
Praten met je peuter: zo voer je een goed gesprek
Na het spelen, tijdens het eten, voor het slapengaan: voor je kind is het fijn om samen even de dag door te nemen. Voor jou is het dé manier om erachter te komen wat je kind heeft meegemaakt en wat hem allemaal bezighoudt. Daarom 9 tips voor een goed gesprek met je peuter.
Praten is belangrijk
Het is belangrijk om dagelijks even aandachtig praten met je peuter. Niet alleen omdat je dan meer te weten komt over wat hem bezighoudt, maar ook omdat het goed is voor zijn taalontwikkeling. Daarnaast is het leerzaam voor je kind: een gesprek voeren is een vaardigheid die hij nog moet leren. Jij kunt hem daarbij helpen door het goede voorbeeld te geven. Lees hier meer over het belang van het goede voorbeeld geven aan je kind.
Goed voor de taalontwikkeling
Dat voorlezen aan je kind goed is voor z’n taalontwikkeling, hoor je vaak genoeg. Maar interactie met je kind is net zo goed. Als je samen een gesprek voert, brengt dat eigenlijk als vanzelf nieuwe woorden met zich mee. Praat daarom juist niet in makkelijke ‘babywoorden’: noem een auto gewoon auto, niet ‘toet-toet’ (ook al zegt je kind dat misschien zelf wel). Je kunt tijdens het praten de zinnen van je kind ‘verbreden’. Dat houdt in dat je je kind niet corrigeert, maar zijn antwoord wel in de juiste woorden herhaalt en eventueel uitbreidt. Zegt je kind bijvoorbeeld: ‘Ikke papa toe met toet-toet’, herhaal dan: ‘Jij gaat naar papa toe met de auto’. Dat is voor je kind erg leerzaam, op een positieve manier. Gebruik in jullie gesprek ook woorden die je kind nog niet kent. Leg deze woorden eventueel uit, of laat een plaatje zien. Zo leert hij nieuwe woorden én hij breidt zijn kennis over de wereld uit.
Tip: Lees samen dit mooi geïllustreerde kinderboek over emoties.
Wanneer?
De kans op een goed gesprek met je peuter is groter als je er een goed moment voor uitkiest. Doe het niet als hij net heel druk aan het spelen is met zijn blokken, of gefascineerd tv zit te kijken. Een goed moment is bijvoorbeeld:
• Als jullie samen aan tafel zitten voor het ontbijt of het avondeten.
• Terwijl jullie samen van de kinderopvang naar huis wandelen.
• Als jullie na het eten nog even op de bank zitten.
• Als je kind net in bad is geweest, terwijl je hem klaarmaakt voor het slapengaan.
• Als je je kind net hebt ingestopt in bed.
Als je kind lekker ontspannen is en weinig afleiding heeft, praat hij waarschijnlijk makkelijker. Sommige kinderen praten overigens juist beter als ze iets aan het doen zijn (samen met jou), bijvoorbeeld kleien of tekenen, omdat het gesprek dan minder ‘direct’ voelt. Probeer uit wat voor jouw kind het beste werkt.
9 tips voor een goed gesprek met je peuter:
Tip 1. Maak echt tijd
Als je een goed gesprek met je peuter wilt voeren, maak daar dan echt even tijd voor. Laat je niet afleiden tijdens het gesprek: leg je telefoon, agenda, laptop etc. weg. Focus even helemaal op je kind. Zorg dat je hoofd erbij blijft, denk dus ondertussen niet na over je boodschappenlijstje of tandartsafspraak.
Tip 2. Maak oogcontact
Het is misschien een open deur, maar het is heel belangrijk dat je je kind aankijkt als hij tegen je praat. Maak dus oogcontact en luister goed naar wat hij zegt. Hierdoor laat je hem zien dat je zijn verhaal belangrijk vindt. Het kan helpen om op ooghoogte te gaan zitten. Ga dus even bij hem zitten op de bank, of zak door je hurken. Ligt je kind in bed, blijf dan niet staan, maar ga op het randje van het bed zitten.
Tip 3. Laat een ‘ander’ de vragen stellen
Niet alle peuters zijn van nature praters. Kinderen die alleen met ‘ja’ en ‘nee’ antwoorden of helemaal geen reactie geven, zijn vaak introvert. Vindt je kind praten lastig, probeer het dan eens op een andere manier en laat bijvoorbeeld een knuffel, pop of Playmobil-mannetje de vragen stellen. 9 redenen waarom het hebben van een introvert kind bijzonder is.
Tip 4. Stel open, concrete vragen
Voor een kind is het soms moeilijk om terug te halen wat hij die dag allemaal heeft gedaan. Kinderen leven in het moment en weten vaak niet goed wat ze met een algemene vraag aan moeten. Hou het dus klein en concreet. Vraag niet: ‘Hoe was het op de crèche?’, maar: ‘Welke juf was er vandaag?’, ‘Met wie heb je gespeeld?’ en ‘Wat hebben jullie gegeten?’ Dat is overzichtelijker voor je kind. Je kunt het ook opdelen in categorieën, dus: ‘Wat vond je het leukst, het grappigst, het spannendst, wat was stom?’
Tip 5. Vraag door
Geeft je kind vaak korte antwoorden, of zegt hij alleen maar ‘ja’ en ‘nee’, vraag dan door. ‘Hebben jullie vandaag buiten gespeeld?’, zo ja: ‘Met wie heb je buiten gespeeld?’, ‘En wat heb je buiten voor spelletjes gedaan? Vertel eens, hoe ging dat?’
Tip 6. Luister goed
Als je eenmaal in gesprek bent, laat je kind dan lekker praten. Onderbreek hem niet, vul geen zinnen aan, maar laat hem even nadenken zodat hij zijn verhaal zelf kan vertellen. En heel belangrijk: luister! Luister echt naar wat hij zegt, zodat je daar weer op kunt inhaken. Als je goed naar je kind luistert, gaat je kind op andere momenten ook beter naar jou luisteren.
Tip 7. Vertel ook over jouw dag
Je kunt het gesprek ook op gang brengen door over jouw dag te vertellen. Benadruk de dingen die jouw kind interesseren: ‘Ik ben vandaag met de auto naar mijn werk gegaan. Toen reed ik langs de grote bouwplaats met de graafmachines. Zullen we daar morgen samen gaan kijken?’ Misschien haakt je peuter wel ergens op in. Zo wordt het gesprek geen eenrichtingsverkeer én je geeft het goede voorbeeld door te laten zien hoe je een verhaal vertelt.
Tip 8. Wees het archief van je kind
Wil je graag weten wat er in het hoofd van je peuter omgaat, maar vind je het moeilijk om hierover te beginnen? Als je ziet dat je kind verdrietig is, kun je proberen om het ‘archief’ van je kind te zijn. Herinner hem aan een bepaalde gebeurtenis door bijvoorbeeld te vragen: ‘Als baby vond je het zo erg als oma wegging. Dan moest je soms heel erg huilen. Mis je haar nu misschien ook?’
Tip 9. Wees creatief
Kinderen vinden het vaak moeilijk om te verwoorden wat ze precies hebben gedaan en wat hun gevoel daarbij was. Vraag je kind daarom eens of hij wil tekenen wat hij die dag heeft gedaan. Of vraag je peuter als hij al wat ouder is of hij wil zeggen welke kleur deze dag had, en laat hem uitleggen waarom hij voor die kleur koos.