
Steven Pont: 'Jij ging het héél anders dan je ouders doen? Hierom lukt dat niet altijd'
Je was vastbesloten: je zou echt nóóit zoals je eigen ongeduldige ouders worden. Totdat je jezelf op een dag op precies dezelfde geïrriteerde manier je kind de les hoort lezen. Hoe kan dat?
Steven Pont is ontwikkelingspsycholoog, gezinstherapeut en oprichter van opvoedplatform nul18.nl. Hij geeft een kijkje in de psyche van het kind.
Fantasie
Op de dag dat we horen dat we vader of moeder zullen worden, hebben we de meest fantastische ideeën over ons ouderschap. We stellen ons voor hoe we steeds alleen maar liefde voor onze kinderen zullen voelen en dat we met onze partner een fenomenaal en geduldig koppel zullen zijn, dat de stevige basis zal vormen van het mooie gezinnetje dat in aantocht is.
Lees ook: Aanstaand ouderschap, hoe denken jij en je partner daarover?
Omdat ik het zeg
En dan komt de klap van de realiteit. Je komt dingen in jezelf tegen die niet te sturen lijken. Zo had je je voorgenomen je stem niet te veel te verheffen, niet of weinig te straffen en geduldig op alles te reageren. Maar in de praktijk wordt je gedrag soms gekaapt door een deel van jezelf dat je minder onder controle hebt dan je zou willen.
Sommige ouders horen zichzelf tot hun eigen schrik bijvoorbeeld ‘Omdat ik het zeg!’ tegen hun kinderen roepen, net als hun eigen ouders ooit tegen hen deden, terwijl ze zichzelf nog zo plechtig hadden beloofd dat nóóit te doen. Wat is nou toch steeds dat kennelijk oncontroleerbare deel in me? Dat soms sterker is dan mijn rationele deel dat juist zo goed weet wat het wil, maar dat op de een of andere manier toch steeds faalt?
Lees ook: Neeltje leert grenzen stellen: ‘Ben ik echt zo begripvol, of vooral toegevend?’
In de houding
Ten eerste kun je je karakter een beetje tegen hebben en wat ongeduldiger dan andere mensen geboren zijn. Maar je kunt ook ongeduldiger zijn gemáákt, bijvoorbeeld door ongeduldige ouders die je een jaartje of achttien hebben laten zien waar je geduld voor moet kunnen opbrengen en waarvoor niet. En dat je het bijvoorbeeld meteen te horen kreeg als ze ook maar een minuutje op je moesten wachten. Je hebt dan al vroeg geleerd in de houding te springen om hun ongeduldige wrevel te voorkomen.
En dan komt die dag dat je als ouder een keer een minuutje op je eigen kind moet wachten. Dan ontstaat er een soort kortsluiting in je hoofd, want ouders wachten niet zonder wrevel. Dat heb je vroeger immers geleerd. Ook als je het best zou willen, blijkt het moeilijk om geduld voor je kinderen op te brengen als je ouders dat niet ook bij jou hebben gedaan. En dus roep je tot je grote schrik: ‘Omdat ik het zeg!’, en lijk je dus op je vader of moeder.
Lees ook: Van wie heeft ie dat karakter: als je kind anders in elkaar zit dan jij
Op repeat
Het is niet de bedoeling dat je je ouders nu dit artikel onder de neus duwt. Ook zij hebben wellicht geleerd om als iets naar het idee van hun ouders te lang duurde, in de houding te springen. En ze hebben dit later, toen ze zelf ouders werden, bij jou herhaald. Net als jij het nu soms weer bij jouw kinderen herhaalt. Het zijn krachten die op die manier door generaties heen gaan.
In je ongeduldige moeder woont dus nog steeds het meisje dat ze ooit was en dat zich tijdens haar jeugd aan haar ouders heeft aangepast. Ze is niet alleen maar de volwassen rationele vrouw die alles onder controle heeft. Net als wij onze kinderervaringen een leven lang met ons meedragen, doet zij dat ook nog steeds.
Dus alleen de mildheid kan ons redden. Mildheid voor de generatie voor ons omdat zij ook niet vers uit de doos kwamen toen ze onze ouders werden en mildheid voor de kinderen na ons, die weer met onze doorgegeven malligheden moeten zien te leren leven. En waarom mildheid daarvan de oplossing is? Nou gewoon, omdat ik het zeg.
Lees ook: Meer rust met mindful ouderschap: tips en tricks van een expert
Tekst: Steven Pont, Beeld: Getty Images