Wat staat er in een schoolrapport?
Op de meeste basisscholen krijgt je kind tweemaal per jaar een schoolrapport. Vaak is dat voor de krokusvakantie en voor de zomervakantie. Elke school gebruikt een ander soort rapport. Dit wordt soms geen rapport maar een portfolio genoemd.
In de basis komt elk schoolrapport op hetzelfde neer: hoe ontwikkelt je kind zich? Zo wordt ieder kind beoordeeld op vakken als rekenen, taal, lezen, geschiedenis en aardrijkskunde, en wordt er gekeken naar zijn gedrag, inzet en motivatie. Ook staat er in het rapport hoe het op emotioneel gebied met je kind gaat. Heeft hij vaste vriendjes met wie hij graag speelt, zit hij goed in zijn vel en komt hij naar de juf of meester toe als hem iets dwarszit.
Daarnaast voegen sommige scholen ook werkjes en tekeningen aan het schoolrapport toe.
Lees ook: Alles over de belangrijkste ontwikkelingen van je naar schoolgaande kind
Leerlingvolgsysteem
Hoe je kind het doet op school wordt bijgehouden in een leerlingvolgsysteem (LVS). Dit wordt ook wel het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) genoemd. Basisscholen zijn verplicht om van groep 3 tot en met 8 een LVS te gebruiken. Er bestaan verschillende leerlingvolgsystemen. Scholen mogen zelf bepalen met welk leerlingvolgsysteem ze werken.
Lees ook: Een leerlingvolgsysteem, hoe werkt het?
Cito-toetsen
Het meest gebruikte leerlingvolgsysteem is het Cito Volgsysteem voor het basis- en speciaal nderwijs. De toetsen die daarbij horen, zijn de welbekende Cito-toetsen. Dat zijn er meestal twee per jaar: in het midden van het schooljaar (januari/februari) en aan het eind (mei/juni).
In groep 8 heeft je kind meestal één Cito-toets aan het begin van het jaar, en aan het einde van het jaar een doorstroomtoets, waarmee je een soort uiteindelijke totaalscore kunt bepalen.
Wat betekenen de Cito-scores?
In de Cito-toets worden letters (A t/m E) of Romeinse cijfers (I t/m V) gebruikt om aan te geven hoe je kind heeft gescoord. De letter of het cijfer geeft aan hoe je kind het doet ten opzichte van het landelijke gemiddelde.
Letters:
A 25% hoogst scorende leerlingen
B 25% ruim boven tot net boven het gemiddelde
C 25% net tot ruim onder het gemiddelde
D 15% ruim onder het landelijk gemiddelde
E 10% laagst scorende leerlingen
Romeinse cijfers:
I 20% hoogst scorende leerlingen
II 20% boven het landelijk gemiddelde
III 20% landelijk gemiddelde
IV 20% onder het landelijk gemiddelde
V 20% laagst scorende leerlingen
Hoewel er natuurlijk ergens een grens moet worden getrokken, kan één fout het verschil betekenen tussen bijvoorbeeld een B of een C. Als de score van je kind opvallend is, kun je bij de rapportbespreking aan de leerkracht vragen wat de score precies was. Gaat het bijvoorbeeld om een lage C of een hoge C (bijna een B)?
Lees ook: Alles over Cito-toetsen
Nog drie leerlingvolgsystemen
In totaal zijn er vier goedgekeurde leerlingvolgsystemen in Nederland. Naast het Cito Volgsysteem zijn dat het Boom-leerlingvolgsysteem, IEP-LVS en Dia-LVS.
Methodegebonden toetsen
Naast de Cito-resultaten zijn er ook toetsen om de dagelijkse leerprestaties van je kind te beoordelen. Dit wordt gedaan met de methodegebonden toetsen, die het hele jaar worden afgenomen. Die toetsen de lesstof die je kind net heeft geleerd. De kennis voor deze toetsen ligt dus nog vers in het geheugen van je kind. De resultaten van deze toetsen zijn daarom ook vaak hoger dan die van de Cito-toetsen.
Lees ook: Is mijn kind hoogbegaafd?
Beoordeling persoonlijke kant
Op de basisschool worden al met al best veel toetsen afgenomen. Maar net zo belangrijk als rekenen, geschiedenis en lezen is het emotionele welzijn van je kind. Of je kind het goed doet op school en het daar fijn heeft, hangt namelijk niet alleen af van zijn leerprestaties.
Daarom kijkt de leerkracht ook naar zaken als: hoe gaat het met zijn motivatie, hoe zit het met zijn concentratie, zijn werkhouding en inzet? Hoe is zijn relatie met de docent en de andere leerlingen in de klas? Heeft je kind (vaste) vrienden, of is hij liever op zich zelf. Het is heel belangrijk dat je kind zich veilig voelt in de klas. Ook dit heeft invloed op de resultaten in het schoolrapport.
