
Verslikken en verstikking
Verslikken of zelfs verstikking: het is flink schrikken voor je kind en voor jou. Toch kan het zomaar gebeuren, tijdens het eten of als je kind iets in zijn mond stopt wat in zijn keel blijft steken. Het is dan belangrijk om snel te handelen, maar wat moet je precies doen?
Wat is het verschil tussen verslikken en verstikking?
Kleine kinderen kunnen zich in van alles verslikken. Denk aan een snoepje, een stukje speelgoed of zelfs een loshangend touwtje aan de jas. Maar ook iets simpels als een hapje brood of stukje fruit. Of misschien is je kind iets te enthousiast met eten of heeft hij zoveel honger dat hij iets in één keer wil doorslikken. Daardoor kan hij zich verslikken. Na het verslikken, kan een kind zich verstikken: het stukje eten of voorwerp waarin hij zich heeft verslikt, blijft in zijn luchtpijp steken. Daardoor krijgt hij geen lucht meer en dat is levensgevaarlijk.
Verslikken en verstikking komen het vaakst voor bij kinderen onder de vier jaar, omdat zij uit nieuwsgierigheid van alles in hun mond steken, maar hun mondmotoriek nog niet goed genoeg is om daar goed mee om te gaan. Als je met je kind aan tafel zit, is het vaak snel duidelijk waarin je kind zich verslikt. Gebeurt het terwijl hij aan het spelen is, dan kan het minder duidelijk zijn waarin hij zich heeft verslikt. Om goed te kunnen handelen is het belangrijk om te weten of het om verslikken of een verstikking gaat.
Hierbij een handig overzicht bij (vaak) verslikken en bij verstikking:
Verslikken | Verstikking |
Volledig bij bewustzijn | Bewustzijn is verminderd |
Kan praten of huilt | Kan niet praten |
Hoest heftig | Kan niet hoesten of alleen zacht |
Kan tijdens hoesten diep inademen | Ziet blauw |
Iedereen maakt wel eens mee dat iemand zich akelig verslikt en grote kans dat het je zelf ook ooit is overkomen. Dan weet je hoe angstig dat kan zijn. Maar een verstikking ziet er heel anders uit en vraagt ook om een andere behandeling. Verslikken loopt meestal na een flinke hoestbui met een sisser af. Bij een verstikking kan je kind niet meer ademen en loopt hij blauw aan of verliest het bewustzijn. Dit is een ernstige, levensbedreigende situatie, waarbij snel en juist handelen ontzettend belangrijk is.
Lees ook: Kinderartsen slaan alarm: knoopcelbatterij levensgevaarlijk voor kinderen
Wat moet je als eerste doen bij verslikken?
Hoe moeilijk het ook is, de eerste stelregel van EHBO is: probeer rustig te blijven. Wanneer je kind zich ergens in heeft verslikt, is het belangrijk om eerst in zijn mond of keel te kijken om te zien of je het voorwerp makkelijk kunt weghalen. Gaat het om een prop vast voedsel? Druk dan met je duimen op de kin van je kind om zijn mond te openen. Probeer daarna met één of twee vingers het voorwerp met een ‘lepelende’ of ‘pakkende’ beweging eruit te halen. Lukt dit niet? Luister dan of je kind effectief of niet-effectief hoest.
1. Effectieve hoest
Bij een effectieve hoest is er sprake van een lichte verslikking: je kind kan nog huilen en/of praten. Hij kan diep inademen voor het hoesten en hoest luid en/of braakt. Vaak hoest of spuugt hij het voorwerp/eten er zelf weer uit. Vooral als kinderen nog klein zijn, zit hun kokhalsreflex verder naar voren in de mond dan bij een volwassene.
Probeer in dit geval nooit met je vinger in de mond of keel het voorwerp eruit te halen. Het risico is te groot dat je het met je vinger dieper in de keel duwt. Belangrijk: sla niet tussen de schouders als je kind/baby zich verslikt in drinken. Dit onderbreekt het hoestritme. Wel kun je zachtjes wrijven op de rug om je kind gerust te stellen. Geef ook geen slokje water na het verslikken: dit maakt het alleen maar erger omdat het de hoestprikkel weer kan uitlokken.
