
Jolanda's baby sliep geen nacht door: 'Ik voelde me een zombie'
Een medium, een chiropractor, Moeder Aarde-olie, het huis uitroken, Jolanda (33) en haar man Migiel (34) probeerden alles om hun zoon Kian (nu 3) door te laten slapen.
Alles geprobeerd
‘Ik ben met Kian bij een chiropractor geweest, een pedagoog, een medium en een osteopaat. Ik bakerde hem in, gaf babymassage, verdiepte me in badrituelen, vulde elke avond zijn fles met goedenacht- of pyjamapap, liet ’s nachts de radio zachtjes aanstaan, testte verschillende bedlampjes, sliep dagenlang met zijn knuffel in de hoop dat mijn geur hem rustig zou krijgen, lag naast hem op een matrasje, liet hem vier nachten huilen, legde hem in een campingbedje bij ons op de kamer, nam hem tussen ons in, draaide zijn ledikant met het hoofdeinde naar het noorden, smeerde hem in met moederaarde-olie en rookte zelfs onze woning uit.Het mocht niet baten: ruim tweeënhalf jaar lang schrok Kian tussen twaalf uur ’s nachts en zes uur ’s morgens meerdere keren wakker. In eerste instantie zette hij het drie keer per nacht op een brullen, op z’n ergst elk kwartier.
Lees ook: Wanneer kan een osteopaat je baby helpen?
Aanwezige baby
Ik was veertig weken en drie dagen zwanger en had last van een beknelde zenuw in mijn bil, met uitstraling naar mijn been. Bij elke stap die ik zette, zakte ik door mijn knie. Mijn fysiotherapeut dacht dat als de bevalling niet snel op gang kwam, ik helemaal niet meer zou kunnen lopen, en daardoor de weeën niet goed zou kunnen opvangen. Op zijn advies belde ik mijn verloskundige.
Diezelfde avond werd ik gestript. Na een weeënstorm van drie uur werd Kian geboren, een gezonde negenponder. In tegenstelling tot mijn dochter Senna (nu 7), die na haar geboorte een lief babyhuiltje produceerde, was mijn zoon meteen ‘aanwezig’. Ik dacht: nou, die horen we ook zonder babyfoon wel. Overdag was Kian een vrolijke baby, naar bed brengen was geen probleem, maar eenmaal in dromenland zwaaide hij druk met zijn armpjes en sloeg hij zichzelf wakker.
Hectische tijd
Dat Kian onrustig was, vond ik niet vreemd. Het was een hectische tijd. Ik was hoogzwanger van hem toen we een tekoopbord in onze tuin zetten en de ene na de andere bezichtiging kregen, waarna ons huis binnen twee weken verkocht was.
Tegelijkertijd waren we bezig met de aankoop van onze huidige woning, een opknappertje uit begin vorige eeuw. Het opvragen van offertes, gesprekken met aannemers en architecten: we hadden het er druk mee. Ook tijdens de kraamperiode. Er moest zo veel worden geregeld; de oude woning moest leeg en het nieuwe huis moest worden ingericht.
Mummiebaby
‘Inbakeren kan helpen,’ zei een verpleegkundige op het consultatiebureau. Een openbaring. Eenmaal ‘ingepakt’ werd Kian nog maar twee keer wakker, in plaats van minimaal vijf keer. Het commentaar van de kraamvisite – sommigen vonden het zielig dat ik Kian als ‘mummie’ inpakte – legde ik daardoor makkelijk naast me neer.
Inbakeren kan tot een maand of zes. Om af te bouwen, kocht ik een slaapzak met lange mouwen en stopte hem strak in, voor een geborgen gevoel. Maar mijn zoon was intussen zo sterk, dat hij moeiteloos het lakentje en dekentje van zich af trapte. Opnieuw nam het gebrul de overhand. Eerst om het uur, toen elk uur, vervolgens elke dertig minuten en uiteindelijk om het kwartier. Ik voelde me een zombie.
Laten brullen
Op een gegeven moment dachten we de oplossing te hebben gevonden: na een slokje water viel Kian vrijwel meteen in slaap. Ik zie mezelf nog staan op de gang, met zijn fles in de aanslag om de zuigspeen bij de minste of geringste kik in zijn mondje te stoppen.
Na een week dacht ik: dit kan niet goed zijn. Hier gaat hij ook aan wennen. “Gewoon laten brullen,” zeiden ze op het consultatiebureau. Volgens de arts was het een aandachtsdingetje. Vier dagen hielden we het vol. Zonder overdrijven gilde Kian elke nacht vijf uur non-stop.
Mijn moederhart deed letterlijk pijn. Migiel en ik moesten elkaar echt tegenhouden om niet bij hem te gaan kijken. Ook maakte ik me zorgen om de buren, bij wie ik me meer dan eens verontschuldigde. Onnodig, we wonen vrijstaand en ook door de goede isolatie had geen van hen iets gehoord. Nog een geluk dat Senna elke avond in een soort coma ligt, want ik weet niet of ik het had getrokken als ik mijn dochter ook nog had moeten troosten.
