
Lisa: ‘Met haar verleidelijkste blik keek ze me aan en zei: ‘Kaneel kijken?’’
Lisa’s zus heeft allerlei dieren: van papegaaien tot een kameel, die in de tuin staat. En vooral die laatste vindt Norah maar wat interessant. En indrukwekkend. Maar dan gaat het opeens niet goed met ‘kaneel’.
Mijn zus is een soort nooit opgegroeide Pippi Langkous. Bij haar in huis vind je een varkentje in de kinderwagen, goudhamsters in een poppenhuis en er ligt een papegaai te slapen op haar buik. Dat was al zo toen ik nog klein was. Ik ging er graag logeren, want er was altijd avontuur.
Indrukwekkende Drommes
Simcha en Norah staan ook te springen als we naar Brabant rijden om bij haar en haar dieren op bezoek te gaan. Norah verheugt zich op Muisje, de tamme rat die ze in een speciaal door mijn zus gemaakte draagzak om haar nek door het huis mag dragen. En op Drommes, de kameel die gewoon bij mijn zus in de achtertuin staat. Ze kan niet wachten om hem een handje voer te geven en te zien hoe hij langzaam dichterbij komt, zijn imposant grote hoofd langzaam naar beneden laat zakken om het eten met zijn beweeglijke lippen op te pakken en met veel slijm en spuug te verorberen. Zo heel dichtbij zie je goed hoe lief zijn ogen zijn met die lange wimpers. En als je zijn kop aait, voel je hoe zacht hij is. Norah vindt hem indrukwekkend, een klein beetje spannend, maar vooral geweldig. Als we er niet zijn, vraagt Noor eindeloos om filmpjes van hem. ‘Kaneel kijken?’
Nooit meer aaien
Ineens ging het niet goed met Drommes. Hij stond niet meer op. Mijn zus krijgt normaal alle aangereden, vergeten of zielige dieren weer springlevend. Als kind heeft ze zelfs weleens een opengereten kikker waar haar paard op was gaan staan dichtgenaaid en gezorgd dat hij weer vrolijk rondsprong, maar nu moest ook zij het uiteindelijk opgeven. Tegen ouderdom is geen kruid opgewassen. Een dag later liep Norah naar de kapstok, deed haar regenlaarsjes aan en pakte haar jas. Met haar verleidelijkste blik keek ze me aan en zei: ‘Kaneel kijken? Met de auto?’ Ik zakte door mijn knieën en probeerde Noor uit te leggen dat we niet meer naar hem toe kunnen. Op de plek waar hij altijd stond, ligt nu een enorme berg zand. ‘Drommes is dood, Noor. Net als Opa.’ Even was ze stil. ‘Wat jammer,’ zei ze. ‘Nou kan ik hem niet meer aaien.’ Ze hing haar jas weer aan de kapstok en schopte haar laarsjes uit.
Kaneel in de hemel
Die avond en alle avonden daarna kwam ze er voor het slapengaan op terug. ‘De kaneel is met de engel van mij naar de hemel gegaan. Nou kan ik hem niet meer aaien. Opa is ook met de engel van mij naar de hemel gegaan.’ ‘Ja, misschien zijn ze nu wel samen.’ Soms kruipen we nog even in de schommelstoel die naast haar bedje staat. Om naar een filmpje van Drommes te kijken. Naar hoe hij met mijn zus door het dorp wandelt. Hoe ze lachend tussen zijn bulten zit. En dat laatste filmpje toen ze toch weer hoop kreeg, omdat hij zijn kop weer even optilde. In de filmpjes kunnen we nog op bezoek. Bij de kaneel die naar de hemel is gegaan.