Uit een onderzoek van het Amerikaanse National Bureau of Economic Research uit 2015 blijkt namelijk dat kinderen uit grotere gezinnen slechter scoren op cognitief én sociaal vlak.
Weinig aandacht
Hoe groter de familie, hoe minder tijd ouders hebben per kind, zo redeneren de onderzoekers, en dat is niet goed voor hun ontwikkeling. Cognitieve vaardigheden als rekenen en schrijven gaan achteruit en ze hebben een grotere kans op gedragsproblemen. Kanttekening is wel dat de verschillen kleiner worden als er meer tijd zit tussen opeenvolgende kinderen.
Lees ook: Enig kind: gelukkig of ongelukkig?
Persoonlijkheidstesten
Chinhui Juhn, Yona Rubinstein en C. Andrew Zuppann onderzochten gegevens van 11.476 Amerikaanse kinderen tussen de 4 en 14 jaar oud. Ook namen ze persoonlijkheidstesten af. De resultaten van kinderen uit kleine en grote gezinnen werden vervolgens met elkaar vergeleken. De kinderen zijn getest op reken- en taalvaardigheden, de ouders is gevraagd hoe vaak ze hun kinderen voorlezen en hoe vaak ze hun kinderen helpen met het maken van huiswerk.
Minder hoog opgeleid
De slechtere scores gelden voor de korte én de lange termijn. Kinderen uit grote gezinnen scoren lager op taal- en rekentoetsen. Bovendien hebben ze vaker last van angsten, een gevoel van afhankelijkheid en hyperactiviteit. Na hun twintigste werden de proefpersonen nogmaals ondervraagd door de onderzoekers. Eenmaal (jong)volwassen blijkt de groep ook nog eens gemiddeld minder hoogopgeleid, minder te verdienen en vaker in de criminaliteit te belanden.
Lees ook: Waarom zijn sociale vaardigheden zo belangrijk?
Cognitieve en sociale vaardigheden
Jongens en meisjes kampen ieder met hun eigen problemen, zeggen de wetenschappers. Bij meisjes die er broertjes of zusjes bij krijgen gaan vooral de cognitieve vaardigheden achteruit. Bij jongens worden juist de sociale vaardigheden minder en ontstaan vaker gedragsproblemen (maar hun cognitieve vaardigheden blijven min of meer gelijk).
Opleidingsniveau moeder
Ook van invloed is het opleidingsniveau van de moeder. Is die minder hoog opgeleid, dan zijn de cognitieve gevolgen groter dan wanneer de moeder hoogopgeleid is. Andersom geldt dat de kinderen van hoogopgeleide moeders er slechter van afkomen op sociaal gebied. Als er een broertje of zusje bijkomt, dan is de kans groter dat de oudere kinderen zich gaan misdragen.
Auteur: Erandi Godinez – Bron: National Bureau of Economic Research – Beeld: GettyImages
Dit artikel verscheen eerder op Ouders van Nu.