Kies nú voor een abonnement met korting

Abonneer nú met korting

 

Blogger Cat: ‘Nu ik ben genezen, stort Daniel volledig in’

Nog geen drie maanden na de bevalling van haar tweede kind ontdekt Cat Rose-Tran een knobbel in haar borst. Diagnose: borstkanker. Voor Ouders van Nu schrijft ze over het moederschap, ziek zijn maar vooral: beter worden.

Advertentie

Papa regelt het

We schrikken voor de derde keer wakker van het gehuil van een van de kinderen. Het is inmiddels 6.15 uur. ‘Ik probeer Rocco te troosten, misschien valt hij in slaap’, zegt hij hoopvol. Hij buigt zich naar me toe en geeft me een kus om vervolgens de trap af te strompelen richting de kinderkamer.

Inmiddels schreeuwt Rocco de longen uit zijn lijf en niet veel later hoor ik de kleine voetjes van Reeva door de ark trippelen. Daniel heeft Rocco inmiddels getroost, ik vermoed dat hij hem aan het verschonen is en ik hoor hem tegen Reeva zeggen dat hij het ontbijt gaat klaarmaken. ‘Ik wil papapap met banaan’, hoor ik Reeva bestellen.

Geschreven door

Cat Rose-Tran

Lees ook: Gebroken nachten? Slimme hacks om de dag beter door te komen

Het zwarte gat voorbij

Zelf klim ik ook uit bed, nu ik voorlopig geen afspraken meer heb in het ziekenhuis, maak ik me op voor mijn nieuwe fulltime baan: herstellen na kanker. Veel lotgenoten hebben me gewaarschuwd. ‘Zodra de behandeling klaar is, begint het echte werk.’

Tijdens de behandeling was ik in survival mode en ik vermoed dat ik het zwarte gat, anders dan anderen, al tijdens mijn kankertraject heb ervaren. Toen ik na zestien chemokuren dacht bijna klaar te zijn, kwamen de artsen er achter dat mijn tumor onder de categorie ‘moeilijk’ viel en kreeg ik onverwachts nóg meer chemo.

Toen volgde dat zwarte gat. Ik bleek nog niet eens halverwege te zijn. Boos, angst, verdriet, rouw. Ik voelde het allemaal terwijl ik op mijn tandvlees, inclusief allerlei bijwerkingen, de laatste chemo ontving.

Advertentie

Opzijgezet

Ik voel me bevrijd. Het is fantastisch om niet meer ‘chemomaandag’ te hebben en daadwerkelijk tijd te hebben voor iets wat ik zélf kan inplannen zonder rekening te houden met een afspraak in het ziekenhuis. Alleen veel tijd heb ik niet om van dit gevoel te genieten.

Want ík heb sinds de diagnose alle ruimte gekregen van Daniel om door de behandeling te gaan, en om psychisch te verwerken waar ik doorheen moest. Ondertussen zette hij zichzelf volledig opzij om ons gezin staande te houden en nu, direct na de behandelingen, stort hij volledig in.

Lees ook: Somber, prikkelbaar en géén roze wolk: waarom een postnatale depressie bij mannen nog onbekend is

Geen ruimte voor hem

Het gebeurde heel geleidelijk, maar voor mijn ogen. In het begin stonden we zij aan zij, met ieder verschillende taken. Ik in het ziekenhuis en Daniel thuis. Maar ik werd na verloop van tijd, net zoals onze twee kinderen in hun tropenjaren, afhankelijk van hem.

Ik was soms zo moe, dat ik op een emmer naast mijn bed ging plassen die Daan vervolgens weer schoonmaakte. En hoewel hij me geruststelde dat dit echt oké was, raakte onze relatie in disbalans. Er was naast alle zorg, het huishouden, het gezin en de kanker geen ruimte meer voor Daan.

Advertentie

Met lede ogen heb ik aangezien hoe Daniel steeds verder van zichzelf verwijderd raakte en ik hem kwijtraakte aan de ziekte en de sleur van de dag. Ik vond het moeilijk om het te moeten zien, maar ik had simpelweg geen ruimte om hem te dragen.

Lees ook: Dit kun je doen als het ouderschap eenzaam voelt

Niet alleen

‘Maar nu is het tijd’, heb ik gisteravond tegen Daniel gezegd. Ik weet niet hoe we het gaan doen, ik weet wel dat het zo niet langer gaat. Ook hij heeft hulp nodig en hoeft het niet zelf te doen.

De paniek slaat in Daans ogen omdat hij niet weet waar hij moet beginnen. Een maand geleden vond hij het spannend om me een half uur alleen te laten met de kinderen, omdat ik acuut in slaap kon vallen van vermoeidheid, en nu moet hij vertrouwen dat hij los kan laten.

In het Helen Dowling Instituut, de praktijk waar ik mijn psychische zorg heb, is ook plek voor naasten van kankerpatiënten. We beslissen samen om hem aan te melden.