Alweer jaren geleden vierden we de zesde verjaardag van mijn jongste stiefdochter in een speelparadijs met springkussens en klimtoestellen. Een vriendinnetje dat was uitgenodigd bleef de hele middag in mijn buurt. Ze was een beetje verlegen en vond het partijtje nogal overweldigend.
Na de taart en limonade deden we tikkertje en verstoppertje op de grote blauwe kussens. Ze had zoveel plezier dat ze haar verlegenheid vergat en vroeg wat ik was van de jarige. Ik vertelde haar dat ik haar stiefmoeder was en legde uit wat dat betekende. Ze knikte en begon tot tien te tellen terwijl ik me weer moest verstoppen. Aan het einde van het feestje kwam ze naar me toe, pakte mijn hand en vroeg: 'Wil je ook mijn stiefmoeder zijn?'
Andermans kinderen
Ik ben het nooit vergeten. Niet eerder had iemand zo onbevangen naar mijn stiefmoederschap gekeken. Ze raakte de kern van wat ik voelde – het plezier, de liefde en de vertrouwdheid tussen mij en mijn stiefdochters – die niet lijkt te rijmen met hoe we naar het stiefmoederschap kijken en erover praten. Als we er al over praten.
Kleine meisjes kunnen nog weleens hardop dromen dat ze later moeder willen worden, maar stiefmoeder? Mijn oudste verzuchtte eens dat ze later echt nooit een stiefmoeder zou worden. Op mijn ietwat verontwaardigde 'Waarom niet' rolde ze met haar ogen en zei: 'Ik ga toch zeker niet voor andermans kinderen zorgen.'
Een stiefmoeder móét moederen, zorgen en deelnemen.
Gigantische maatschappelijke verwachting
Stiefmoeders hebben geen goede naam. Sprookjes hebben gezorgd voor een hardnekkige en negatieve beeldvorming. In het echte leven heeft ze ook al geen beste papieren. Er hangt een zwaarte aan de rol van stiefmoeder die niet aan de rol van stiefvader lijkt te plakken.
Volgens Johannes Mol, auteur van het boek Stiefvadergezinnen, zijn de verwachtingen die we van stiefmoeders hebben veel groter dan die van stiefvaders. Hij deed tien jaar onderzoek naar stiefgezinnen en interviewde 350 stiefkinderen, stiefvaders, moeders en stiefmoeders. Hij zegt: ,,Een stiefmoeder móét moederen, zorgen en deelnemen. Die verwachting zit in iedereen: partners, kinderen, buren, docenten, grootouders en stiefouders zelf.
Het ligt in het verlengde van de gigantische maatschappelijke verwachting die we van moeders hebben.' Stiefvaders hebben meer vrijheid om hun rol in te vullen en doen het volgens Mol sneller goed. Bij stiefmoeders is het precies andersom: stiefmoeders doen gemiddeld genomen meer hun best en doen het vaker verkeerd.
Lees ook: Stiefouders verlangen waardering en steun: 'Ik deed zo erg m'n best dat het me bijna opbrak'
It's complicated
Ai! Mijn oudste had gelijk, je zou wel gek zijn om je in de armen van een ouder te storten en te dromen van duurzaam geluk. Toch deed ik precies dát toen ik zestien jaar geleden verliefd werd op haar vader, ze was toen 5 en haar zus 2. Ze waren liever dan lief en hun vader had de mooiste bruine ogen.
Ik wist, als ik voor hem koos, koos ik ook voor twee meisjes. Zo simpel was het, net als het besef dat het vast niet altijd vanzelf zou gaan. Inmiddels vormen we alweer vijftien jaar een samengesteld gezin en ben ik net zo lang stiefmoeder. We doen co-ouderschap met de moeder en stiefvader van de meiden – hoewel de oudste sinds kort is uitgevlogen – en kregen nog een zoon samen.
Duurzaam geluk? Zeker! Ingewikkeld? Dat was het soms ook. Eigenlijk net als toen ik moeder werd. Maar toch ook weer anders. Toen ik in verwachting was van mijn zoon kon ik putten uit eindeloos veel informatie over het moederschap.
Lees ook: Een samengesteld gezin vormen, hoe doe je dat? 'Het gaat stroef en gepaard met tranen'
Alleen uitdokteren
Ik had een wereld aan voorbeelden, rituelen en houvast voorhanden. Hoe anders was het toen ik een stiefmoeder werd. Geen beschuit met muisjes of een ooievaar voor ons raam. Geen app die me dag voor dag meenam in deze nieuwe wereld. Online vond ik artikelen die niet rijmden met het geluk dat ik voelde, ik schrok van de eenzijdige beeldvorming en nadruk op problemen. Boeken over het onderwerp vulden amper een plank in mijn boekenkast.
