
Frederik en Shan Kai vonden een eicel in Amerika en een draagmoeder in Canada: 'We zijn oneindig dankbaar'
Shan Kai en Frederik waren jaren bezig om hun ultieme wens te vervullen: samen een gezin hebben. Dankzij een eicel uit Amerika en een draagmoeder in Canada kregen ze een zoon: Andreas.
Frederik (41, mkb investeerder) en Shan Kai (37, impact investeerder) wonen samen met hun zoon Andreas (2) in Amsterdam.
Een emotioneel gesprek
Shan Kai: ‘Vier jaar geleden kochten we ons huis, een echt grotemensenhuis met een tuin. Toen waren we al bezig om een kind te krijgen, maar we wisten niet zeker of het zou lukken. Tijdens het bieden op die woning vroeg Frederik: “Ga jij ook met z’n tweetjes gelukkig zijn in dit huis?”
Daarop volgde een emotioneel gesprek, want ik kon daar gewoon geen ‘ja’ op zeggen. Mijn kinderwens was zo groot dat mijn geluk ervan afhing. Tijdens onze eerste date vroeg ik al aan Frederik of hij kinderen wilde. Ik ben namelijk erg van de planning en ik wist dat ik een gezin wilde. Het leek me zo mooi om een klein persoontje wegwijs te maken in de wereld.’
Frederik: ‘Terwijl ik nooit echt had nagedacht over vader worden, maar ik had altijd wel het gevoel dat ik dat ooit zou doen, alsof het vanzelfsprekend was. Pas toen ik in het traject belandde om een kind te krijgen met een man, realiseerde ik me hoe ongelofelijk ingewikkeld dat is.’
Lees ook: Homoseksueel ouderschap, hoe zit dat?
Op onderzoek
Shan Kai: ‘Na onze bruiloft begonnen we onze kinderwens te onderzoeken. We wisten dat we een kind wilden, maar hoe? We hebben eindeloos veel koffie gedronken met stellen die geadopteerd hadden, koppels die co-ouderschap met de moeder of moeders van hun kind hadden en met ouders die een draagmoeder gebruikt hadden om hun kind te krijgen.
In die ‘research-fase’ kwamen we erachter wat bij ons paste. Co-ouderschap met een vrouw of een lesbisch stel viel af omdat we ons kind graag fulltime bij ons wilden hebben. Draagmoederschap sprak ons aan omdat het zo’n positief traject is: iedereen doet het om te helpen, ze willen bijdragen aan jouw droom.’
Bekende genen
Frederik: ‘Ik vond het belangrijk dat ons kind de genen van één van ons had, zodat het ‘bekend’ is. Bij adoptie heb je dat niet en dat vind ik een nadeel. Zelf verloor ik op mijn twintigste mijn vader en nog steeds denk ik vaak: zou ik dit van hem hebben? Je wilt bepaalde karaktereigenschappen plaatsen.
Dat we niet allebei genetisch gelinkt zijn aan Andreas vind ik niet erg. Ik heb zelf een surrogaat-vader, oom Jaap. Die leerde ik pas kennen op mijn vijftiende, maar volgens Kai heb ik zijn manier van praten, zijn mimiek. Ik heb dankzij oom Jaap aan den lijve ondervonden dat je onvoorwaardelijke liefde en een sterke band kunt hebben zonder dat genetische verwantschap.’
Lees ook: Stiefmoeder of -vader zijn: hoe ga je daarmee om?
Eitje uitzoeken
Shan Kai: ‘We hebben bewust voor open donatie gekozen. Dat betekent dat onze zoon Andreas later altijd contact kan zoeken met de eiceldonor. We werden aan haar gekoppeld door een ivf-kliniek in Amerika, die we vonden op de Men Having Babies-beurs in Brussel. De eiceldonoren zijn vooral studenten, jonge vrouwen. Ze worden uitgebreid gescreend en psychologisch bijgestaan, ze weten wat het inhoudt om hun eitjes af te staan.
Wij mochten op basis van dossiers een eiceldonor uitkiezen. Je leest dan wat hun medische geschiedenis is, dat vond ik het belangrijkste, maar er staat ook informatie over hun karakter en zelfs hun schoolresultaten. Aangezien ik nogal van het overzicht ben, hebben we een Excelsheet gemaakt met de kandidaat-eiceldonoren.’
Frederik: ‘Ik vond ook uiterlijk belangrijk en dat ze slim was. Dat klinkt misschien gek, maar realiseer je dat we nou eenmaal mochten kiezen. Je moet érgens op selecteren en het is niet alsof we eigenschappen voor ons kind uitkozen. Het ging puur om de eiceldonor, die je toch op basis van iets moet kiezen. Toen we onze eicel-donor hadden gevonden, werden met haar eitjes en ons zaad embryo’s gemaakt. Die lagen ingevroren in de kliniek te wachten totdat wij een draagmoeder hadden.’
