Alsof we gek zijn
'Soms stonden we in de supermarkt en hoorde je mechanisch gehuil vanuit de kinderwagen. Tja, dan moesten we Henkie dus optillen en zijn nepfles geven. Mensen staarden ons aan, alsof we niet goed waren. Maar wij wilden gewoon zeker weten dat, wanneer het zo ver was, we een échte baby aan zouden kunnen.
Ongeluk
Ik was twintig toen ik een zwaar ongeluk kreeg. Op de snelweg botste ik tegen een auto voor me en omdat mijn auto begon te roken, sprong ik er snel uit. Ik bleef netjes op mijn eigen weghelft, maar een auto, in de baan naast me, zag me niet. Ik werd gelanceerd en brak mijn schedel van oor tot oor. Ook mijn been en knie werden verbrijzeld.
Zwaar beschadigd
Gelukkig was ik meteen bewusteloos. Mijn letsel was zo extreem dat ik, met een maximale dosis pijnstilling, kunstmatig in coma gehouden werd. Niemand wist of ik nog wakker zou worden en in welke toestand. Ik kan me er zelf niets meer van herinneren, maar wonder boven wonder werd ik een maand later wakker. Mijn kortetermijngeheugen bleek zwaar beschadigd en ik moest opnieuw leren praten, lopen en eten.
Weer aangereden
Het revalidatieproces duurde zo'n vier jaar. En toen ik eindelijk weer goed en wel op de been was, werd ik opnieuw aangereden door een auto. Ik stak de weg over, maar de bestuurder sloeg onverwachts af. Omdat mijn evenwicht nog steeds wankel was, viel ik verkeerd, waardoor de auto over mijn rechteronderbeen reed. Ja, pech is zacht uitgedrukt, want de revalidatie begon weer van voren af aan.
Meteen vertrouwd
Ik kwam er weer een soort van bovenop en ontmoette Anton twee jaar later. Het was liefde op het eerste gezicht en alles voelde meteen vertrouwd. Ik woonde op dat moment nog bij mijn zus en later op een zorgboerderij, omdat ik door het ongeluk veel hulp nodig had.
Kort lontje
Ik moest leren leven met mijn niet-aangeboren hersenletsel. Dat hield in dat ik heel snel overprikkeld en supermoe was. Ook mijn concentratievermogen was dramatisch en mijn geduld raakte snel op, waardoor ik woede-uitbarstingen had. Verder ben ik linkszijdig gedeeltelijk verlamd. Ik kan gewoon lopen, maar niet gemakkelijk tillen. Als ik moe ben, kan ik met mijn linkerhand nog geen koffiekopje vasthouden.
Tot tien tellen
Anton kan goed met mijn uitbarstingen omgaan. Hij begrijpt waar ze vandaan komen en ziet dat ik soms worstel. Inmiddels wonen we al wat jaren samen en ik heb geleerd om mijn uitbarstingen onder controle te houden. Als ik het mandje voor messen en vorken in de vaatwasser probeer terug te zetten, lukt dat motorisch soms niet. Dan voel ik woede opkomen en tel ik tot tien. Eigenlijk wil ik de vaatwasser op zo'n moment uit het raam gooien, maar na jaren oefenen weet ik dat ik even moet weglopen om af te koelen.
Kortsluiting
Ook wanneer ik de honden probeer aan te lijnen en het riempje schiet steeds dicht, of als ik zonder succes een sleutel in het slot probeer te steken, moet ik even een stap terugnemen. Nog steeds ben ik snel overprikkeld en moe. Als ik een boek zit te lezen en Anton kijkt een filmpje op zijn telefoon met geluid, dan ontstaat er een soort kortsluiting in mijn hoofd. Sinds mijn ongeluk laadt mijn batterij niet meer op en slaap ik slecht.
Zo veel twijfels
Om die redenen had ik grote twijfels over moeder worden. Anton en ik wilden supergraag een kind en ik had genoeg liefde om te geven, maar hoe zat het met mijn woede-uitbarstingen? Kon ik ook zo boos worden op mijn baby? En hoe zou mijn lijf reageren op slapeloze nachten? Een huilende baby? Of überhaupt een zwangerschap?
Oefenpop
Via stichting MEE (een organisatie die zich inzet voor mensen met een beperking, red.) werd ik geattendeerd op de oefenpop, voor ouders die willen weten of ze het verzorgen van een baby mentaal en fysiek aankunnen. Deze pop ziet eruit als een Baby Born, maar weegt vier kilo en huilt als een echte baby.
Sensoren
Ook moet je hem laten slapen, verschonen en voeden. De pop heeft namelijk allemaal sensoren. Als je hem in een hoek van de kamer zou smijten of je schudt hem flink door elkaar, dan wordt dat allemaal geregistreerd. Een hulpverlener van stichting MEE kijkt op die manier mee en de proeftijd wordt vervolgens uitgebreid besproken.
Drie standen
Zo gebeurde het dat wij drie weken lang de ouders waren van oefenpop Henkie. Zo noemden we hem zelf, want we zagen er ook wel de humor van in. Van mijn zus leenden we een kinderwagen en maxicosi. Henkie bleek drie standen te hebben: makkelijk, gemiddeld en moeilijk.