De enige stiefmoeder die ik kende was de moeder van mijn stiefdochters – haar nieuwe partner had al een dochter – maar het voelde gek om bij haar te rade te gaan. 'De stiefmoeder staat er alleen voor,' las ik jaren terug als conclusie van een grootschalig onderzoek in Engeland onder 250 stiefmoeders. Het raakte me. Ondanks alle lieve mensen om me heen, had ook ik vaak het gevoel gehad dat ik het alleen moest uitdokteren. Stiefmoederen, hoe doe je dat eigenlijk? Als ik het al niet wist, hoe zou mijn omgeving me dan kunnen bijstaan?
Ik was pijnlijk onervaren. En dat maakte me onzeker.
Pijnlijk onervaren
Het was een Wonderland en ik was Alice. Toen ik mijn eerste nachtje bleef slapen, had ik er geen rekening mee gehouden dat de oudste 's ochtends bij ons in bed zou kruipen, dicht tegen haar vader aan, en in zijn oor zou fluisteren dat ze mij vreemd vond ruiken.
Of dat ik voortaan zou douchen met in- en uitlopende meisjes die zittend op de wc constateerden dat mijn borsten veel kleiner waren dan die van mama. Dat ik tijdens onze eerste vakantie in Frankrijk vergat dat je geen Pernodjes in het dorp kunt drinken als er twee meisjes in de caravan liggen te slapen. Ik was pijnlijk onervaren. En dat maakte me onzeker.
Ik heb soms wakker gelegen van de nieuwe rol die me zomaar in de schoot was geworpen. Zou ik ooit het hart van mijn stiefdochters winnen? En andersom? Ik vond ze lief, goed opgevoed en heerlijk ruiken naar Zwitsal en mandarijntjes. Maar van ze houden? Streng bedacht mijn hoofd wat mijn hart zou moeten voelen. Dit hadden ze toch niet verdiend, een stiefmoeder die niet wist of ze ooit van haar stiefkinderen ging houden!
Deze moeder begrijpt dat gevoel: Spitsuur: 'De liefde voor je eigen kind is anders dan voor een stiefkind'
Impertinente vragen
En zo waren er nog wat wielen om uit te vinden. Durfde ik het samenwonen aan? Ik bleef het voor me uitschuiven, bang om mijn vrije leventje in te ruilen voor een vier-onder-een-kap in de Vinex. Zouden de meiden wel naar me luisteren als ik mee ging opvoeden? En mocht ik me daar eigenlijk wel mee bemoeien, want had ik niet ergens gelezen dat stiefmoeders zich beter op de achtergrond kunnen houden?
Was ik net zo lief als hun moeder? En hoe vond zij het om haar dochters aan mij toe te vertrouwen? Ons contact was goed, maar misschien moest ze wel op haar tong bijten als ze ons samen zag. En zou ik ooit wennen aan de 'goedbedoelde' grappen over boze stiefmoeders en impertinente vragen: 'Dus ze zijn niet echt van jou?'
Tweedehands jas
Als stiefmoeder stapte ik in een verhaal waarvan de eerste hoofdstukken al waren geschreven en de rollen verdeeld. De leeftijd van mijn dochters, het goede contact tussen hun ouders, de afspraken waar iedereen zich aan hield, zorgden ervoor dat de meiden en ik alle ruimte hadden om aan elkaar en de nieuwe situatie te wennen. Net als hun ouders stelde ik het belang van de kinderen voorop, zij hadden hier immers niet voor gekozen.
Zo deden we een stap vooruit en soms een stap achteruit. De reacties van anderen maakten duidelijk dat ik mijn 'functieomschrijving' niet mee had. Het woord 'stiefmoeder' bracht een stigma met zich mee, waardoor ik bij voorbaat 1-0 achter leek te staan. Niet alleen de buitenwereld had een setje vooroordelen, ook voor mij voelde het woord als een tweedehands jas.
Lees ook: Stiefmoeder of -vader zijn: hoe ga je daarmee om?
Nieuw woord graag
Wanneer ik aan mensen vertelde dat ik hun stiefmoeder was, voelde het alsof ik afstand van mijn meiden deed: ze horen bij mij, maar niet echt. Alweer dat onderscheid tussen echt en niet echt, zoals ik al te vaak van anderen moest horen. Taal kan oneindig tekort of mis schieten.
