
Decemberdilemma's mét pedagogisch verantwoorde oplossingen
December is gezellig, maar opvoedtechnisch niet de makkelijkste maand. Wat te doen bij tegenvallende cadeaus, opdringerige tantes en een overdosis strooigoed? Pedagoog Krista Okma weet hoe je de sfeer erin houdt.
Dilemma 1: Baby’s eerste kerst
Vóórdat je een kind had, leek het je zo knus en gezellig: samen naar de intocht van Sinterklaas, schoentjes zetten, de kerstboom versieren… Maar nu je baby er is vraag je je af of hij, tussen alle hapjes en slaapjes door, überhaupt wel wat meekrijgt van al die feestdagen.Oplossing Krista: ‘De vragen die eigenlijk de hele decembermaand centraal staan, zijn: wat wil je zelf en waarom doe je het? Voor een baby hoef je echt geen Sinterklaas of Kerstmis te vieren, want hij krijgt er weinig van mee en begrijpt ook nog niet waar het feest over gaat. Maar vanaf een jaar of anderhalf ervaren kinderen al wel de gezelligheid – en dat is natuurlijk waar het eigenlijk om draait. Zorg er voor je baby of dreumes vooral voor dat het aantal prikkels in deze drukke maand niet te groot wordt. Je hoeft echt niet én naar de Sinterklaasintocht én naar de pietenochtend op het kinderdagverblijf. Laat zijn normale ritme zo veel mogelijk doorgaan. Als je daar een keer van afwijkt, is dat echt niet erg, dat overleeft hij wel.
Cadeaus hoeven niet, het is maar net wat je zelf wilt. Kwaad kan het in ieder geval niet, dus als je het zelf leuk vindt, moet je pakjesavond of kerstavond vooral vieren. Oud en nieuw vind ik een ander verhaal. Je dreumes wakker maken om tijdens de jaarwisseling samen naar het vuurwerk te kijken, zou ik zelf niet doen. Als je kind wakker wordt door het lawaai is het wat anders, maar als hij lekker ligt te slapen zou ik dat vooral zo houden, al vind je het zelf nog zo leuk om dat moment samen te vieren. Een baby of dreumes kan er nog niks mee en is de volgende dag alleen maar uit zijn hum door het slaapgebrek. En daar begint jouw nieuwe jaar ook niet beter door.’
Lees ook: De eerste kerst met je baby, 7 tips voor een goede voorbereiding
Dilemma 2: Het lelijke cadeau
Je (schoon)moeder heeft overduidelijk haar best gedaan op een gebreide kersttrui. Niet helemaal wat je zelf zou uitkiezen voor je zoon, maar je waardeert het gebaar en ach… hoelang duurt kerst nu helemaal? Hij kan hem toch wel even aan? Vergeet het maar. Je peuter vindt hem spuuglelijk en laat dat merken ook. En dan?
Oplossing Krista: ‘Voor jou als ouder kan dat heel vervelend zijn, maar jonge kinderen kunnen zich nog niet verplaatsen in een ander. Hun reactie is nog puur en eerlijk, dus als ze iets niet leuk vinden, zeggen ze dat gewoon. Je peuter beseft nog niet dat oma weken bezig is geweest met het breien van die trui of dat jij veel moeite hebt gedaan om de juiste cadeaus te scoren. Je kunt hem dan ook niet kwalijk nemen dat hij niet dankbaar is. Pas vanaf een jaar of zeven kunnen kinderen zich inleven in anderen en kun je ze het begrip dankbaarheid bijbrengen.
Beleefdheid is weer iets anders. Je kunt je kind wel van jongs af aan leren dat je ‘dankjewel’ zegt op het moment dat je iets krijgt. Of je het nou mooi vindt of niet. Dat begint met zelf het goede voorbeeld geven. Als je kind iets krijgt, maar niets wil zeggen, kun jij er ook namens je kind voor bedanken en zeggen hoe lief je het vindt dat iemand zo veel moeite heeft gedaan of speciaal voor hem een cadeautje heeft gekocht.’
Meer lezen: Moet je kinderen altijd evenveel cadeaus geven?
Dilemma 3: De opdringerige tante
Je viert kerst dit jaar met de héle familie: feest! Oudtante Corry heb je in tijden niet gezien, dus dat is hartstikke gezellig. Zij vindt het in elk geval fantastisch om jouw kind te zien (‘Wat is-ie al groot!’), maar jouw peuter heeft met zijn eigen willetje besloten dat hij geen zin heeft om tante een kus te geven. Moet je hem pushen of het laten?