Rust en regelmaat
“Heb je overdag structuur, dan volgen de nachten vanzelf,” stelde de pedagoog me gerust. Het consultatiebureau had me inmiddels doorgestuurd naar het opvoedspreekuur. Rust en regelmaat, daar draaide het om.
Overdag hield dat in: slapen, eten, verschonen, zelfstandig spelen in de box en vervolgens weer naar bed. Maar ook een vaste plek voor elke bezigheid, dus zijn fles leegdrinken in bed was er niet meer bij. In pyjama naar beneden ook niet.
Kiekeboe-methode
En Migiel en ik moesten beter gaan samenwerken. Mijn man maakt lange dagen, ik werk parttime. Meestal was ik ’s nachts de klos, maar nu moest het om en om. Degene die hem ’s avonds naar bed bracht, moest er ’s nachts ook uit om hem te troosten. En wel door middel van de ‘kiekeboe-methode’: je liet hem eerst een minuut huilen, liep vervolgens naar zijn kamer, gaf hem een aai over zijn bol en zei: “Ga maar lekker slapen, mama (of papa) komt zo weer bij je kijken”.
Nou, daar nam Kian natuurlijk geen genoegen mee. Hadden we weer een abonnementje op de gang. En toch, na enkele weken op het dwangmatige af aan het schema te hebben vastgehouden, bespeurden we een lichte verbetering.
Moeder Aarde-olie
Maar ons geluk, of beter gezegd onze nachtrust, was van korte duur. Amper twee maanden nadat ik bij de pedagoog was geweest, begon het nachtelijk gebrul weer van voren af aan. “Kian is een nieuwetijdskind,” zei mijn vroegere hulp, die was langsgekomen om onze nieuwe woning te bewonderen.
Schoonmaken deed ze niet meer, ze was de spirituele weg ingeslagen en hield zich nu bezig met reiki, het leggen van tarotkaarten en voetreflextherapie. Ze voelde in onze woning negatieve energieën, waar volgens haar ook Kian, als nieuwetijdskind, hinder van zou ondervinden.
Om Kian weer met beide voeten op de grond te zetten, smeerde ze hem in met Moeder Aarde-olie. Voor ze vertrok, gaf ze me het nummer van een begeleidster van kinderen van de nieuwe tijd. Nu ben ik totaal niet zweverig en Migiel al helemaal niet, maar we waren ten einde raad.
Boze geesten
Misschien is dit mijn Derek Ogilvie, dacht ik toen de begeleidster van kinderen van de nieuwe tijd, een bevoegd medium, me zonder achtergrondinformatie feilloos wist te vertellen dat Kian moeite had met de snelle bevalling. Dat hij liever nog even in mijn buik was gebleven.
Ook de drukte rondom de verhuizing had hem geen goed gedaan. Maar het meest frappant vond ik haar opmerking over de negatieve energieën die zich ophielden aan de voorkant van onze woning. Ik moest meteen denken aan de vorige bewoonster, die na haar dood in de erker lag opgebaard, precies onder Kians slaapkamer.
“Deze mevrouw is boos,” ging zij verder. “Boos dat jullie haar woning hebben vernield. Daarom valt ze Kian lastig. Hij is namelijk hoogsensitief en paranormaal begaafd en de enige van jullie gezin met wie ze kan communiceren.”
Uitgerookt
Ik geloofde mijn oren niet. Ze sloeg de spijker op z’n kop, want we hadden grondig verbouwd. Er is inderdaad niets meer over van de oorspronkelijke woning. Alleen de muren stonden nog. Een paar dagen later stonden we op haar advies onze woning uit te roken. “Joehoe geesten, zitten jullie ook onder de wc-pot?” grapte Migiel terwijl hij flink in de rondte wapperde met een stronk rokende salie.
Van de vliering tot aan de gang beneden stond het blauw. En stinken! In de paranormale wereld staat salie bekend als zuiverend, met andere woorden: het zou geesten verdrijven. Bij de voordeur riep ik zo hard als ik kon: “Dit is nu onze woning en we verzoeken jullie onze woning te verlaten, want wij hebben er last van.”
Niet dat het iets heeft geholpen. De enige verandering was die afschuwelijke geur, die nog dagenlang in huis hing.
Eindelijk rust
Vorig jaar gingen we met de hele familie op wintersport. Gezellig met z’n allen in een groot chalet. Migiel en ik hielden ons hart vast, want Kian was intussen 2,5, maar sliep nog steeds geen nacht door. Al ging het de laatste maanden, na zes bezoeken aan de osteopaat, wel een stuk beter.
Gek genoeg sliep Kian in het chalet de eerste nacht meteen door. Zou het dan toch onze woning zijn? vroeg ik me af. Of was het de frisse berglucht? De hele week sliep onze zoon als een roos. Uitgerust kwamen we thuis. Energie voor tien om weer nachtenlang door te halen. Want we waren ervan overtuigd dat Kian, eenmaal in zijn eigen bed, wel weer zou gaan spoken.
Maar Kian was met geen stok wakker te krijgen. En ook de nachten erna was het stil. Waarom en hoe, dat weet ik nog steeds niet. Misschien hadden we gewoon eerder op wintersport moeten gaan.
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Tekst: Petra Schouten, Beeld: Getty Images
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.