Dit moet je doen: moedig je kind aan om te hoesten, als je kind oud genoeg is om dit te snappen. De kans is groot dat het voorwerp er vanzelf weer uitkomt.
2. Niet-effectieve hoest
Bij een niet-effectieve hoest is er sprake van een ernstige verslikking: je kind kan niet meer praten of huilen. Hij hoest zacht of stil, is angstig, onrustig en trekt snel zijn borstkas in om lucht te krijgen. Zijn ademhaling maakt een gierend geluid (hoe groter het gieren, hoe groter de afsluiting). Bij een volledige afsluiting kan je kind geen geluid maken en niet ademen. Zijn gezicht kleurt blauw en zijn bewustzijn vermindert. Probeer nooit met je vinger in zijn keel het voorwerp of voedsel eruit te halen. Het risico is te groot dat je het met je vinger dieper in de keel duwt.
Dit moet je doen: ben je alleen, dan moet jezelf direct handelen. Geef slagen op de rug van je kind en buikstoten bij kinderen vanaf 1 jaar buikstoten. Bij baby’s mag je geen buikstoten geven, maar geef je borstcompressies. Slagen op de rug zijn effectiever als je je kind met zijn hoofd naar beneden houdt. Hieronder volgt een stappenplan met meer uitleg. Bel zodra je kan – of als je met iemand anders bent die je kind helpt – direct 112 en zet je telefoon op de luidspreker.
Verslikken bij een baby (0-1 jaar)
- Stap 1: Ga zitten bij je baby.
- Stap 2: Leg je baby in buikligging op je onderarm en pak zijn kaaklijn vast. Let op dat je hem niet bij zijn keel vastpakt en houd zijn mond vrij.
- Stap 3: Ga op het puntje van een stoel zitten en leg je onderarm met daarop je baby op je bovenbeen. Strek je onderbeen, met je voet op de grond. Je baby ligt zo met zijn hoofd iets schuin naar beneden.
- Stap 4:Geef met de onderkant van je andere hand vijf slagen op zijn rug, tussen de schouderbladen. Je probeert de lucht naar voren te drukken. Sla dus niet recht op de schouderbladen, maar iets omhoog. Let op dat je zijn hoofd niet raakt.
- Stap 5:Lukt het niet na vijf keer? Pak je baby vast, draai hem tussen je armen om en leg hem op zijn rug op je onderarm. Het is dezelfde houding als bij stap 2, maar nu op zijn rug.
- Stap 6: Voer nu vijf borstcompressies uit: met twee vingertoppen druk/sla je tussen de tepels, met korte en krachtige bewegingen (borststoten).
- Stap 7: Lukt dat niet, draai je baby dan weer om in buikligging, en herhaal stap 3.
- Stap 8: Ga net zo lang door met het slaan tussen de schouderbladen en de borstcompressies tot je kind gaat hoesten en weer bijkomt, of tot hij bewusteloos raakt. Als blijkt dat er geen ademhaling meer is, moet je reanimeren.
Zie je, terwijl je bezig bent met de bovenstaande stappen, een voorwerp in de mond van je baby, dan mag je dit voorzichtig proberen te verwijderen. Forceer het niet en ga er niet aan trekken als het voorwerp niet ‘meewerkt’. Stop direct met slaan tussen de schouderbladen en borstcompressies zodra het voorwerp of de voedselbrok weg is. Bij het stappenplan voor kinderen vanaf 1 jaar staan ook buikstoten uitgelegd, maar dit mag je nooit doen bij baby’s. Bij baby’s doe je ook borstcompressies als je kind nog bij bewustzijn is.
Verslikken bij een kind (1–12 jaar)
- Stap 1: Ga zitten en leg je kind voorover over je benen heen, met zijn hoofd voorbij je bovenbenen.
- Stap 2: Sla met de onderkant van je hand vijf keer tussen de schouderbladen.
- Stap 3: Is er geen verbetering? Laat je kind dan voor je zitten en hou hem met zijn rug tegen je buik.