Wachten op een draagmoeder
Shan Kai: ‘Via een kliniek in Canada – waarmee we ook op die beurs in contact waren gekomen – gingen we op zoek naar een draagmoeder. Canada sprak ons aan omdat je daar alleen op altruïstische basis draagmoeder mag zijn, dus niet voor het geld.
Een draagmoeder vinden is ontzettend lastig, ook al helpt de kliniek. Dat komt doordat er veel meer emotie bij komt kijken dan bij de eiceldonor. De draagmoeder moet immers negen maanden lang je kind dragen en bevallen, daarvoor heb je een stevige vertrouwensband met elkaar nodig. Als je partner zwanger is, kun je elke avond even haar rug masseren en vragen hoe het gaat. Bij ons zou er een oceaan zitten tussen ons en de vrouw die ons kind droeg. Vertrouw je dat ze zichzelf – en daarmee je baby in haar buik – al die tijd goed verzorgt?
De database met draagmoeders is niet groot, mondjesmaat kregen we kandidaten doorgestuurd. Kelsey was de derde vrouw met wie we contact hadden. Zij was al eerder draagmoeder geweest en wist wat het inhield. Ze had zelf vier kinderen, was stabiel en het klikte.’
Lees ook: Draagmoederschap: wat mag en wat niet?
Superpower
Frederik: ‘Kelsey was geen draagmoeder voor het geld, dat mag dus niet in Canada, maar de onkostenvergoeding speelt wel een beetje mee. Verder is het voor die vrouwen ook een avontuur. Ze hebben altijd zelf al een gezin – dat is een vereiste – en wonen vaak in de middle of nowhere. Ze hebben meestal geen carrière en zien het draagmoederschap als een bijzondere ervaring.
We hebben Kelsey halverwege de zwangerschap naar Amsterdam gevlogen en meegenomen naar Parijs, daar had ze altijd al heen gewild. Ik denk dat het draagmoederschap haar oplevert dat ze zich speciaal voelt. Zo schreef ze eens op Facebook: “I am a surrogate, what’s your superpower?”
Fascinerend en een beetje klinisch
Shan Kai: ‘De embryo werd in de kliniek in Amerika geplaatst. Ik zat op dat moment in Azië en Frederik voor werk in Kenia. We waren dus vanaf drie verschillende continenten een baby aan het maken. Via Facetime keken we met ingehouden adem mee op het scherm. Het is een moment waar je al zo lang naar uitkijkt. Mooi en ontroerend, maar ook fascinerend en een beetje klinisch.
Een draagmoederschapstraject gaat gepaard met veel ups en downs en duurt erg lang, daarom is het belangrijk dat je je niet snel uit het veld laat slaan. Dat maakt dat wij niet meteen stonden te juichen als we een stapje voorwaarts gingen maken. Ik denk dat dat gevoel bij mij op het moment van terugplaatsen nog een beetje meespeelde. Maar gelukkig ging het goed: we waren zwanger.’
Baby on board
Frederik: ‘We hadden een appgroep met Kelsey die ‘Love’ heette en er was bijna dagelijks contact. Maar die negen maanden waren voor ons niet genieten, we waren echt aan het wachten op de finish, het moment dat we ons kind in onze armen zouden houden. Tot die tijd maakten we ons vooral veel zorgen, vooral de laatste maand was heftig. Kelsey vond het zwaar, had allerlei klachten en was depri. Midden in de nacht stuurde ze appjes dat ze zich zo rot voelde. Dan zit de draagmoeder wel erg ver weg.’
Shan Kai: ‘We hadden vliegtickets naar Canada geboekt voor een paar weken voor de uitgerekende datum. Omdat Kelsey het best zwaar had in de laatste maanden, had ze ervoor gezorgd dat de bevalling al opgewekt zou worden op de dag na onze aankomst.
Het meest vreemde was om van tevoren te bellen met de KLM en uit te leggen dat je graag tickets wilt boeken voor twee volwassenen op de heenweg en twee volwassenen plus een baby op de terugweg. Met koffers vol rompertjes en flesjes en een lege kinderwagen checkten we in op Schiphol, dat is ook heel gek.
Lees ook: Handig! Dit is onze complete checklist voor de baby uitzetlijst
Verkeerd om
De bevalling hadden we helemaal doorgesproken en ik zou Andreas opvangen als hij eruit kwam. Maar dat ging niet door, want hij lag in stuit.’ Frederik: ‘Je voelde de sfeer in de kamer veranderen toen de arts zei dat de baby verkeerd om lag.
Toen Andreas geboren werd, hield iedereen z’n adem een paar seconden in. Vervolgens begon Andreas te krijsen: nieuw leven. Dat was zo emotioneel, ik gun het iedereen om zoiets bijzonders mee te maken, zo waanzinnig was het.’
