
Bevallingsverhaal: 'We halen alle trucjes uit de kast, maar de persdrang blijft uit'
Mariekes bevalling lijkt goed om gang te zijn gekomen, maar al snel wordt het geduld van verloskundige Ellen en de aanstaande ouders flink op de proef gesteld. Wat ze ook proberen, Marieke krijgt maar geen persdrang. Op naar het ziekenhuis dan maar, in de ambulance. Maar dan worden ze plotseling verrast...
Mariekes man Bas belde me twee uur geleden, en nu zit ik in hun slaapkamer met een kop thee. Alle spullen staan klaar, de kraamverzorgster is onderweg, en ik wacht geduldig. Bas ijsbeert wat heen en weer tussen zijn vrouw en de badkamer, terwijl Marieke knap de weeën wegzucht. Ze komen steeds vaker, worden steeds sterker en ik verwacht dat de bevalling niet lang meer zal duren. Het is lekker warm in de slaapkamer: heerlijk voor de baby straks. Naast het bed schijnt een klein lichtje, zodat ik Mariekes gezicht nog net kan zien.
Toucheren
Het is tien over vier ’s nachts, en ik geniet nog even van de rust, ik dommel nog net niet weg. Dan wordt er beneden zachtjes op de deur geklopt. Kraamverzorgster Francis is er. Ze wast meteen haar handen, zoals we allemaal de hele dag doen, en duikt de babykamer in om de laatste spullen bij elkaar te zoeken: een luiertje, de thermometer en het kraamboek. We fluisteren, zodat Marieke niet te veel wordt gestoord. Ons geduld wordt wel op de proef gesteld, want het duurt nog eens twee uur, vol sterke weeën, waarin er maar geen persdrang komt. Ook Marieke wordt het zat en samen besluiten we om weer te toucheren.
Het hoofdje blijft wat hoog in het bekken en daardoor is de ontsluiting nog niet volledig. Er is nu bijna negen centimeter en ik stel Marieke voor om op haar zij te gaan liggen. Dapper zucht ze zich door deze weeën, en na twintig minuten wil ze zelf op handen en knieën. Ze plast nog eens op de wc, wiebelt met haar bekken terwijl ze over de gang loopt… We halen alle trucjes uit de kast. Maar helaas, de persdrang blijft uit. De baby lijkt het allemaal prima te vinden, het hartje klinkt vrolijk door de kamer, maar Marieke wordt bijna wanhopig. Ik leg uit dat ik vind dat het lang duurt. De baby lijkt maar niet dieper te komen, waardoor de persdrang ook niet komt. Ik twijfel aan de kracht van de weeën en stel voor om spullen te pakken om naar het ziekenhuis te vertrekken. Ik bel de meldkamer voor een ambulance, want in een eigen auto lijkt me geen goed idee als de baby toch opeens geboren gaat worden.
Een perswee!
Nog geen kwartier later stappen twee grote mannelijke ambulancebroeders de slaapkamer binnen. Ik vertel ze op de gang hoe de situatie is. Verpleegkundige Frank knikt geruststellend en stelt zich voor aan Marieke en Bas. Hij vertelt dat de brancard in de gang staat en de auto klaar is om te gaan. Marieke stapt dapper uit bed en roept nog dat ze prima zelf kan lopen. Maar nog geen twee stappen later gromt ze het uit. Een perswee!
Verrukt kijken we elkaar aan: Francis en ik en de twee stoere mannen. Marieke gilt: ‘Hij komt!’ Ik vraag Frank en zijn collega om in de babykamer te wachten en help Marieke weer naar het bed. Ze heeft gelijk, want tussen haar benen zien we opeens haartjes! Weer een wee later wordt er een klein koppie geboren. Ik vraag Bas bij me te komen en samen helpen we het lijfje geboren te worden. Meteen vult de kamer zich met babygehuil. Sam is geboren! Tranen biggelen over Bas’ gezicht, en Marieke kijkt ons verbaasd aan. De twee ambulancemannen spieken om het hoekje. Francis en ik drogen de baby af, houden het bloedverlies goed in de gaten en als de placenta er ook is, vertel ik Frank en zijn collega dat ik het nu zelf verder red. Ze glippen nog even snel de slaapkamer in, bewonderen de blakende Sam en feliciteren Marieke en Bas. Marieke glimlacht van oor tot oor en bedankt ze voor hun komst. En grinnikt: ‘Dit is een leuk verhaal voor Sams plakboek!’
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.