Of je nu een bevalling moet doorstaan of een marathon moet finishen: je hebt voor beide ongelofelijke superkrachten nodig.
Zowel een bevalling als een marathon vragen maanden aan voorbereiding. Die voorbereiding loopt een beetje als volgt: in de eerste fase is het allemaal nog leuk en spannend, in de tweede fase zit je er al een beetje doorheen, en in de laatste fase is je lichaam zo uitgeput dat een simpele handeling als uit de auto stappen al teveel gevraagd is. Wanneer mensen aan je vragen hoe het gaat zeg je 'Nou, ik ben deze week 8 uur bezig geweest met trainen (voor de marathon) of om mijn schoenen aan te trekken (zwangerschap), het gaat geweldig!'
Ik had maar één doel, en dat was om mezelf niet onder te poepen. Daar ben ik in geslaagd, denk ik. Tenzij mijn verloskundige tegen me heeft gelogen.
De bevalling: wat kun je verwachten?
In de dagen voor de grote gebeurtenis vinden mensen het leuk om horrorverhalen met je te delen. Waarom zou je me vertellen dat je collega halverwege tegen de grond ging, en daardoor niet kon finishen? Of dat de bevalling van je vriendin maar liefst 18 uur duurde voordat ze uiteindelijk overgingen op een keizersnede? Het enige wat ik wil horen is dat het allemaal goed gaat komen, en dat iemand me bij de finish staat op te wachten met een lekker koud biertje.
Je bent vaste bezoeker bij het dagelijks spreekuur van Dr. Google. Bij elke klacht, hoe klein deze ook is, raadpleeg je je favoriete dokter. Zo haalde ik twee dagen voor de marathon mijn vinger open aan het autostoeltje van mijn zoon, en was ik ervan overtuigd dat ik bloedvergiftiging had opgelopen. Ik denk dat we allemaal wel weten wat mijn echte probleem was (wijst naar mijn hoofd). Bij elk pijntje ga je meteen van het ergste uit. En iedereen die al een keer zwanger is geweest weet precies waar ik het over heb.
Er komt een moment dat je absoluut geen controle meer hebt over je eigen lichaam. Zo was er halverwege de marathon een bord waarop stond 'Minder je tempo, scherpe bocht rechts, draai je om.' Ik moest zo hard lachen toen ik dit las. Ik wilde een foto van het bord nemen en deze plaatsen met de tekst 'Alsof ik op dit moment iets heb te zeggen over mijn tempo.' Maar ik kon geen foto nemen, want ik kon niet stoppen. Het herinnerde mij aan de geboorte van mijn derde zoon, toen de zuster mij vroeg om nog één keer te persen. Ze wilde zien of ik de baby nog kon bewegen. Vervolgens vroeg ze of ik even kon stoppen, aangezien de dokter nog bezig was met een andere bevalling. Dat ik uiteindelijk zonder een dokter beviel komt waarschijnlijk niet als een verrassing.
Wat niemand je vertelt over de bevalling
Het was nog veel pijnlijker en moeilijker dan ik me ooit had kunnen voorstellen. Niemand kan je op zoiets voorbereiden. Ik had in mijn hele leven nooit meer dan 30 km gerend, dus toen ik nog 12 extra km moest rennen wist ik niet wat ik meemaakte. Toen ik tijdens de bevalling van mijn eerste zoon 3 cm ontsluiting had, belde ik mijn moeder en vertelde ik haar dat de pijn echt héél erg was. Ze vertelde mij later dat ze op dat moment dacht dat ik nog geen idee had wat echte pijn was. En eerlijk gezegd wist ik dat ook niet. De echte pijn kwam pas later.
Wanneer de grote gebeurtenis voorbij is weet je één ding heel zeker: dit ga je nooit meer doen. De volgende week denk je alweer: mhow, dit was niet zo heel erg. Misschien nog één keer. Vlak na de marathon was mijn man er zeker van dat ik er nog een keer eentje zou rennen. Ik zweerde hem van niet. De volgende morgen had ik het alweer over het verbeteren van mijn tijd. Hij kon alleen maar lachen en schudde zijn hoofd.
Bron: The Huffington Post/Jill Norander – Foto: Shutterstock