
Soms gaat het anders: zwanger raken met anorexia
Het leven van Susan (35) draaide om één ding: niet eten. Totdat die drang om zichzelf uit te hongeren werd verdreven door een heel ander verlangen: moeder worden.
‘Anorexia sluipt en sluimert. Er is geen moment geweest waarover ik kan zeggen: tóén is het begonnen. Wel was ik altijd perfectionistisch, bang om te falen en onzeker. Toen ik 27 was, ging het uit met mijn toenmalige vriend. We waren zeven jaar samen geweest. Ik verhuisde terug naar mijn ouders, sliep weer in mijn oude kamer. Ook al was het mijn keuze om de relatie te verbreken: ik voelde me toch verdrietig en ontwricht.
In die periode werkte ik fulltime als manager in een kledingwinkel en als het even kon, ging ik stappen met vriendinnen. Door alle stress viel ik een paar kilo af. Mensen gaven me complimenten over mijn figuur en ik was daar gevoelig voor. Misschien lukt het me om nóg slanker te worden, bedacht ik. Ik focuste op calorieën. Ik at wel, maar veel te weinig. Ik ben hier goed in, hield ik mezelf voor, wanneer de weegschaal weer liet zien dat ik was afgevallen.
Ik wil leven
Tijdens een weekend weg in Groningen met een vriendin ontmoette ik Jordan. We werden verliefd en anderhalf jaar later verhuisde ik voor hem naar de andere kant van Nederland. Toen ging het helemaal bergafwaarts. Ik had een nieuwe baan en moest wennen aan mijn nieuwe leven. Ik stortte me op het enige waar ik voor mijn gevoel controle over had: afvallen. Met een app hield ik gedetailleerd bij wat ik op een dag van mezelf mocht eten. Voor Jordan ging dit proces geleidelijk en ik werd boos als hij over mijn eetgedrag begon.
Inmiddels kon de buitenwereld ook zien dat het niet goed met me ging. Toen ik Jordans ouders voor de eerste keer ontmoette, hoorde ik zijn vader vanuit de badkamer zeggen: “Ze is wel érg dun hè?” Ik trok me er niets van aan. Fysiek en mentaal was ik aan het aftakelen. Totdat ik op een ochtend bedacht: dit kan zo niet langer. Ik wil leven! Vanaf toen ging het snel. Ik zocht hulp en werd opgenomen in een kliniek. Zes maanden heb ik daar gezeten. Alleen in het weekend mocht ik naar huis. Nadat ik ontslagen was, ging het even beter, maar al snel kreeg ik een terugval.
Extra porties eten
Ik wist al jong dat ik graag kinderen wilde. Het liefst een gezellig groot gezin. Ik zag mezelf als de moeder die na schooltijd haar kinderen met thee en biscuitjes opwachtte. Zo had mijn moeder het ook altijd gedaan en ik genoot daarvan als klein meisje. Nadat ik uit de kliniek kwam, was mijn kinderwens groter dan ooit. Met mij ging het nog steeds niet goed, maar Jordan en ik waren zeker van onze relatie. We wilden samen graag de verantwoordelijkheid dragen voor een kind in ons leven. Ik stopte met de pil om te kijken wat mijn lichaam zou doen. Tegelijkertijd was ik doodsbang om erachter te komen dat ik niet meer ongesteld zou worden door mijn anorexia.
“Als dat zo is, moet je bij me weggaan,” zei ik tegen Jordan. Ik moest er niet aan denken dat hij door mijn ziekte geen vader zou worden. “Dat nooit,” zei hij stellig. Maar waar ik al bang voor was, gebeurde. Mijn menstruatie bleef uit. “Dat komt doordat je BMI veel te laag is,” zei de dokter. Je moet eerst aankomen voordat je zwanger kunt worden. Mijn anorexia schreeuwde ‘nee!’ Ik wilde de controle niet verliezen en was bang om dik te worden als ik de teugels liet vieren. Maar mijn kinderwens bleek sterker dan mijn eetstoornis. Ik dwong mezelf om extra porties op te scheppen. Met tegenzin nam ik toetjes en elke keer als ik het gevecht leek te verliezen, dacht ik aan mezelf met een kind in mijn armen. Ik stopte met roken en na een paar maanden was ik een paar kilo aangekomen, waardoor mijn BMI nét oké was.