Meteen vader
Shan Kai: ‘Ik hield Andreas vast en voelde me meteen vader. Eindelijk kon ik die gevoelens kwijt die ik al zo lang had. Die eerste nacht sliepen we in het ziekenhuis op een kamer met Andreas, Kelsey lag in de kamer ernaast. Van de opwinding heb ik geen oog dichtgedaan, ik heb alleen maar naar hem gekeken. We hadden er zo lang naar uitgekeken, veel langer dan negen maanden. Ik voelde me oneindig dankbaar. En tegelijkertijd was het ook: holy moly, nu moet ik voor hem zorgen.
De volgende dag hebben we met Kelsey foto’s gemaakt en heeft ze Andreas vastgehouden. Ze was heel respectvol dat het nu ons kind was, ze gunde ons de ruimte om onze rol te pakken. Ze vond het wel fijn dat het afscheid in het ziekenhuis niet een definitief vaarwel was. In de twee weken daarna hebben we elkaar nog een paar keer gezien. Wij zaten toen in een appartement in Canada.’
In een bubbel
Frederik: ‘We hadden geen kraamzorg of familie om ons te helpen, maar Kai had alle babyverzorgingsboeken gelezen die er maar zijn, dus hij wist precies wat we moesten doen en het ging hartstikke goed. Het was die weken verder heerlijk om in een bubbel te zitten, zo met z’n drietjes in dat appartement in Canada.’ Shan Kai: ‘Ondertussen woedde er een sneeuwstorm en lag er buiten een dik pak sneeuw.’
Warm bad
Frederik: ‘Na drie weken vlogen we naar Nederland, een vlucht van zo’n tien uur. Best spannend, maar gelukkig was de crew superaardig: zo’n jonge baby zagen ze maar zelden aan boord.’ Shan Kai: ‘Toen we na de landing bij de bagageband kwamen, zagen we achter het raam onze familie en vrienden.
Glimmend van trots hield Frederik ons piepkleine baby’tje omhoog voor het glas. Dat was een heel emotioneel en intiem moment. Eindelijk ‘thuiskomen’, we waren zo blij om iedereen te zien en aan te komen in zo’n warm bad van liefde en vertrouwdheid. Natuurlijk stonden onze moeders op de eerste rij, de oma’s konden niet wachten om Andreas vast te houden.’
Een tweede kind
Shan Kai: ‘De eerste maanden was ik vrij van mijn werk om voor Andreas te zorgen. Het was coronatijd en ik maakte eindeloos wandelingen door een uitgestorven stad met Andreas in de draagzak, heel mooi was dat.’ Frederik: ‘Inmiddels is Andreas een peuter van bijna 3 jaar en we genieten intens van hem. Hij is sociaal en vrolijk. Aan draagmoeder Kelsey appen we regelmatig updates en foto’s. Kai is wat meer van de babytijd, ik vind het steeds leuker worden naarmate Andreas groter wordt en er steeds meer interactie is. Als hij blij is, laat hij dat merken door me een kusje te geven, zo lief.’
Shan Kai: ‘We zouden graag een tweede kind willen. We hebben nog embryo’s, het is alleen heel ingewikkeld om een draagmoeder te vinden. We hadden heel graag gewild dat Kelsey het nog een keer deed, maar na vier kinderen van zichzelf en twee keer draagmoeder zijn, voelde ze dat haar lichaam toe was aan retirement, zoals ze zelf zei, pensioen dus.
Moeilijk en onbekend
Draagmoeders in Canada zijn nu nog schaarser sinds we op zoek waren voor Andreas en in Nederland is het bijna onmogelijk iemand te vinden omdat je hier geen oproep mag plaatsen. Als je toevallig iemand kent die het wil doen, is het toegestaan, maar een advertentie zetten is verboden en er zijn geen bemiddelingsbureaus. Dus hoe vind je ooit een draagmoeder?
Het voelt oneerlijk dat het in Nederland een politieke keuze is om draagmoederschap zo moeilijk en onbekend te maken. Terwijl je het als overheid heel zorgvuldig zou kunnen toestaan. Begin 2023 zal er een nieuw wetsvoorstel worden voorgelegd aan de Tweede Kamer en ik hoop van harte dat dat het allemaal wat makkelijker gaat maken. Wij gunnen namelijk iedereen de kans om ouder te worden.’
Frederik: ‘Innig geluk geeft het ons. Onbetaalbaar zijn de momenten dat ik Andreas ophaal van de crèche en hij blij in mijn armen vliegt. Of dat ik door de stad fiets met Andreas voorop en hij zijn kleine armpjes in de lucht steekt en heel hard roept: “Jaaaaaaaaa!”.’
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. Tekst: Eva Munnik, Fotografie: Brenda van Leeuwen
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.