'Wij vonden het al een wonder dat we überhaupt één kind konden krijgen. Bij een van de laatste gesprekken in het ziekenhuis zei de gynaecoloog: ,,Jullie hebben nu al zoveel geprobeerd. Ik denk dat het verstandig is als jullie ervan uitgaan dat jullie geen kinderen meer gaan krijgen." Dat was niet leuk om te horen, maar het was wel het eerlijke antwoord.
Toen hebben we besloten om te stoppen en ons leven helemaal om te gooien. Wij wilden niet de leuke, gekke oom en tante van de kinderen van onze vrienden worden. Zo zagen we het voor ons, kinderloos in Nijmegen. Dus toen we een appartement in Amsterdam konden kopen, zijn we vertrokken.
Lees ook: 7 veelgestelde vragen over hulp bij zwanger worden
Goeie investering
We woonden daar zeven maanden toen bleek dat Jenneke al bijna tien weken zwanger was. Onze vrienden, waarvan wij die gekke oom en tante niet wilden worden, waren toen ook allemaal met kinderen bezig. Wij zagen dat het op veel vlakken veel leuker zou zijn om dichter bij elkaar te wonen en toen zijn we weer terugverhuisd. De woningmarkt was toen nét aan het ontploffen, dus mijn vrouw zegt nog altijd: ,,Onze verhuizing naar Amsterdam is een zeer goede vruchtbaarheids- en vastgoedinvestering gebleken".
Al die stigma's
Wij hadden eigenlijk altijd de wens om in ieder geval twee kinderen te hebben en dan te bekijken of we er misschien wel drie wilden. Maar twee kinderen leek mij ook heel mooi. Ik ben zelf ook enig kind en ik heb het gevoel dat toen ik klein was, dat dat best wel uitzonderlijk was. Er waren veel stigma's: als je enig kind bent, dan leer je nooit delen, dan ben je altijd heel erg zelfzuchtig, dan word je geen sociaal mens.
Lees ook: The One Kid Club: Anouk wordt woest als mensen zeggen dat één kind geen kind is
Geen actief besluit
Toen wij aan kinderen begonnen, werd al snel duidelijk dat het niet van een leien dakje ging. Jenneke had eerst een miskraam en toen kwamen we in een fertiliteitstraject. Na de geboorte van Nelis hebben we best wel een tijdje 'niet echt heel duidelijk' geprobeerd om een tweede te krijgen. Ik weet niet hoe ik het anders moet omschrijven. Geen anticonceptie meer en we zagen het wel.
Toen heeft Jenneke nog twee keer een miskraam gehad, maar een tweede is er nooit gekomen. We hebben nooit actief besloten om ergens mee te stoppen. Nelis is nu 7 jaar en het is gewoon nooit meer gebeurd.
Geen bondgenoot
Het nadeel voor Nelis is misschien dat hij geen bondgenoot van zijn eigen leeftijd in ons gezin heeft. Ik denk dat ik dat voor hem heel leuk had gevonden. Toen mijn vader heel erg ziek was en daarna overleed, was dat eigenlijk de enige keer dat ik dacht: het zou nu wel fijn zijn geweest als ik een broer of een zus had om die heftige dingen mee te delen. Omdat je dan samen die geschiedenis hebt met die persoon en daarop reflecteert. Dat lijkt me toch anders dan dat je er met je partner over praat.
Lees ook: Samen spelen, samen leren: ontwikkelen kinderen zich sneller als ze een oudere broer of zus hebben?
Clubhuis van de straat
We wisten min of meer: oké, we hebben één kind, en het is zoals het is. En dan willen we ook zoveel mogelijk kinderen over de vloer. Dat iedereen altijd welkom is, ook met logeren en dat soort dingen. Ons huis is een beetje het clubhuis van de straat geworden. Soms is dat wel heel erg druk, maar het merendeel van de tijd pakt dat heel goed uit.
Nelis is gelukkig een sociaal kind. Hij vindt het leuk om met andere kinderen te spelen, en hij maakt makkelijk contact. Het helpt in het proces om het wat meer te kunnen relativeren. Ook hebben we echt veel vrienden met maar één kind. Per toeval! Ik weet ook niet hoe dat komt, maar het viel ons pas een keer op.
Zelf doen
Ik denk dat je als enig kind veel over jezelf leert, al op jonge leeftijd leer je jezelf te vermaken en vrienden te maken. Als je geen broers en zussen hebt, moet je het allemaal zelf doen. Je hebt niemand die zegt: kom we gaan vandaag iets doen.
Ik zie bij Nelis weleens dat hij het, bijvoorbeeld als we ergens zijn, spannend vindt om op iemand af te stappen. Dat hebben alle kinderen natuurlijk, maar een enig kind moet er wel op af, want anders is het ook maar saai.
Mijn ouders stimuleerden mij altijd om eropuit te gaan, niet af te wachten. Ik denk dat dat erg leerzaam is voor een kind. En Nelis durft het uiteindelijk altijd. Hij vindt altijd wel iemand om mee te spelen. Dus ik maak me geen zorgen. Ik weet: het is allemaal prima te doen.'