Oplossing Krista: ‘Eigenlijk begint hier al de eerste seksuele voorlichting. Het is belangrijk dat een kind van jongs af aan zijn grenzen mag aangeven, zeker als het om zijn eigen lichaam gaat. Als hij later groot is, wil je toch ook dat hij ‘nee’ zegt als het niet goed voelt om iemand te zoenen? Daarmee oefenen begint nu al. Dus als tante Corry, of wie dan ook, om een kus vraagt en je kind wil dat niet, is het goed om dat te respecteren.
Dit geldt óók als jij zelf je kind een kus of knuffel wilt geven. Als jij zegt: “Geef eens een kus,” en je kind heeft daar geen zin in, moet je dat accepteren. Wat je in het geval van tante Corry kunt doen, is haar de aandacht van je kind geven met bijvoorbeeld een boks of high five. En als tante Corry toch aandringt, kun je best uitleggen dat jouw kind zelf mag bepalen of hij iemand wel of geen kusje geeft en waarom dat zo is. Jammer voor haar.’
Dilemma 4: De overdosis prikkels
Rust, reinheid en regelmaat zijn normaal gesproken de vrienden die jou helpen je kind in het gareel te houden. Maar als Sint en de kerstman in het land zijn, verandert je altijd zo voorbeeldige peuter ineens in een stuiterbal. Hoe ga je daarmee om?
Oplossing Krista: ‘Ik gooi ze er toch nog maar een keer in: waarom doe je het? En wat wil je zelf? We laten ons in deze maand snel gek maken. Door commercials op tv, maar ook door elkaar. Een moeder op het kinderdagverblijf die voor de kerstlunch pannenkoekjes maakt in de vorm van een engel? Als je dat leuk vindt, moet je dat doen. Maar voor wie doe je het? Je kind vindt een kerstkransje net zo lekker. Mijn mantra is: overdrijf niet en maak keuzes. Je kind zit echt niet te wachten op een vijfgangendiner, drie borrels bij vrienden en mega grote cadeaus. Het gaat om de gezelligheid, de sfeer en het bij elkaar zijn. Dát is wat ze onthouden.
Natuurlijk is het niet erg om deze maand de teugels een beetje te laten vieren. Iets later naar bed, meer snoepen: dat hoort erbij. Om het snoepen in de hand te houden, kun je vanaf twee jaar een eigen snoeptrommel introduceren. Hier doe je al het snoep in dat je kind krijgt en vervolgens geef je hem net zo veel snoepjes als je normaal doet, maar dan uit die trommel. Zo blijft het zíjn snoep, maar hou jij de controle.
En hou het tussen de feestdagen een beetje rustig. Zet op zes december niet meteen de kerstboom op, maar laat je kind spelen met de cadeaus. Hou ook af en toe een pyjamadag. Een kind begrijpt best dat het soms allemaal wat losser gaat, maar hou buiten de feestdagen om zo veel mogelijk vast aan het normale ritme. Als je het in december niet té gek maakt, is het in januari niet zo moeilijk om weer in het gareel te komen.’
Dilemma 5: De huilende party pooper
Je peuter koos vandaag uit voor een extra lange tuk, waardoor jullie als laatste aanschuiven bij het kerstdiner. Die kamer vol familie voelt voor jou als een warm bad, maar je peuter duikt verlegen achter je benen of – nog ongezelliger – zet het op een brullen.
Krista: ‘Al zou je misschien liever zien dat je kind vrolijk en vrij op iedereen afstapt, dit is normaal gedrag voor een peuter. Het valt mij op dat verlegenheid vaak als iets negatiefs wordt gezien, maar dat is het helemaal niet. Verlegen zijn mág. Het kan ook heel overdonderend zijn om opeens in een kamer vol volwassenen te staan, waar alle blikken op jou zijn gericht. Bedenk maar hoe jij je voelt als je op een verjaardag komt waar je bijna niemand kent. Dat kan ongemakkelijk zijn. Laat je kind dus maar lekker veilig achter je been wegkruipen.
Boos worden of hem dwingen om iedereen een hand te geven, is geen goed idee. Wat je wel kunt doen, is je kind bij je op schoot nemen en als hij een beetje gewend is, zeggen: “Blijf maar even zitten, ik haal wat te drinken en ben zo terug.” Daarmee geef je hem het vertrouwen dat hij het wel kan. Als dat lukt, is het goed om dat te benoemen; dan groeit zijn zelfvertrouwen. Forceren heeft in elk geval geen zin, ook niet als je kind heel hard moet huilen. Je kunt dan het beste ín de ruimte een plekje zoeken om tot bedaren te komen. Je terugtrekken in de keuken is niet zo handig, want dan wordt het nog moeilijker om terug die kamer in te gaan: dikke kans dat je kind dat niet meer wil. Maar als je even met je kind apart gaat zitten en hem laat wennen aan die kamer vol visite, wordt de overgang heel natuurlijk.’