'Lio en Dani zijn vijftien maanden, maar hun gecorrigeerde leeftijd is dertien maanden. Dat merk je ook, ze zijn nog niet zover. Maar voor hun gecorrigeerde leeftijd doen ze het heel goed. Ze lopen langs de meubels, soms laten ze zich naar achter vallen en vallen ze op hun hoofd. Mensen zeggen weleens: 'Ah, makkelijk, een tweeling kan elkaar bezighouden' – maar ik moet ze continu in de gaten houden.
Tweelingdingen
Ik lees Het grote tweelingenboek, en dat is zo leerzaam. Er staat bijvoorbeeld in: 'Als de ene van de trap valt, verbaas je er dan niet over dat de ander volgt.' Deze week is Dani met zijn linkeroog op de punt van de kinderstoel gevallen. En ja hoor, daarnet was Lio aan de beurt – dezelfde stoel, dezelfde plek, ook bij zijn linkeroog.
Lees ook: Weetjes over tweelingen en meerlingen
Ik vind dit een hele leuke fase van de jongens, maar tegelijk ook moeilijk. Als ik de ene verschoon en de ander valt om, kan ik niet naar hem toe. En Dani heeft nu moeite met slapen, waardoor we veel met hem bezig zijn. Dan denk ik: arme Lio. Doe ik hem tekort? We zijn ook wel benieuwd hoe het was geweest met Mace, hun broertje die in mijn buik overleden is door het tweelingtransfusiesyndroom. Eigenlijk denken we er elke dag wel aan.
Verlatingsangst
Dani heeft nu last van verlatingsangst: dan mag ik niet bij hem weglopen als ik hem naar bed heb gebracht. Ik denk dat het weer de goede kant opgaat, maar in het begin ben ik weleens twee uur bezig geweest om hem in slaap te krijgen. Als het echt niet meer lukte, ben ik naast zijn bedje gaan liggen tot hij in slaap viel. Ik heb wel een paar keer meegehuild hoor, ik vond dat zo heftig.
De slaapjes overdag waren moeilijk, ik was letterlijk de hele dag bezig met ze in slaap te krijgen. Nu gaat het beter met Dani, maar begint Lio het een beetje te krijgen. Ik vind dat pittig. Mijn vriend Niels werkt als kraanmachinist in de haven en moet soms 's nachts werken, dus dan moet ik het alleen doen. Of hij wordt niet wakker als de kinderen huilen 's nachts. Soms geef ik hem weleens een stomp: 'Nu is het jouw beurt.'
Lees ook: Peuter met verlatingsangst? Dit werkt écht volgens experts
Verschonen is een strijd
De jongens staan om 7.00 uur op, dan krijgen ze een fles. Als Niels thuis is, doen we het samen; anders leg ik een tweelingkussen op bed, en probeer ik ze tegelijk een fles te geven. Maar dat wordt nu wel een strijd, omdat ze niet meer zo stilliggen. Als ik ze heb verschoond – ook een heel gedoe – gaan we naar beneden. Eerst spelen we, dan krijgen ze om 09.00 uur een boterhammetje en een fruithapje. Dat is vaak supergezellig. Daarna gaan ze naar bed voor hun eerste slaapje.
Olvaritpotjes
's Middags slapen ze van 15.00 uur tot 16.00 uur, en daarna krijgen ze rond 17.00 uur hun avondeten met Griekse yoghurt als toetje. We geven ze babyvoeding uit een potje. Daar was ik eerst zwaar op tegen, maar ik vond het zó veel werk om voor ze te koken. Eerst was ik bezig met wat ze aten, maar ze krijgen nu ook jam op brood. En als wij pannenkoeken eten, geven we hun dat ook. Ik stop alles in hun mond, zodat ze alles proberen.
Lees ook: Om deze reden is babyvoeding uit een potje niet slechter dan zelf koken
Relaxed
We hebben op zich een duidelijk dagritme, maar we zijn flexibel. Soms gaan de jongens eerder of later naar bed, net wat ze nodig hebben of hoe de dag loopt. We zijn continu bezig, maar we weten niet beter. Ik probeer veel van tevoren voor te bereiden, zoals tassen alvast klaarzetten. En ik neem altijd extra dingen mee: kleding, luiers, doekjes, een jasje of vestje. Al gaan we maar een kwartier weg, ik zorg dat ik altijd iets in de auto heb liggen.
Fulltime thuis
Ik ben 24/7 met Lio en Dani, dat is soms pittig. Tijd voor mezelf heb ik niet veel. Ik ga af en toe sporten, dat is mijn moment. Maar ik merk dat ik echt een dag voor mezelf nodig heb – maar dat is nog steeds niet gebeurd. Ik voel me bezwaard om mijn ouders te vragen, we proberen alles zoveel mogelijk zelf op te lossen. En ik vind het wel weer gezellig om thuis te zijn.
Ik heb wel een tijdje gezocht naar werk, maar ik voel dat het mentaal nog te zwaar is om aan het werk te gaan. Er komt vast wel weer een baan op mijn pad. Ik vind werken wel heel leuk en denk ook dat dat gewoon goed is voor mezelf, het sociale aspect en soms even een andere omgeving zijn. Daar blijf je wel een leukere mama van, denk ik.
Bang ze te verliezen
Ik merk dat het mentaal nog niet heel lekker gaat, door alles wat er is gebeurd. We hebben veel gepraat over het overlijden van Mace, maar we zijn op zo'n punt gekomen dat we niet meer echt de diepte ingaan. Ik ben een binnenvetter. Ik merk dat m'n lontje korter is, dat ik moe ben, veel droom en angsten heb.
Zo vind ik het moeilijk om met Lio en Dani in de auto te stappen – als ik weet dat we bijvoorbeeld naar m'n schoonouders gaan aan het einde van de week, ben ik die hele week al gestrest. Omdat ik bang ben ze te verliezen. 's Nachts word ik vaak wakker, dan wil ik toch even checken of ze nog ademen. Laatst had Dani een aanval met stuiptrekkingen, hopelijk was dat iets eenmaligs. Toen dacht ik: ik raak hem kwijt. Ik krijg dan een enorme stressreactie in m'n lichaam.
Mooiste wat er is
Niels en ik willen alle twee hulp van een psycholoog, zodat je wat lagen kunt afpellen voor je verwerking. Maar ondanks alle uitdagingen vind ik moeder zijn het mooiste wat er is. Je leert jezelf enorm kennen, en ook je partner. Ik vind het zo mooi om Niels als papa te zien, en hoe hij met de kindjes is. We zijn echt een team, we voelen elkaar goed aan.'
Marinthe vertelde ons begin dit jaar over het verlies van Mace, lees hier het interview terug.
De rubriek Spitsuur verschijnt iedere maandagochtend. Eerdere afleveringen vind je in het dossier Spitsuur.
Ook vertellen over jouw week? Mail oproep@oudersvannu.nl