
‘Zet pester en slachtoffer bij elkaar’
Er wordt minder gepest als de leerkracht kinderen die elkaar niet aardig vinden, dichter bij elkaar zet in de klas. Na 3 maanden gaan deze kinderen elkaar aardiger bejegenen. Het resultaat: het klimaat in de klas verandert, er ontstaat minder pestgedrag en er vallen minder kinderen buiten de groep.
Dat concludeert psychologe Yvonne van den Berg uit een onderzoek waarmee zij onlangs promoveerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
27 basisschoolklassen
Van den Berg experimenteerde met 27 basisschoolklassen en ruim 500 koppels van 10- tot 12-jarigen die elkaar niet lagen of zelfs een hekel aan elkaar hadden. Ze ontdekte dat kinderen die in de klas bij elkaar in de buurt zitten, elkaar aardiger vinden dan kinderen die ver uit elkaar zitten. Ongeacht of ze zelf hun plekje hebben uitgezocht of dat de leerkracht een plek heeft aangewezen.
‘Nabijheid verbroedert’
‘Nabijheid verbroedert,’ aldus Van den Berg tegenover de Volkskrant. Ze baseert zich op experimenten met volwassenen: ‘Werknemers die bij elkaar op de afdeling zitten, vinden elkaar doorgaans sympathieker dan collega’s die ver van elkaar verwijderd zitten. Samenwerking vergroot de kans dat je met elkaar positieve ervaringen opdoet. Met kinderen was dit nooit onderzocht, maar waarom zou het bij hun anders zijn?’
Niet dé oplossing tegen pesten
Van den Berg waarschuwt dat ze niet dé oplossing heeft gevonden tegen het pesten op de basisschool. ‘Daarvoor is te weinig bekend over waarom deze experimenten de relaties tussen kinderen verbeteren.’
Handig voor leraren die vastlopen
Volgens van den Berg kunnen de bevindingen echter wel interessant zijn voor leerkrachten die vastlopen: ‘Het is gratis en kost de docent een leerlingen geen enkele inspanning, in tegenstelling tot de pestprogramma’s die we kennen.’
Lage cijfers
Kinderen die elkaar waardeerden met het laagste cijfer op een sympathieschaal van 1 tot 7, gaven elkaar een 3,5 nadat ze 3 maanden dichter bij elkaar hadden gezeten. ‘Nare gevoelens werden omgezet in neutrale,’ aldus Van den Berg. De duo’s werden overigens nooit direct naast elkaar gezet, er zat altijd een neutrale klasgenoot tussen.
‘Misschien in het Gooi, maar niet in achterstandswijk’
Onderwijskundige Tim Mainhard van de Universiteit van Utrecht, die ook veel onderzoek doet naar sociale processen in de klas, roemt de ‘creatieve en nieuwe insteek’ van de experimenten. ‘Maar de effecten zijn klein in vergelijking met de controleklassen in het onderzoek. Het is een startpunt voor nader onderzoek om te snappen wat hier gebeurt. Er zijn in de klas zo veel variabelen die van invloed kunnen zijn. En misschien werkt deze aanpak wel in het Gooi, maar helemaal niet in een achterstandswijk in Amsterdam.’
Auteur: Erandi Godinez – Bron: de Volkskrant – Foto: 123rf
Lees ook:
Wat als je kind een pestkop is?