Kinderen die tussen hun tiende en vijftiende levensjaar één keer verhuizen, hebben 41 procent meer kans om later depressief te worden dan wie niet verhuist in die levensfase. Verhuis je twee of meerdere keren in die periode, dan stijgt dat risico zelfs tot 61 procent. Dat ontdekten onderzoekers van Aarhus University, de University of Manchester en de University of Plymouth.
Lees ook: Tips voor een zo soepel mogelijke verhuizing van opvoedcoach Valerie Ritchie
Verhuizen naar andere omgeving
De onderzoekers volgden ruim 1 miljoen inwoners van Denemarken die tussen 1982 en 2003 zijn geboren. Van die miljoen kregen ruim 35.000 mensen – zo'n 2,3 procent – later in hun leven de officiële diagnose van depressie.
Wie in zijn jeugd in een achterstandswijk woonde, liep 10 procent meer kans om depressief te worden dan iemand die is opgegroeid in een rijkere wijk. Dat is op zich niet heel onverwacht – veranderen van woonomgeving tijdens de vroege tienerjaren bleek daarentegen een nog belangrijkere risicofactor. En dan maakt het niet uit of je naar een armere of rijkere wijk bent verhuisd.
Stabiliteit in kinderjaren
De studie was er niet op gericht om redenen voor dit verband te vinden, maar volgens hoofdonderzoeker Clive Sable van de University of Plymouth kan verhuizen de sociale netwerken van kinderen ontwrichten. Door een verhuizing moeten ze hun vriendengroepen, sportteams en religieuze gemeenschappen vervangen – allemaal factoren die zorgen voor een gevoel van verbondenheid.
,,Zelfs als je uit de meest inkomensarme gemeenschappen kwam, was niet-verhuizen beschermend voor je gezondheid", aldus Sable. ,,Het onderzoek wijst erop dat stabiliteit tijdens de jeugd, zeker in de vroege jeugd, heel, heel belangrijk is."
Bron: The New York Times, Scientias