Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 
verwachtingen bij je kind
door

'Lieve ouders, heb vooral niet te hoge verwachtingen van je kind'

Tuurlijk, je kunt je kind best aanmoedigen om het beste uit zichzelf te halen. Maar torenhoge verwachtingen hebben? Geen slim idee, zegt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont. 'Wees reëel en omarm van tevoren alvast alles wat er de komende jaren dat je je kind nog in huis hebt, allemaal fout kán gaan. Het helpt. Echt.'

Advertentie

Ik heb een persoonlijk wetje en dat is: matig je verwachtingen en je zult minder teleurstellingen kennen. Dit klinkt misschien wat naar, maar dat is het niet. Want ik zeg hiermee niet dat je dingen niet moet proberen, alleen dat je niet te veel in de war moet raken als er dingen fout gaan. Het is gewoon een gezonde manier om jezelf tegen het leven te beschermen. Dit persoonlijke wetje geldt natuurlijk ook voor de opvoeding van kinderen. En dan met name voor de verwachtingen van ouders van wat ik over de jaren maar ‘projectkinderen’ ben gaan noemen. Dat zijn de kinderen van ouders die hun zoon of dochter als een opvoedproject zien en verwachten dat als ze hun kroost maar voldoende aandacht geven, het door hen vooraf bedachte einddoel van het perfecte kind vanzelf gehaald zal worden. Maar de ontwikkeling van een kind is van zo veel factoren afhankelijk. Dus als je verwacht dat je kind door jouw bemoeienis naar het gymnasium zal gaan of in het eerste elftal zal terechtkomen, overschat je je eigen invloed. Het nadeel voor deze projectouders is dus dat ze op die manier vaak ook op hun eigen teleurstellingen voorsorteren. En onderweg belasten deze ouders – met al hun verwachtingen en de daarop volgende teleurstellingen – natuurlijk wel hun kind.

Betere prestaties

Goed, dan even de andere kant. Moeten we dan maar – om dus niet teleurgesteld te raken – geen verwachtingen hebben? Nee, natuurlijk niet. Geen kind wordt beter van lage verwachtingen. Onderzoekers hebben eens een groep kinderen in twee willekeurige klassen ingedeeld. Tegen de docent van de ene klas werd gezegd dat daar vooral slimme kinderen in zaten en tegen de andere docent dat hij de wat dommere klas had getroffen. Dat was natuurlijk onzin, want de kinderen waren willekeurig over de klassen verdeeld, maar toch behaalde de eerste klas betere resultaten dan de tweede. Gewoonweg omdat de docenten hun verwachtingspatroon onbewust aan de kinderen hadden aangepast.

Verwacht een puberende puber

Deze column is dus geen pleidooi voor te hoge, maar ook niet voor te lage verwachtingen. Het is een pleidooi voor reële verwachtingen. En die zijn eenvoudigweg dat je niet overal invloed op hebt en er dus altijd dingen in de opvoeding zullen misgaan. Dus dat je, als je kind bijvoorbeeld nog een baby is, hoe dan ook een aantal slapeloze nachten zult hebben. Mijn wetje tegen teleurstellingen zegt daarover: verwacht dat dan ook. Verwacht dat je kind in de basisschoolleeftijd een bord zo onhandig zal vastpakken dat het in duizend stukken uiteenvalt. Dat je puber in het weekend bizar lang in bed blijft liggen. Want dat gaat gegarandeerd gebeuren.

Wees reëel

Goed nieuws: je kunt je er enigszins tegen wapenen. Ik maakte ooit een lijstje in mijn hoofd van dingen waarvan ik níét wil dat ze gebeuren (zoals slapeloze nachten, dat er borden stuk vallen en ik om half drie ’s middags pas leven uit de kamer van mijn kinderen hoor), maar ik ga er tegelijkertijd van uit dat dat allemaal natuurlijk wél gebeurt. Daardoor hoef ik niet teleurgesteld te raken, ik vink het gewoon van mijn lijstje af. Zo, die hebben we ook weer gehad. Dus lieve ouders: wees reëel en omarm van tevoren alvast alles wat er de komende jaren dat je je kind nog in huis hebt, allemaal fout kán gaan. Het helpt. Echt.

Advertentie

Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Steven Pont.

Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.