'Al mijn hele leven weet ik: ik ga moeder worden. Dat is het plan, in elk geval. Mijn partner heeft ook een grote kinderwens. Omdat ik PCOS heb, weet ik dat ik me mag melden bij de huisarts zodra ik zwanger wil worden. Dat doe ik, en ik krijg ovulatie-inductiepillen voorgeschreven. De eerste ronde slaagt: ik ben zwanger.
Lees ook: PCOS en zwanger worden: hoe groot is de kans?
Een vroege miskraam
We zijn zó blij en zó verliefd op het leven dat voor ons ligt. Maar met zes weken zwangerschap ben ik aan het werk en begin ik te bloeden: een miskraam. Ik realiseer me plots dat zwanger worden én blijven helemaal niet vanzelfsprekend is.
Het verlies raakt me diep. Natuurlijk weet ik dat het kan gebeuren, maar ik had er niet bij stilgestaan dat het míj ook zou kunnen overkomen. Het verlies komt hard aan, en het duurt lang voordat ik weer een beetje lucht voel.
Leven van echo naar echo
Ik leef door op de automatische piloot, tot ik opnieuw zwanger ben. Ik ben voorzichtig blij en leef van echo naar echo. Alles blijft goed en mijn hoop groeit. Na het eerste trimester hoor ik dat het spannendste deel achter de rug is. Ik voel zoveel liefde en begin te dromen over ons leven als gezin. We organiseren een gender reveal voor vrienden en familie: we krijgen een meisje.
De volgende ochtend word ik wakker met wat buikpijn. Vast bandenpijn, denk ik. Ik verlies ook een beetje bloed. De verloskundige zegt dat het, zolang het bloeden stopt, geen reden tot zorg is. Gelukkig maar, want we vertrekken die dag op babymoon naar Turkije. De pijn zakt wat, maar op het vliegveld komt het in golven terug. Ik kan het niet plaatsen, maar voel dat het niet klopt.
Als we voorbij de douane zijn wordt de pijn erger; ik weet me geen houding te geven. Mijn partner brengt me, vol paniek en in een rolstoel, naar de EHBO op Schiphol. Daar blijkt dat ik weeën heb. Vervolgens zijn we met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en daar blijkt dat ik al 7 centimeter ontsluiting heb.
Lees ook: Dit zijn redenen om direct je verloskundige te bellen
Bevallen van een kind dat het niet overleeft
Ik hoor dat ik die dag zal bevallen, maar dat baby's onder de 24 weken in principe niet levensvatbaar zijn. Ik ga dus bevallen van een baby die het niet gaat halen. Toch hoop ik dat ik de uitzondering ben. Dat het nog stopt. Terwijl onze families naar het ziekenhuis komen, voel ik alles in me vechten.
Dan gaat het snel: ik moet overgeven, en door de druk die dat geeft, wordt mijn baby bijna geboren. Ik pers mee, en dan is ze daar: onze dochter. We noemen haar Nani: Hawaiiaans voor 'schoonheid'. Mijn lichaam heeft haar gefaald: ze heeft het niet overleefd.
De pijn is niet in woorden te vangen. Ik mag haar vasthouden. Ze is prachtig en zo compleet, alleen nog niet rijp genoeg om buiten mijn buik te leven. Ik blijf kijken of ze niet tóch ademt, maar dat doet ze niet. Als ze nog vier weken was blijven zitten, hadden ze misschien nog iets voor haar kunnen betekenen.
Lees ook: Miskraam verwerken: dit kan helpen
Afscheid nemen
We mogen kiezen: nemen we Nani mee naar huis op sterk water, of nemen we afscheid in het mortuarium en laten we haar cremeren? We kiezen voor dat laatste. In het mortuarium worden we zowel gefeliciteerd als gecondoleerd.
Ik waardeer het: we zijn namelijk ook ouders geworden. Er worden gipsafdrukken gemaakt van Nani's handjes en voetjes, we mogen haar aankleden en afscheid nemen. Ook onze familie krijgt de kans om afscheid van haar te nemen.
Niet alleen
Het is makkelijk om in verdriet te verdrinken, maar mijn familie en vrienden zorgen ervoor dat dat niet gebeurt. Vrijwel elke dag staat er iemand voor ons klaar. Nani is geboren in zo'n warme familie, en daar ben ik eeuwig dankbaar voor. Toch blijft het moeilijk te accepteren dat ik mijn dochter niet heb kunnen beschermen. Ik vraag me nog vaak af of ik iets anders had kunnen doen.
Lees ook: De impact van een miskraam: 'Vrouwen zoeken de schuld vaak bij zichzelf'
Wat mij betreft mag er veel meer aandacht zijn voor de symptomen van een dreigende vroeggeboorte. Zodat mensen er eerder bij kunnen zijn en de uitkomst mogelijk anders kan zijn. Met steun van mijn partner en gesprekken met een psycholoog probeer ik het verlies van Nani een plek te geven. Ze leeft voor altijd in ons hart.'