
Vriendschap bij kinderen
Vriendjes zijn voor kinderen heel belangrijk. Door vriendschappen leren ze veel sociale vaardigheden. Ze krijgen inzicht in andere mensen, leren om zich in te leven en ze worden er weerbaarder door.
Vriendjes zijn eerst speelmaatjes
Een peutervriendschap is totaal anders dan de vriendschap tussen kinderen van een jaar of tien. Bij een peuter is het vooral belangrijk dat je hem laat wennen aan het spelen met andere kinderen. Echt spelen lukt pas op de kleuterleeftijd. Dan zijn vriendjes vooral ‘speelmaatjes’. Wordt je kind ouder, dan gaan vriendjes meer betekenen. Je kind leert door vriendschappen om met anderen om te gaan, hij krijgt inzicht in gedrag en gevoelens van anderen, leert delen, incasseren, grenzen aangeven, meeleven met de ander en het is goed voor zijn zelfvertrouwen.
Acht jaar: meer inlevingsvermogen
Rond hun achtste jaar krijgen kinderen in de gaten dat er in ieder hoofd iets anders omgaat. Dat mensen verschillende dingen denken en voelen. Het inlevingsvermogen groeit, en ook het besef dat een ander snapt wat er in jóú omgaat. Dat zorgt ervoor dat kinderen hun vrienden niet meer alleen kiezen op basis van ‘dezelfde dingen leuk vinden’, maar dat ze ook op zoek gaan naar vriendjes voor steun en begrip. Vrienden aan wie je echt iets kunt vertellen.
Vriendschap stimuleren
Sommige kinderen hebben één beste vriend, anderen hebben steeds een ander vriendje. Hoe je kind vriendschap invult, kiest hij zelf. Als ouder heb je daar weinig invloed op. Het enige wat je kunt doen is de vriendschappen stimuleren en steunen. Spreek uit dat je vriendschap heel belangrijk vindt. Heeft je kind weinig vrienden, dan kun je hem daarin proberen te helpen. Het gaat erom dat je kind ervaart wat vriendschap kan betekenen en zelf kan ervaren wie hij nu echt aardig vindt en waarom.