Een heel nieuw woord voor stiefmoeder zou fijn zijn. En hoewel je steeds vaker het woord 'bonusmoeder' en 'plusmoeder' hoort, bestaat er nog geen breed gedragen alternatief. Ik zou een woord willen dat op 'eigen benen' kan staan en geen 'bijvoegsel' van de moeder is. Eentje zonder schaduw, die ruimte geeft en een nieuwe verwantschap viert.
Een kind heeft vele moeders
Toen mijn meiden nog klein waren, riepen ze wel honderd keer op een dag 'papaaa' maar nooit 'stiefmamaaa'. Omdat ze vanwege hun leeftijd mijn naam moeilijk konden uitspreken maakten ze daar Pina van, een liefdevolle verbastering die is gebleven. Ik ben hun Pina, en in de speeltuin klonk het luid en duidelijk: 'Pinaaa'.
Toen ik mijn oudste een keer naar een partijtje bracht stelde ik me aan de moeder van de jarige voor als haar stiefmoeder. Ze begon hard te lachen en wuifde mijn woorden weg: 'Je bent haar moeder, bedoel je? Ik kom van Curaçao en daar heeft een kind vele moeders. Stiefmoeders kennen we niet. Leuk om jou en je dochter te ontmoeten, wil je wat drinken?'
De opmerking op het verjaardagsfeestje zette me aan het denken. Ik heb vriendinnen die als een moeder voor mijn kinderen zijn. Dat is een groot geluk. Hier hoeven geen terreinen afgebakend te worden of voorzichtig betreden. Vriendschap en goede bedoelingen wijzen de weg vanzelf.
Aan kleine dingen merkte ik dat mijn liefde groeide.
Nieuwe rituelen
Na een jaar gingen we samenwonen en een gezin vormen. Ik ontdekte dat tegenover het ingewikkelde ook veel moois stond. Zoals mijn nieuwe 'naam'. Dat zondags geluk kan bestaan uit schateren en knuffelen. Hoe grappig mijn meiden waren, hun vragen ontwapenden me. Ik was favoriet bij het instoppen omdat ik voorlas uit De GVR en Dikkie Dik, een nieuw ritueel dat ik inbracht.
Aan kleine dingen merkte ik dat mijn liefde groeide. Dat ik ook aan ze bleef denken als ze bij hun moeder waren. Dat ik in de boekwinkel bleef hangen bij de voorleesboeken en Ronja de roversdochter kocht voor als ze ouder waren. Dat ik aan een vriendin vertelde dat de jongste knoflookolijven én haring lustte. En dat het me niks uitmaakte als mijn vriendin dan achter haar hand gaapte.
Mee naar tienminutengesprekken
De stapjes werden stappen. Ik ging mee opvoeden én de meiden luisterden – oké, ze luisterden beter naar hun vader, maar zijn stem is nu eenmaal harder dan die van mij en zijn grenzen minder rekbaar. Ik vond mijn plek op school en schoof aan bij de tienminutengesprekken, samen met hun vader en moeder.
En niemand keek daar gek van op. We kregen als gezin onze eigen gewoontes, we gingen samen op vakantie en vierden verjaardagen en ander feestelijks. Het ge-heen en weer tussen twee huizen, het gemis soms van de andere ouder, de dagelijkse drukte van opgroeiende kinderen, het wende en meer dan dat. Wat anders is werd gewoon.
Lees ook: Co-ouderschap: 12 tips voor gescheiden ouders
Luchtigheid en liefde
Ik vond mijn draai als stiefmoeder én de liefde in het kwadraat met mijn vrolijke samengestelde, allesbehalve perfecte maar liefdevolle gezin. Ik ontdekte dat er genoeg houvast is. Dat je met een gezond verstand en gevoel voor humor op zak goed uitgerust bent. Dat je – uit de schaduw van het boze stiefmoederschap en het heilige moederschap – je eigen verhaal met de kinderen kunt maken. Dat het tijd kost, maar dat in die tijd ook veel moois te beleven valt.
Ik hoop dat we meer verhalen gaan vertellen over stiefmoederschap, het onderwerp kan wel wat luchtigheid en liefde gebruiken. Omdat je – als je er als stiefmoeder voor staat – niet alleen wilt horen wat er mis kan gaan, wat de valkuilen en problemen zijn, maar ook wat er goed kan gaan en dát het goed kan gaan. En dat het de moeite meer dan waard is.
Tot over je oren - Een vrolijke kijk op stiefmoederen van Jasperina Roozendaal verschijnt bij uitgeverij Pressburg (20 euro).