1. Winkeltje spelen
Nog even terug naar het 'winkeltje spelen', want dat is het eerste moment waarop je kind spelenderwijs leert over geld. Een belangrijk moment, want met wat zelfgemaakt geld (of echte euromunten) ontdekt je kind dat geld een ruilmiddel is, dat je geld krijgt als je iets verkoopt en geld moet geven als je zelf iets koopt. Je kunt daarom de eerste jaren niet vaak genoeg in de rol van kassière of klant duiken. Of eindeloos nepijsjes (ver)kopen.
2. Naar de supermarkt
Zodra je kind oog heeft voor cijfers is de supermarkt the place to be voor een wijze les over geld. Loop samen langs de schappen, vergelijk de verschillende prijzen en bekijk samen de kassabon. Welk product was het duurst? En waar heb je het minst voor betaald? Ook kan je kind in de supermarkt goed zien hoe het betalen gaat. Dat je zowel met contant geld, maar ook met digitaal geld – met een bankpas of contactloos met je mobiel – kunt betalen, oftewel pinnen.
3. Start met zakgeld
Het geven van zakgeld is de beste manier om je kind te leren over de waarde van geld. Volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) is zes jaar de ideale leeftijd om te starten met zakgeld. Dat komt omdat hij dan leert rekenen en lezen. Tip: maak van tevoren duidelijke afspraken over het zakgeld. Hoeveel krijgt je kind? Op welke dag? Wat mag je kind er wel en niet van kopen?
Je hoeft overigens niet meteen veel zakgeld te geven. Tot tien jaar is een bedrag tussen de een à twee euro voldoende. Zakgeld kun je namelijk het beste zien als 'leergeld'. Door geld uit te geven, ziet je kind dat het op kan raken. Maar je kind ontdekt ook dat je geld kunt sparen, zodat je er later iets duurders voor kunt kopen.
Stel eventueel samen met je kind een spaardoel op. Wat zou hij graag willen hebben? En hoeveel geld is hiervoor nodig? Zo'n plan helpt je kind om bewust geld te leren uitgeven en opzij te zetten.
4. Klusjes doen
Naast het geven van zakgeld, kun je eventueel ook geld geven voor klusjes. Denk aan het wassen van de auto, ramen lappen of het gras maaien. Zo leert je kind het direct verband tussen geld krijgen en een tegenprestatie leveren, en dat je hierdoor ook sneller bij je spaardoel kunt komen.
5. Betalen bij de bakker
Er komt een fase dat je kind het ineens leuk gaat vinden om te gaan betalen. En dan het liefst zonder jou. Juich dit moment vooral toe. Laat hem lekker de broodjes halen bij de bakker. Zo leert hij niet alleen hoe betalen in zijn werk gaat, maar krijgt hij ook inzicht in hoeveel je voor een bepaald bedrag kunt kopen.
6. Open een eigen betaalrekening
Na al het oefenen met contant geld, is het op een gegeven moment tijd voor een eigen betaalrekening. Met een speciale betaalrekening voor kinderen kun je je kind namelijk ook alles leren over digitaal geld. Stort het zakgeld (of een deel ervan) op deze rekening. Als jullie daarna voor het eerst gaan pinnen (tien jaar is een goede leeftijd) laat je hem zien wat er met het saldo op de rekening gebeurt. En dat ook digitaal geld kan opraken. Leer je kind ook direct hoe hij veilig pint en bankiert. Dat je de pincode altijd geheim moet houden en je betaalpas nooit moet uitlenen of rond laat slingeren.
Goed voor je kind, goed voor de wereld
Speciaal voor kinderen van 6 tot 12 jaar heeft ASN Bank de ASN Juniorrekening. Met deze rekening leert je kind veilig en verantwoord omgaan met een betaalrekening. Zo kan je kind zelf geld sparen, pinnen met een eigen betaalpas (met zelfgekozen pincode) en via een app kijken wat het saldo is. Er is een weeklimiet, rood staan mag niet én je kind krijgt rente over het saldo. Via ASN Online Bankieren of de app houd je als ouder een oogje in het zeil.
Extra fijn: met de ASN Juniorrekening doe je niet alleen iets goed voor (de ontwikkeling van) je kind, maar ook voor de wereld. ASN Bank zorgt ervoor dat jouw geld geïnvesteerd wordt volgens het duurzaamheidsbeleid, met respect voor mens, dier en natuur. Daarnaast werkt ASN Bank samen met maatschappelijke partners. Meer informatie vind je op asnbank.nl/duurzaam.
