers ‘snoept’ een oudere broer of zus van de tijd en aandacht van de ouders die anders in het jongste kind zou worden gestoken. Klinkt ook logisch. In grote gezinnen hebben ouders vaak minder tijd om voor te lezen of samen spelletjes te spelen, en het zouden juist deze een-op-een-momenten zijn waar kinderen zo veel van leren.

Eén-op-één, graag

Het valt of staat dus deels met de aandacht die kinderen krijgen, zo lijkt het. Als de kleinste voldoende aandacht krijgt, wordt dit negatieve effect teniet gedaan, blijkt weer uit een andere studie. Jongste kinderen die worden betrokken in het gezin en voldoende aandacht krijgen van hun oudere broers en zussen, zouden zich prima ontwikkelen. Als de jongste wordt ondergesneeuwd of constant hoort dat hij zijn mond moet houden, werkt dat niet stimulerend.

Zelfvertrouwen

Toch wil Vervaet benadrukken dat het lastig is om hier iets algemeens over te zeggen. Een kind wordt op verschillende manieren beïnvloed. Een jongste kind kan veel leren van zijn grote broer en zus, maar kan ook gevoelens van minderwaardigheid en faalangst ontwikkelen, zeker als het kind sowieso al onzeker is.

Als een kind als jongste altijd verliest met Memory of Pim Pam Pet en daar misschien ook nog om wordt uitgelachen, dan is dat geen recept voor een gezonde portie zelfvertrouwen. Aan de andere kant kan het ook een stimulans zijn om júíst hard te werken en te knokken voor je positie: ik zal eens laten zien wat ik kan!

Lees ook: Kind met faalangst: wat kun je doen?

Opstandig

Andere jongste kinderen kiezen juist voor de opstandige weg: gaan jullie allemaal links? Mooi, dan ga ik lekker rechts. Een kwestie van karakter én van de opstelling van de ouders, zegt Vervaet: ‘Ouders reageren anders op een eerste kind dan op een tweede of derde, en dat heeft effect op de ontwikkeling.

Het feit dat ouders het allemaal al een keer hebben gezien en meegemaakt, speelt hierbij een rol. Bij het eerste kind worden alle mijlpalen nog joelend vastgelegd op camera. Terwijl bij de tweede vaak toch iets lauwer wordt gereageerd.

Ieder z’n plek

Het is misschien wel een van de moeilijkste onderwerpen in de ontwikkelingspsychologie om algemene conclusies over te trekken. Elk gezin is anders, ieder kind heeft een ander temperament. En de dynamiek tussen een 0- en een 2-jarige is heel anders dan die tussen een 2- en een 8-jarige.

Om te bepalen hoe de plek in het gezin je kind beïnvloedt, moet je goed naar je kinderen kijken. Knokken ze om aandacht? En welke strategieën gebruiken ze om zichzelf in de kijker te spelen? Wordt er een beetje neergekeken op de jongste of juist niet?

Hou daarnaast in je achterhoofd dat broers en zussen veel van elkaar leren, wat de situatie ook is. Of je kinderen nou knus samen een boekje lezen in de speelhoek of keihard strijden om het laatste chocoladetoetje, ze leren ervan. En ondertussen bouwen ze aan een stevig fundament voor de langstdurende relatie in hun leven, die met hun broer of zus.

Wel/geen broers en zussen

Het klopt dat broers en zussen veel invloed hebben op elkaar, omdat ze een groot deel van de tijd samen doorbrengen. Maar dat betekent niet dat enig kinderen iets mislopen. Alle hechte relaties hebben invloed op een kind, ook die met de ouders, opa’s en oma’s en vriendjes. Enig kinderen leren op andere manieren delen en samen spelen.

Harde conclusies trekken over kinderen zonder broers en zussen is al net zo ingewikkeld als iets zeggen over kinderen mét broers en zussen. Het is graven door een wirwar van onderzoeken die elkaar tegenspreken. Waar het wel op lijkt, is dat enig kinderen niet per definitie eenzamer zijn of slechtere vriendschappen hebben. Wel zouden ze over het algemeen slechter tegen hun verlies kunnen. Wat ook uit onderzoek naar voren komt: enig kinderen zijn gemiddeld iets intelligenter en doen het wat beter in de schoolbanken.

Lees ook: Onderzoek wijst uit: Enig kind is niet slechter af

Tekst: Otje van der Lelij – Beeld: Getty Images

Boeken over grote broer/zus worden:

Redactioneel – Offer – Eindelijk een goede nachtrust

Numsy

Eindelijk een goede nachtrust

White Noise producten
Bekijk hier