
Yvonne moet bevallen, terwijl haar man wacht op corona uitslag
De vliezen van Yvonne Goselink (35) breken en ze moet bevallen. Haar man Tim (34) mag daar niet bij zijn, omdat hij wacht op de uitslag van zijn coronatest.
‘Van mijn eerste, Gijs, beviel ik vier weken te vroeg, dus bij mijn tweede zwangerschap hielden we al rekening met een vroeggeboorte. Al met vierendertig weken lag mijn bevaltas in de auto en stond de maxicosi klaar. Waar we alleen niet op waren voorbereid: corona. Mijn man Tim kreeg keelpijn toen ik vijfendertig weken zwanger was. Toevallig logeerde ik bij mijn ouders en we spraken af dat ik daar voor de zekerheid zou blijven, in afwachting van de uitslag van zijn coronatest. Dat weekend voelde ik plotseling steken in mijn buik. Ook had ik meer afscheiding en bloedverlies. Mijn verloskundige vertrouwde het niet en stuurde me naar het ziekenhuis. Daar kreeg ik te horen dat mijn vliezen waren gebroken én dat Tim zonder testuitslag niet welkom was. In tranen belde ik hem. In m’n eentje bevallen? Het zij zo. Maar wat als ik complicaties zou krijgen en de baby bij een vreemde moest achterblijven? We overwogen onze ouders te bellen, maar het was twee uur ’s nachts. Uiteindelijk gingen we maar slapen, ook al rommelde het. Gijs was pas tweeënzeventig uur na het breken van mijn vliezen geboren, dus deze baby bleef vast ook nog wel even zitten.
Lees ook: Vliezen gebroken: hier moet je op letten
Hallo, Facetime
Twee uur later leunde ik op mijn knieën tegen het ziekenhuisbed om de pijn op te vangen. Dit zijn geen voorweeën, dacht ik puffend, maar ontsluitingsweeën! Het ging zo snel, dat ik even later naar een bevalkamer werd gereden. “Ik heb negenenhalve centimeter, het gaat beginnen!” riep ik naar Tim, die door een verpleegkundige wakker was gebeld en op Facetime verscheen. Hij wilde meteen naar het ziekenhuis racen – maar wat als hij corona had? Het verlossende belletje van de GGD was er nog niet. Tijd om na te denken ook niet, want de baby had duidelijk haast: de gynaecoloog riep dat ik al mocht persen. Tim kroop in z’n pyjama achter onze keukentafel, met zijn telefoon aan de oplader. Terwijl ik al mijn kracht gaf, hield een verpleegkundige míjn toestel afwisselend bij mijn gezicht en down under, zodat Tim niets zou missen. “Je kan het liefje!” riep hij wel honderd keer. De tranen stonden in z’n ogen. Fysiek was hij dan wel afwezig, maar mentaal leefde hij intens mee.
Lees hier hoe onmisbaar een partner is bij je bevalling
Goed verhaal
Stipt half zes werd Joris op mijn borst gelegd: een prachtig, klein mannetje. Hij woog slechts 2600 gram en moest naar de neonatologie-afdeling om aan te sterken. Alleen, waar ik al zo voor vreesde, want ik moest nog worden gehecht. Maar gelukkig duurde dat niet lang. Al na een half uur mocht ik naar hem toe en inmiddels was Tim ook onderweg, want zijn testuitslag was gelukkig negatief. Vijf dagen later mocht Joris naar huis. Daar konden we rustig in een ritme komen, want door de coronamaatregelen kwam er geen bezoek. Tim zei vaak hoeveel respect hij voor me heeft: “Je hebt het gewoon bijna in je eentje geflikt.” Familie stond daar ook van te kijken, maar ik denk dat het voor Tim veel zwaarder was. Ik had een goed bevalteam naast mijn bed staan, terwijl hij machteloos moest toekijken vanaf de keukentafel. Achteraf gezien had hij er gewoon bij kunnen zijn omdat zijn test negatief was. Dat is wrang, maar we zijn allang blij dat alles goed is gegaan. Ook zien we de humor er wel van in: voor onze kinderen hebben we later een goed verhaal.’
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine. – Auteur: Tessa Heselhaus. Fotografie: Kim Krijnen
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.