Huilerige Henkie
In de eerste week zette ik hem op moeilijk. Dat is te vergelijken met een huilbaby. Henkie werd 's nachts elke twee uur wakker en als ik hem dan een voeding en schone luier had gegeven, huilde hij nog een uur achtereen en moest ik met hem wandelen. Aan slapen kwam ik nauwelijks toe, maar tot mijn verbazing werd ik daar niet heel anders van. Ik sliep altijd al slecht en nu had ik iets te doen midden in de nacht.
Mee naar buiten
Ik vond het gênant om met Henkie naar buiten te moeten, maar ik mocht hem natuurlijk niet zomaar thuislaten. Soms stond ik net op straat als hij keihard begon te huilen, dan moest ik hem dus wel uit de wagen pakken. Ik zag mensen dan verbaasd naar me kijken.
Oververhit
Anton en ik zaten op een hete zomerdag een keer in de tuin. Natuurlijk verzorgden we Henkie goed, maar hij bleek ook een hittesensor te hebben en toen ik naar mijn wekelijkse bespreking ging, kreeg ik van mijn hulpverlener te horen dat Henkie het die dag veel te heet had gehad. Met een echte baby zou ik dat natuurlijk anders aangepakt hebben.
Standje makkelijk
In de weken erna stond Henkie op gemiddeld en makkelijk. Daar vlogen we zonder problemen doorheen. Het huilen had weinig effect op mijn overprikkeling en ik bleek geduldiger dan ik dacht.
Scootmobiel
Anton en ik hadden de knoop doorgehakt en we durfden het aan. Toen drie maanden later de zwangerschapstest positief bleek, huilden we van geluk. Ik zette me schrap voor een zware zwangerschap. Mijn benen en knieën zijn zwak, dus dat zou vast een probleem worden met een dikker wordende buik. Ik ging er zelfs vanuit dat ik de laatste maanden van mijn zwangerschap in een scootmobiel moest rondrijden.
Kan ik persen?
Niets bleek minder waar. Ik voelde me fantastisch. Natuurlijk was ik nog steeds moe en kreeg ik migraine door te veel prikkels, maar dat was ik gewend. Ik had er lol in om supergezond te eten. Tegen de bevalling zag ik op, omdat ik gedeeltelijk verlamd ben. Mijn angst was dat ik niet kon persen en dat de baby vast zou komen te zitten.
Verrassend makkelijk
Daarom vroeg ik aan de gynaecoloog of ik alsjeblieft een keizersnee mocht, maar daar wilde ze niets van weten. "Jouw lijf kan dit gewoon," zei ze en ze kreeg gelijk. Demelsa werd zonder complicaties geboren en toen ze op mijn borst werd gelegd, keek ze me met grote ogen aan. Daar beneden waren ze druk bezig met hechten, maar ik was zo opgelucht en blij, ik merkte er niets van.
Zwaarder dan Henkie
In de eerste maand was het heftig, omdat de borstvoeding niet lukte en ik alle voedingen wilde kolven. De dagen waren zwaarder dan die met Henkie op de moeilijke stand, maar na een paar weken sloeg dat om. Demelsa sliep verrassend goed door, kreeg in de gaten hoe ze uit mijn borst moest drinken en Anton en ik genoten met volle teugen. Hij was lange tijd vrij van zijn werk om mij te ondersteunen.
Rotsvast ritme
Natuurlijk ben ik moe en heb ik nog steeds weleens een kort lontje en hoofdpijn. Maar ik kan dat ondervangen door een ijzeren ritme te creëren. Demelsa is nu veertien maanden. Elke ochtend maak ik haar wakker om half zeven. Dan krijgt ze haar eerste voeding en begint ons dagschema. Een fruitmoment, spelen, wandelen, lunchen: het gebeurt allemaal volgens een vaste tijd.
Vrolijk meisje
Demelsa en ik vinden dat heerlijk, want we weten precies waar we aan toe zijn en ik kan elke middag een slaapje meepakken, zodat ik in de namiddag weer energie heb. Ik ben honderd procent afgekeurd en heb daarom geen baan. Demelsa is altijd bij mij en ik zou niet anders willen. Ze is een heerlijk vrolijk meisje, lacht veel en ontdekt de wereld om zich heen.
Relaxte moeder
Wanneer ik haar moet verschonen, werkt ze soms niet mee en begint ze te kronkelen. Dat is lastig voor mij, omdat ik niet veel kracht heb in mijn handen. Soms word ik dan ongeduldig, maar wanneer ik haar kietel en laat lachen, kan ik haar afleiden en alsnog een luier om doen. Ook tillen is soms een probleem. Ik doe alles met rechts, maar sinds de bevalling heb ik veel last van mijn bekken. Tja, dat is een beetje zoeken, maar tot nu toe valt het me alles mee. Ik blijk eigenlijk best een relaxte moeder.
Tweede kind?
Elke zondag gaan we met z'n drieën in bad. In het begin waren dat maar vijf minuten, maar inmiddels zitten we zo een halfuur in het warme water. Demelsa vindt dat fantastisch. We spelen met haar badeendjes en zij spettert Anton nat terwijl ze watertrappelt met haar voetjes. Soms fantaseren Anton en ik over een tweede kind, maar ik vraag me af of ik dat wel aankan. Nee, nog een oefenpop hebben we daarvoor niet nodig. We zien wel wat de toekomst brengt.'
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Interview: Albertine Otten. Beeld: GettyImages
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.