- Stap 4: Voer vijf buikstoken uit, ook wel bekend als de Heimlich-greep. Omarm van achteren het lichaam van je kind onder zijn armen door. Zorg dat hij iets voorover buigt. Plaats één vuist (met je duim onder je vingers) met de duimkant tegen zijn buik en onder het borstbeen, gebruik de navel als richtpunt. Je maakt schepbewegingen naar binnen en naar boven en blijft je vuist tegen zijn lichaam aanhouden tijdens iedere stoot.
- Stap 5: Blijf dit doen tot het voorwerp of de voedselprop loskomt of tot de hulp is gearriveerd. Na buikstoten moet een kind altijd door een arts op inwendig letsel worden onderzocht.
Bewusteloos bij verslikken
Is of raakt je kind bewusteloos en heeft hij geen ademhaling? Leg hem dan op een harde, platte ondergrond en open zijn mond. Is het voorwerp zichtbaar, probeer het dan in één poging met een ‘lepelende’ of ‘pakkende’ beweging te verwijderen. Probeer niet meerdere keren achter elkaar het voorwerp te verwijderen, het kan daardoor vaster in de keelholte komen te zitten.
Beadem eerst vijf keer achter elkaar en ga dan reanimeren in een cyclus van 15 borstcompressies en 2 beademingen. Kijk na elke 15 borstcompressies en voor het beademen of het voorwerp zichtbaar is in de mond en zo ja, verwijder het dan. Door de borstcompressies kan het voorwerp loskomen. Is de belemmering weg en kan je kind weer normaal ademhalen? Leg hem dan op zijn zij met een kussentje in de rug of in de stabiele zijligging. Blijf elke minuut zijn ademhaling controleren. Ademt je kind niet zelfstandig, dan blijf je reanimeren tot de hulpdiensten er zijn om het over te nemen.
Te weinig ouders weten voldoende over EHBO voor kinderen. Wat doe je als je kind een schaafwond, bloedneus of splinter heeft? Alle antwoorden vind je hier.
Verslikken en verstikking voorkomen
Je kind voor je ogen zien stikken: het is de nachtmerrie van iedere ouder. Veel ongelukken kunnen gelukkig voorkomen worden. Wees daarom voorzichtig met:
-
Etenswaren
Voedsel veroorzaakt de meeste verslikkingsongevallen. Let vooral op alles wat rond en glad is, zoals druiven en cherrytomaten. Zachte dingen kunnen vervormen en de luchtpijp afsluiten. Snij groente en fruit daarom altijd in vieren tot je kind vijf jaar is, vanaf die leeftijd kunnen kinderen gecontroleerder slikken. Vergeet ook knakworsten niet: die zijn even groot als de luchtpijp en zacht, dus kunnen vervormen. Snijd knakworsten altijd in de lengte en in stukjes van een centimeter. Blijf er ook altijd bij als je kind aan het eten is en hou snoepjes buiten bereik van je baby.
Tip: Moeder waarschuwt: kijk uit met noten te eten geven bij kleine kinderen
-
Speelgoed
In principe is speelgoed voor kinderen onder de drie jaar zo gemaakt dat het niet kan worden ingeslikt. Let op de sticker op de verpakking en koop speelgoed dat is afgestemd op de leeftijd van je kind. Een goede truc: geef nooit speelgoed dat door een wc-rol past of speelgoed dat losse onderdelen bevat. Maar blijf alert. Zeker als je oudere kinderen hebt die al wel met Playmobil, Lego of ander speelgoed met kleine onderdelen spelen. Ook gevaarlijk voor baby’s: niet opgeblazen of geknapte ballonnen, bordspellen (dobbelstenen, pionnen), klei, kralen en andere knutselspullen.
-
Losse delen van voorwerpen
Denk bijvoorbeeld aan het batterijklepje van de afstandsbediening of speelgoed op batterijen. Dit kun je voor de zekerheid afplakken.
-
Kleine voorwerpen
Denk aan munten, paperclips, knopen, gereedschap, enzovoort: houd dit veilig buiten bereik van je kind. Ook knoopcelbatterijen zijn gevaarlijk. Tape daarom het klepje van je afstandsbediening vast, zodat je kind niet bij de batterijen kan.
Dit artikel is tot stand gekomen en goedgekeurd door artsen en andere (medische) deskundigen van het Ouders van Nu expertteam.
Bronnen: Rode Kruis, GGD Utrecht