
Kraamwerk: ‘Jij hoeft ze niet weg te sturen,’ zeg ik. ‘Dat doe ik wel’
In de rubriek Kraamwerk lees je bijzondere verhalen uit de kraamzorg. Kraamverzorgende Cynthia (54) zit al 24 jaar in het vak. Na al die jaren heeft ze aardig wat ervaring in het dealen met opdringerige familieleden. Dit keer kwam dat goed van pas.
Drukke boel
Als ik binnenkom in de slaapkamer waar de bevalling in volle gang is, is het daar een drukte van belang. Uiteraard is de moeder – de aanstaande moeder nu nog – present, zij zit op haar knieën naast het bed en puft zo goed en zo kwaad als het gaat heftige weeën weg. Ze trilt en zweet en zoekt steun bij haar echtgenoot die, zoals wel meer aanstaande vaders, aandoenlijk hulpeloos zijn best doet om zijn vrouw bij te staan met een blik waaruit blijkt dat hij totaal overvallen wordt door wat er allemaal gebeurt.Nog vier vrouwen
Naast dit tweetal is de verloskundige er en tel ik nog vier vrouwen. Ik besluit me maar even voor te stellen. De eerste vrouw die ik tref, is de moeder van de kraamvrouw, de tweede haar schoonmoeder. De derde is haar oma – moeder van haar moeder – en de vierde is haar stiefmoeder, de nieuwe vrouw van haar vader. Hoewel, nieuw, ik begrijp dat zij inmiddels vijftien jaar in de familie is en dat iedereen zo goed met elkaar kan opschieten dat ze één hechte kliek vormen.
‘Bijzonder dat jullie er allemaal bij zijn,’ zeg ik en de moeder van de kraamvrouw straalt. ‘In onze familie steunen we elkaar,’ zegt ze. ‘En we waren zo vereerd toen mijn dochter liet weten dat we de bevalling natuurlijk samen zouden doen. Ik ben me meteen gaan verdiepen in manieren om het voor haar makkelijker te maken.’
Verstikkend
Er is veel liefde in deze familie, dat voel ik aan alles. Dat is fijn en warm, maar het kan ook verstikkend werken. Op het nachtkastje brandt een kaars die door oma is neergezet, de schoonmoeder houdt een kersenpitkussen in haar hand. Ze willen zo graag hun bijdrage leveren aan het makkelijker maken van de bevalling en dat is lief.
Maar een bevalling is niet alleen kwestie van kaarsen en kersenpitten, maar ook van loslaten en verdwijnen in je bubbel. En dat lukt niet zo, met vier supporterende vrouwen in de kamer. Als ik even naar de badkamer loop, komt de verloskundige achter me aan. ‘De ontsluiting blijft steken op 8, bijna 9 centimeter,’ zegt ze en ik zie dat ze een beetje bezorgd is. ‘Als het niet vordert, zullen we alsnog naar het ziekenhuis moeten.’
Naar beneden
‘Ik zou me ook niet op de bevalling kunnen richten met zo veel mensen in de kamer,’ zeg ik. De verloskundige trekt een gezicht. ