Vorige aflevering teruglezen? Marieke in de wachtkamer #10
Vanaf 06.30 uur 's morgens ijsbeer ik door het huis met mijn telefoon in mijn hand. Als het goed is, krijg ik tussen 10.00 en 12.00 uur een sms van het ziekenhuis. Als het niet goed is, word ik gebeld door het lab. Als het goed is, rijden we ergens na de lunch richting Utrecht. Als het niet goed is, moet ik binnen een paar weken opnieuw de operatiekamer in voor een punctie. Het voelt als alles of niets.
Een heel dagprogramma
Ik wil zo graag dat dit embryo bij mij terugkomt. Ik wil dat het de kans krijgt om door te groeien daar waar het hoort: in mijn warme buik, in plaats van in een kil laboratorium. Dat geeft geen garantie op een gezond en voldragen kind, maar voelt wel als een eerlijkere kans in een vriendelijkere omgeving.
Voor het goede scenario heb ik een heel dagprogramma uitgedacht. Bern moet voor de zekerheid een uur eerder aan zijn middagdutje beginnen zodat we op tijd kunnen vertrekken, áls we mogen vertrekken. Dat betekent dat de kans bestaat dat ik word gebeld door het lab met slecht nieuws terwijl ik hem naar bed breng. Niet handig, dus moet mijn man die honneurs waarnemen. Vanwege ons eventuele ziekenhuisbezoek is hij voor de zekerheid thuis vandaag.
Lees ook: Alles over het embryo: de eerste acht weken van je baby
Iets leuks na afloop
Als alles doorgaat, wil ik er het liefst een zo fijn mogelijk moment van maken. Noem het bijgeloof, maar ik denk dat het helpt als we iets leuks gaan doen na afloop. Ik heb nu eenmaal het idee opgevat dat je een achtcellig wezen een fijn welkom kunt bezorgen. Na de terugplaatsing van Bern borrelden we op een Utrechts terras in de nazomerzon. Nu met Bern erbij wil ik met z'n drieën naar het nijntje museum.
11.00 uur. Terwijl ik in Berns kamer boven mij de soundmachine aan hoor gaan voor zijn slaapje, staar ik nog maar eens naar mijn telefoon. Ik heb nog steeds voldoende netwerk, ik heb nog steeds geen gemiste oproepen of berichten. Liggen onze cellen zich op dit moment in een petrischaaltje te vermenigvuldigen? Of zijn ze al gestorven?
De eerste hindernis genomen
Ik zou in theorie iets anders kunnen gaan doen, maar dat werkt niet. Ik kan me nergens op concentreren en nergens voor interesseren. Tergend langzaam tikt de tijd van 11 richting 12. De vorige keer belde het lab pas om 11.55 uur. Daaruit concludeer ik dat hoe later het wordt, hoe groter de kans is op slecht nieuws.
Klokslag 11.30 uur, mijn telefoon trilt. 'Uw afspraak in het UMC Utrecht vandaag kan doorgaan. De afspraak is om 13:40 uur. Melden bij receptie 38 op C5. Wilt u met een volle blaas komen? Dank u wel.' Ik spring op, druk mijn telefoon tegen me aan en knijp mijn ogen dicht van opluchting. Het gaat door! De eerste hindernis is genomen.
Meer lezen: Arts voortplantingsgeneeskunde Tessa Cox over de meest voorkomende vruchtbaarheidsbehandelingen
Met z'n drieën
In de auto zit ik naast Bern op de achterbank om hem zijn lunch te geven. Hij is vrolijk en vindt het duidelijk fijn dat hij gezelschap heeft achterin. Zelf krijg ik geen hap door mijn keel van de zenuwen. Bekende zenuwen inmiddels, maar dat maakt ze er niet minder om. Eenmaal in het UMC lopen we samen achter de kinderwagen door de ziekenhuisgangen. Ik voel me gesterkt door de aanwezigheid van mijn man en Bern. Alsof we echt met z'n drieën iemand op gaan halen.
Boven in de ivf-gang hoeven we niet lang te wachten. Als ik word binnengeroepen, geef ik mijn mannen een kus. Het lijkt bijna of ik op reis ga zonder hen. Ik volg een vriendelijke arts met een mooie vlecht naar de behandelkamer. Ter controle vraagt ze mijn geboortedatum en die van mijn man. Er zijn nog twee vrouwen in de kamer: een laborant en een verpleegkundige.
Opgelucht ademhalen
Als ik eenmaal in de stoel lig, vraagt de arts: 'Hoe is dit voor je om hier zo te liggen, zijn er dingen waar wij rekening mee kunnen houden?' Haar empathie raakt me. Alleen al van de vraag word ik rustiger. Ik leg uit dat ik wat gespannen ben en goed reageer op geruststelling. De arts neemt alle tijd en wacht tot ik er klaar voor ben. Op het scherm van het echoapparaat kijk ik mee. Ik ben nog nooit zo ontspannen geweest tijdens een terugplaatsing.
Daarna ga ik omgekleed en wel eerst langs de wc. Het is noodzakelijk een volle blaas te hebben bij een terugplaatsing - dan is de baarmoeder beter toegankelijk en gemakkelijker in beeld te brengen - maar het maakt het wel oncomfortabel allemaal. Ik ben blij als ik weer opgelucht adem kan halen. Net als ik de deur van het slot wil halen, realiseer ik me dat ik niet meer alleen ben. Ik glimlach, leg mijn hand op mijn buik en fluister: 'Welkom, ik ben je mama'.
Meer lezen van Marieke kan in het dossier In de wachtkamer. We publiceren iedere woensdagochtend een nieuw deel in deze reeks.