Lees ook: Concentratieproblemen van je kind: wat te doen?
Schoolrapport met cijfers of letters?
Uiteindelijk heeft je kind dus centrale toetsen gemaakt (meestal de Cito-toetsen), methodegebonden toetsen én heeft de leerkracht naar zijn gedrag gekeken. Daarmee komt de school tot uiteindelijke cijfers. Op welke manier de school de cijfers beoordeelt, bepaalt de school zelf.
Zo kan je kind resultaten krijgen in:
• letters: zwak, matig, voldoende, ruim voldoende, goed.
• cijfers: 1 tot en met 10. Daarbij is een 5 matig, een 6 voldoende, een 7 ruim voldoende, een 8 goed, et cetera.
Het voordeel van cijfers is dat je iets duidelijker kunt aangeven of er vooruitgang is, omdat je ook met halve punten of zelfs tiendes (0,1) kunt werken. Gebruik je zwak tot en met goed, dan moet je best een grote sprong maken om bij de volgende stap te komen.
Rapport bespreken tijdens 10-minutengesprekken
De meeste scholen organiseren na het rapport een 10-minutengesprek. Met de juf of meester bespreek je het rapport en de ontwikkeling van je kind. De leerkracht vraagt waarschijnlijk aan je wat je van het rapport vindt. Mochten de resultaten in het rapport jou tegenvallen, dan kun je dit tijdens dit gesprek met de juf of meester bespreken.
Vraag bijvoorbeeld wat je kind lastig vindt, zijn dat sommen of vindt hij klokkijken moeilijk? Heeft je kind moeite met letters, of juist met begrijpend lezen? Mogelijk kun je dit daarna thuis wat vaker gaan oefenen. Vraag hierbij ook zeker even om advies van de leerkracht, of dit nodig is.
Ook als je kind een goed rapport heeft, is het fijn om tijdens een 10-minutengesprek te horen hoe het met je kind in de klas gaat. Het is immers goed om te horen hoe het met je kind in de klas gaat. En misschien merk je wel dat je kind behoefte heeft aan extra uitdaging.
Lees ook: Tips voor een goed 10-minutengesprek
Wat als het schoolrapport tegenvalt?
Schoolrapporten zijn best een spannend moment. Wat als de prestaties van je kind tegenvallen – ook voor hemzelf? Hoe kun je dan als ouder het beste reageren?
-
Maak je kind duidelijk dat het geen ramp is als hij tegenvallende cijfers of resultaten heeft in zijn schoolrapport. Probeer daar dus zelf ook niet de nadruk op te leggen. Focus je liever op de positieve punten. Zo zorg je ervoor dat je kind niet het gevoel heeft dat hij heeft gefaald en voorkom je mogelijk dat je kind onzeker wordt.
-
Vraag aan je kind hoe hij zelf vindt dat het gaat op school. Zo kom je er mogelijk achter wat de oorzaak kan zijn als een rapport tegenvalt. Heeft je kind het wel naar zijn zin op school? Vindt hij bepaalde vakken moeilijk of juist te makkelijk? Vindt hij het fijn om extra begeleiding te krijgen op school of thuis?
-
Wat je ook doet: wordt nooit boos en geef je kind geen straf. Een tegenvallend rapport is voor je kind heus niet leuk. Door je kind te straffen kan hij last krijgen van faalangst of een hoge prestatiedruk voelen. Dit kan negatieve effecten hebben op de volgende toetsen die hij maakt. Met het geven van straf of een boze reactie zorg je er dan ook waarschijnlijk niet voor dat de resultaten van je kind opeens omhoog gaan.
Lees ook: Onderpresteren op de basisschool
Blijven zitten
Scholen proberen te voorkomen een kind blijft zitten. Maar soms blijven je kinds resultaten (ver) achter bij die van zijn klasgenoten, en is het noodzakelijk dat hij een jaar overdoet. Dat heet doubleren. Lees alles over doubleren op school.
Beloning voor rapport: doen of niet?
Sommige ouders geven hun kind geld of een cadeautje voor hun rapport. Of ze nemen ze mee naar de bioscoop of speelgoedwinkel (ook als het rapport tegenvalt). Of jij je kind ook wilt belonen, is helemaal aan jou.
Er zijn mensen die menen dat een beloning voor het schoolrapport zorgt voor prestatiedruk. Of dat het verkeerd is om je kinderen om die manier te motiveren: ze stellen dat kinderen iets moeten leren omdat ze het leuk vinden, niet omdat ze er geld voor krijgen. Anderen stellen juist dat je je kind wel met een kleinigheidje kan belonen, al is het maar om van het krijgen van een schoolrapport een leuk moment te maken.
Voor de financiële opvoeding van kinderen is rapportgeld in elk geval niet nodig, zegt het Nibud – in tegenstelling tot bijvoorbeeld zakgeld.
Bronnen: Rijksoverheid.nl, Onderwijsconsument.nl,