Vorige aflevering teruglezen? Marieke in de wachtkamer #4
Sommige dingen maak je liever niet bewust mee. Voor iedereen ligt de grens van wat hij of zij aankan ergens anders, voor mij ligt die bij een eicelpunctie zonder narcose en laat dat nu net de norm zijn in Nederland. Medisch gezien zijn er allerlei goede redenen om de punctie enkel met pijnstilling uit te voeren. Voor de meeste vrouwen werkt dat prima, maar voor mij was het van het begin af aan een mentale Mount Everest.
Lees ook: Zo zit het met de vergoeding van vruchtbaarheidsbehandelingen
23 opgekweekte eicelblaasjes
Gelukkig heb ik een ziekenhuis gevonden dat de optie biedt op narcose. Procedurele sedatie heet het officieel: wel een narcosemiddel, maar niet zo veel. Wel een operatiekamer, maar geen beademing. 'Al sla je me neer met een hamer', grap ik tegen de arts. Ze lacht niet. Tot het laatste moment blijft het spannend of er plek zal zijn op de dagbehandeling, maar bij mijn laatste echo en bloedonderzoek staan alle lichten op groen.
Ik heb 23 opgekweekte eicelblaasjes in mijn buik, ik ben een wandelende legbatterij met een pens waar Obelix jaloers op zou zijn. Mijn humeur is op z'n best dynamisch en verrassend te noemen; je weet nooit hoe ik zal reageren. Een snauw, een traan, een oeverloze discussie misschien? Vooraan in de vuurlinie staat mijn man, dapper bewapend met een schild van humor en geduld.
Humeursverduistering
Het hormoonkanon in mijn lijf werkt als een eclips. Een humeursverduistering die buiten mijn wil om het licht uitdoet of mijn vreugde steelt. Het voelt als een zwakte, ik wil harder mijn best doen om de controle te behouden. Gelukkig bereiken we zonder al te veel drama de dag van de punctie.
In alle vroegte stappen mijn man en ik in de auto naar Utrecht. De opa van Bern is bij ons thuis om op te passen. Hij was zo lief om praktisch midden in de nacht onze kant op te komen zodat wij om 06.30 uur konden vertrekken. Ik ben misselijk van de zenuwen, mijn lege maag trekt samen. 'Komt goed', zegt mijn man. Hij legt zijn hand op mijn knie en trapt het gaspedaal in.
Lees ook: Zwanger worden is één groot hormonenspel, wat doen ze met je?
In de gynaecologische beugels
Eenmaal in de kelder van het UMC gaat het iets beter. Ik heb me aangemeld, ik word zo opgehaald. Ik hoef het straks allemaal niet mee te maken, dat voelt boven alles als een zegen. Iedereen is lief, van de balie tot aan het bed. Ik verruil mijn joggingbroek voor een operatiejasje. Mijn trouwring krijg ik niet af, hij mag om blijven. Het voelt goed, zo zijn we toch nog een beetje samen.
In het ziekenhuisbed gaat er een infuus mijn arm in, ik kijk de andere kant op. Niet lang daarna word ik de operatiekamer binnengereden. Op de koude operatietafel worden mijn benen ingesnoerd in twee gynaecologische beugels. Ik doe een poging mijn angst weg te puffen. 'Als je er klaar voor bent, spuiten we het narcosemiddel in', klinkt het naast me. Ik knik. Een ijzig gevoel trekt door mijn aderen, alsof het koelvloeistof is. Voordat ik er iets over kan zeggen, ben ik weg.
Het verlossende nieuws
In de verte hoor ik gepraat. Het klinkt dof. Ik open mijn ogen en zie verpleegkundigen aan de balie met hun rug naar mij toe. Ik voel me zwaar en verdrietig. Ik wil ze roepen, iets zeggen, maar zak weer in slaap. Later word ik weer wakker, nu lukt het wel om te roepen. Langzaam trekt er een pijngolf door mijn buik. 'Het wordt steeds erger', zeg ik zacht. Ik krijg een morfine-injectie toegediend. Het helpt niet. Er volgt nog een shot morfine.
'Kunnen jullie mijn man bellen?', vraag ik. Het lijkt eeuwig te duren voordat hij bij me mag. Als ik hem zie, begin ik te huilen. Net als de vorige keer ben ik van slag door de narcose. Hij kust me en houdt mijn hand vast. Na wat thee en beschuit gaat het langzaam beter, maar ik blijf nerveus over de uitslag. Eindelijk komt de arts met het verlossende nieuws. 'Er zijn twintig follikels aangeprikt en twaalf eicellen gevonden.' Ik haal opgelucht adem, evenveel eicellen als de vorige keer. We mogen naar huis.
Lees ook: 7 veelgestelde vragen over hulp bij zwanger worden
Bel 112 maar
In een rolstoel verlaat ik het ziekenhuis. Mijn man helpt me de auto in, ik kan niet wachten tot ik in mijn eigen bed lig. Als we de snelweg oprijden, praten we nog. Maar na een tijdje voel ik de energie uit me wegvloeien. Mijn handen voelen koud, de rest van mijn lijf warm. Hittegolven trekken door me heen. 'Voel me slecht', mompel ik. Alles is zwaar, het lijkt alsof ik val. In de verte hoor ik mijn man het ziekenhuis bellen. Soms kan ik hem horen, dan weer niet. We staan stil. 'Bel 112 maar', zegt een onbekende stem door de speaker.
Het portier zwaait open, ik word wakker. Een man in een felgeel pak tilt me ruw uit de auto. 'Auw', zeg ik. Hij wil me laten lopen, het doet pijn. Strompelend aan zijn arm word ik in een ambulance geleid. Ik moet op een stoel zitten, mijn bloeddruk en temperatuur worden gemeten. Dan mag ik eindelijk weer liggen. 'We nemen je mee terug naar het UMC', zegt de ambulancebroeder.
Meer lezen van Marieke kan in het dossier In de wachtkamer. We publiceren iedere woensdagochtend een nieuw deel in deze reeks.
Herken jij jezelf in het verhaal van Marieke en wil jij ook je verhaal delen? Ga dan naar het Ouders van Nu Community forum en praat hier met andere (wens)ouders verder.