'Mijn zoon was ruim 1 jaar oud, toen er een nichtje van me geboren werd. Sinds Otis geboren is, weet ik zeker dat ik geen tweede kind wil. Maar toen we bij mijn nichtje op kraamvisite zouden gaan, dacht ik: misschien wordt dit dan de test. Als ik weer een baby vasthoud, misschien wil ik er dan toch nog wél eentje. Dus ik hield haar in mijn armen, en wachtte. Maar ik voelde helemaal niets. Geen kriebels. Niks.
Mijn man Menno had dat eigenlijk ook. We hadden tegen elkaar gezegd: misschien, als we het baby'tje zien, willen we het weer. Maar dat gebeurde niet. Dat was een duidelijk moment voor ons. Ik denk het zeker te weten, maar ik merk dat er meer speelt dan alleen mijn gevoelens. De buitenwereld komt er steeds tussen.
Lees ook: 'Wanneer komt de tweede?' Dit is waarom een gezin met twee kinderen nog steeds de norm is
Echt een keuze maken
Ik ben opgegroeid met één zus en Menno met één broer. Dat was ons voorbeeld. We spraken wel altijd over twee kinderen, maar Menno dacht van tevoren ook: even kijken hoe het is met één. Voor de eerste voelde ik een sterke kinderwens.
Menno maakte een bewuste afweging: wat betekent dat voor ons leven en wil ik het dan? En wat weet je nou over het hebben van een kind als je er geen hebt? Pas als je een kind hebt, kun je echt een keuze maken.
Mannenberoep is te zwaar
Ik ben geluidstechnicus voor theaterproducties en werk meestal van één uur 's middags tot twaalf uur 's nachts. Het is heel fysiek werk: veel tillen, lopen en zware dingen sjouwen. Ik heb geen kantoorbaan die je tot 38 weken zwangerschap kunt doen. Toen kwam de coronacrisis en zat ik ineens zonder werk. Ik dacht: als ik dan toch thuis zit, kunnen we net zo goed nu meteen stoppen met de pil en het proberen. Dat hebben we gedaan.
Het duurde alsnog twee jaar voordat ik zwanger was. Ging alles weer open, zat ik zwanger thuis. Die tijd vond ik best wel klote. Ik was wel blij dat er een kind kwam, maar vanaf week zeven was ik moe en misselijk en kon ik eigenlijk niet goed werken. Mijn werk is een mannenberoep. Ik dacht dat ik net als een man niet maanden thuis hoefde te zitten met mijn kind en gewoon weer lekker aan het werk kon.
Nou, dat liep anders. Ik heb nu nog steeds bekkenklachten en werken is te zwaar. Ik zit thuis. Dat vind ik pittig om te accepteren. Mijn werk was ook mijn identiteit. Soms ben ik er gefrustreerd over, andere keren denk ik: het is ook erg fijn, al die tijd met mijn kind.
Lees ook: Twee therapeuten over wat je kunt doen tegen bekkenpijn
We voelen het gewoon niet
Ik heb een vriendin die zei: ,,Ik wou dat ik maar één kind wilde, want dat is lekker overzichtelijk". Ze heeft er twee en toen hun eerste kind geboren werd, zaten zij helemaal op een roze wolk. Ze wilden wel drie kinderen, want dit was zo fantastisch. Gaandeweg kwam mijn vriendin daarop terug, ze is bang om de harmonie te verstoren. Ze is blij dat ze twee gezonde kinderen heeft. Rationeel gezien is haar gezin compleet, maar ik merk dat het gevoelsmatig bij haar wel nog kriebelt voor een derde.
Ik heb een andere vriendin die zwangerschapsvergiftiging had en op het randje van de dood heeft gelegen. Zij wil nog een kind en wil dat allemaal nog een keer meemaken. De wens is dan zo sterk dat het alle praktische bezwaren van tafel veegt. Dat is uiteindelijk het sterkste - niet de ratio, maar het gevoel. Volgens mij is het bij ons ook zo: we voelen die kinderwens voor een tweede gewoon niet.
Aan het twijfelen gebracht
Qua toekomst denk ik verder dat een enig kind heel voordelig is. Volgens mij is het voor Otis ook prima. We hebben mensen in onze omgeving die enig kind waren en dat juist heerlijk vonden. Otis is nu ook al een kind dat zichzelf erg goed kan vermaken. Dus ik heb er wel vertrouwen in dat we hem daarin niet tekortdoen.
Ik weet echt zeker dat ik geen tweede kind wil, maar de gynaecoloog en de EMDR-therapeut zeggen steeds dat mijn trauma van de bevalling meespeelt in mijn beslissing. Ze blijven maar herhalen dat ik misschien wel een tweede kind wil als ik eenmaal hersteld ben en dat trauma heb verwerkt.
Dat maakt me soms onzeker; ik begin dan aan mijn eigen gevoel te twijfelen. Het lijkt wel alsof degenen die me juist zouden moeten steunen mijn duidelijke keuze steeds weer in twijfel trekken. Ik vind dat eerdere ervaringen best een rol mogen spelen in de keuze. Die hoef ik niet van tafel te vegen.
Lees ook: Psycholoog Marijke Uithol over EMDR-therapie na een bevalling
Uitleggen waarom
Ik merk dat mensen met twee kinderen zich nooit hoeven te verantwoorden waarom ze geen derde willen. Ik heb vriendinnen die zeggen: ,,Ik wil echt geen derde, dat is gewoon te veel." En niemand vraagt daar verder naar. Maar als je zegt dat je geen tweede wilt, moet je ineens uitleggen waarom niet. Het voelt soms alsof mijn gevoel niet genoeg is.
Mensen verwachten blijkbaar dat je altijd meer kinderen wilt. Het is echt iets van de maatschappij, dat idee dat een gezin pas compleet is met meer dan één kind. Maar ik blijf vertrouwen op mijn eigen gevoel en ga ervan uit dat ik het allerbeste weet wat goed is voor ons gezin. Wij zijn compleet met zijn drieën.'