
'Niet benauwd, geen hoest, herhaal ik in mijn hoofd'
Naomi krijgt koorts, zou het corona zijn? Ze neemt het zekere voor het onzekere en verblijft in de logeerkamer.
Ineens voel ik een beurse pijn in mijn onderrug die doortrekt naar mijn hamstrings. Alsof er iets scheef is geschoten, of zo. Mijn eerste gedachte: ik moet even naar de fysio, maar anderhalvemetersessies vanaf een behandelbank gaan niet, dus dan maar hopen dat het overgaat. Sven en ik stappen op de fiets voor een rondje van tien kilometer door het Friese landschap, over lege paden, met onze kop in de zon.
Corona?
Die avond doet mijn hele lijf pijn, en ik heb het koud, tot kippenvel aan toe. Wat gek is, want ik lig onder een kleedje op de bank. Sven zegt: ‘Meet even je temperatuur.’ Dat heeft hij vandaag al vaker gezegd, want de koude rillingen begonnen een paar uur geleden al. 38.9 staat er op de thermometer. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik een hypochonder ben, dus je snapt wat ik meteen denk: het zal toch geen corona zijn? In mijn hoofd ga ik de checklist af die ik al zo vaak voorbij heb zien komen. Koorts: check. Benauwd: nee. Hoesten: nee. Ik app mijn ouders en het eerste wat ze vragen: ‘Ben je benauwd?’ Ik adem nog eens diep in. En nog eens. Ik heb wel zo’n gevoel op mijn borst, een beetje druk, een verhoogde hartslag. ‘Nee, maar ik ben wel nerveus,’ app ik terug. Niet benauwd, geen hoest, herhaal ik in mijn hoofd. Het geeft houvast, zolang ik dat niet heb, trek ik het wel. Denk ik. Ik wil nu alleen maar slapen, slapen, slapen en inmiddels knalt ook mijn kop uit elkaar.
Niemand aansteken
Er trekken negen trage dagen voorbij. Zodra ik wakker ben, adem ik eerst heel diep in: ben ik benauwd?Nee, gelukkig. Nog geen reden om bang te zijn voor erge corona-symptomen, als ik het al heb, maar dat weet je niet. Tweede handeling: paracetamol. Ik lig in de logeerkamer, want ik wil Sven en Kae niet aansteken. Sven brengt me ontbijt en dwingt me om in elk geval iets te eten. Niks smaakt lekker. Ik strompel naar de bank, even onder de dekens slapen, daarna onder dwang van Sven de benen strekken in de tuin. Ik probeer The handmaid’s tale te volgen, als de hoofdpijn het toelaat.
Voorbij
En dan, op dag tien, voel ik me ineens weer beter. Is het weg? En wat is er dan weg? Corona? Stiekem denk ik van wel. Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst griep heb gehad, ik ben nooit ziek. En dit was wel heel gek, zo heb ik me nog nooit gevoeld. Zo gesloopt. Tijd om in te tunen, mee te lopen in de vertraagde pas van de rest van het gezin. En in quarantaine te blijven om niemand te besmetten. Sven rommelt wat in de tuin, Kae crost voorbij op haar driewieler. En ik? Ik ga maar eens op mijn gemak een cake bakken.
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine.
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.