Artsen doen belangrijke ontdekking over wiegendood

Wiegendood, ook wel bekend als sudden infant death syndrome, is een loodzwaar onderwerp. Het is een term die wordt gebruikt bij het plotseling en onverklaarbaar overlijden van een ogenschijnlijk gezonde baby tussen drie weken en een jaar.

Er wordt heel veel onderzoek naar gedaan in de hoop het in de toekomst te kunnen voorkomen. Het onderzoeksteam van The Children's Hospital in het Australische Westmead lijkt een stapje dichterbij de oplossing. Uit recent onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat baby's die overlijden aan wiegendood iets belangrijks met elkaar gemeen hebben: ze hebben minder van het hormoon orexine in hun hersenen.

Zuurstof

Orexine heeft een belangrijke functie bij baby's: het zorgt er bijvoorbeeld voor dat ze omrollen wanneer ze niet genoeg zuurstof krijgen (wat kan gebeuren als ze op hun buik slapen). Het is ook een hormoon dat voor slaapapneu kan zorgen.

Minder Orexin

Voor de studie werden 46 baby's onderzocht, waarvan er 27 waren overleden door wiegendood. De baby's die waren overleden bleken 20% minder orexine in hun lichaam te hebben dan de rest van de baby's.

Normale hoeveelheid

Hoofdonderzoekster Dr. Rita Machaalani laat aan de The Daily Telegraph weten dat zij en haar team nu aan het onderzoeken zijn wat de ideale hoeveelheid van orexin precies is. 'Als we kunnen bepalen wat de normale hoeveelheid is bij pasgeboren baby's dan kunnen we in de toekomst beter bepalen welke baby's een groter risico lopen op de wiegendood of slaapapneu.'

'Grote doorbraak'

Volgens Alexandra Martiniuk van The George Institute for Global Health zijn er ook andere oorzaken die kunnen zorgen voor wiegendood. Toch is het onderzoek volgens haar een grote doorbraak. 'Voor zover ik weet is er nog nooit een biologische oorzaak aangewezen voor wiegendood. Het ging altijd om omgevingsfactoren die een rol zouden spelen bij wiegendood.'

Bron: Goodhousekeeping – Foto: Shutterstock