Hormonen inspuiten
Omdat ik 31 was en nog altijd niet ongesteld werd, mochten we beginnen aan een traject in het ziekenhuis. Een verpleger deed één keer voor hoe ik mezelf hormonen moest inspuiten en daarna was het: fijne dag en succes. Thuis zaten Jordan en ik te klooien met naalden. Vloeistoffen mengen, luchtbellen uit de spuit tikken: het leek wel een drugslab. In totaal hebben we drie pogingen gedaan om via hormoonbehandelingen een eisprong te krijgen. Ik raakte mezelf kwijt door alle stemmingswisselingen. Mijn benen waren bont en blauw van de naalden. Álles deed pijn. Onze omgeving vertelden we niets over het traject, omdat we bang waren dat er dan voor ons druk op kwam te staan. Op een avond aten we met een groep vrienden. Halverwege de maaltijd rende ik naar buiten. Ik kon het lawaai en de gesprekken niet meer aan en begon te huilen. “Ik wil dit niet meer!” snikte ik tegen Jordan. “Op deze manier wil ik geen kinderen.”
Lees ook: 7 veelgevraagde vragen over hulp bij zwanger worden
Seks, nu!
Toen we bij de gynaecoloog aangaven dat we wilden stoppen, vroeg zij of ze nog één keer mijn bloed mocht prikken. “Het is duidelijk dat de hormoonbehandeling niet werkt bij jou,” zei ze. “Door de anorexia zijn bepaalde waardes te laag, waardoor je geen eisprong krijgt.” De gynaecoloog wilde onderzoeken of er toch een andere mogelijkheid was. Die bleek er te zijn. Ik kwam in aanmerking voor een onbekende behandeling die maar twee mensen in Nederland tegelijk kunnen krijgen: ik kreeg een kastje op mijn buik die automatisch elke negentig minuten een kleine hoeveelheid vloeistof via een naaldje losliet.
We leefden in een bubbel, omdat het kastje vaak vervangen moest worden en ik uitgebreid gemonitord werd in het ziekenhuis. Maar tot onze verbazing bleek er bij mij, na een paar weken, een eitje te groeien. En het eitje bleef groeien. Totdat ik in het ziekenhuis een pregnylprik kreeg en ze zeiden: “Ga maar snel naar huis. Je bent vruchtbaar!” Met andere woorden: jullie moeten nú seks hebben! Twee weken later deed ik met trillende handen een zwangerschapstest in de badkamer. Bij het zien van twee streepjes rende ik naar Jordan, die nog in bed lag. Als twee kleine kinderen stonden we op het bed te springen.
Lees ook: Alles over sperma en de kans om zwanger te worden
Knop om
Ik werd door iedereen goed in de gaten gehouden, maar bij mij ging er een knop om. Geen haar op mijn hoofd die mijn lichaam wilde uithongeren. Natuurlijk had ik het soms moeilijk. Dan keek ik naar mijn bovenbenen en dacht: jeetje, ze worden dik! Maar dan schopte het kleine meisje in mijn buik en werd ik tot de orde geroepen. Tegen alle verwachtingen van hulpverleners in vond ik mijn zwangere lijf zelfs mooi. Ik was trots dat alles het gewoon deed. Wel was ik bang voor ná de bevalling. Hoe zou mijn lichaam er dan uitzien? Mensen vroegen soms: “Jeetje, wat heb jij een kleine buik. Eet je wel genoeg?” Ik kwam tijdens de zwangerschap maar zes kilo aan. Maar in het ziekenhuis zagen ze dat de baby goed groeide en dat was voor mij de bevestiging dat ik goed bezig was.
Toen Lot werd geboren, waren Jordan en ik intens gelukkig. Ik wilde graag borstvoeding geven en dat lukte. Maar die drang was zó groot dat het soms dwangmatig werd. Ik dronk liters borstvoedingsthee, uit angst dat mijn productie achteruit zou gaan. Ik deed dat ook, omdat ik had gehoord dat je makkelijker terug op gewicht komt met borstvoeding. Daarnaast probeerde ik dwangmatig de controle over mijn dagen vast te houden. Mijn controle op eten was ik kwijt, dus ik zocht een andere uitlaatklep. Maar Lot gaf aan wanneer ze wilde eten of slapen: niet ik.
Lees ook: gewichtstoename tijdens zwangerschap, wat is gezond?
Monster in de hoek
Inmiddels ben ik ook moeder geworden van Sam, Lot is nu drie. Na twee zwangerschappen heb ik een diep respect voor mijn lijf. Anorexia raak je nooit helemaal kwijt. Ik vergelijk het met een monster dat aan een ketting in de hoek ligt. Soms begint hij te brullen. Dan hóór ik hem, maar trek ik snel aan de ketting. De ene keer is dat vermoeiender dan de andere keer. Toch weiger ik de anorexia mijn leven te laten beheersen. De kinderen hebben een gezonde en stabiele moeder nodig.’
Susan volgen op Instagram? @het.leven.is.zo.leuk
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Albertine Otten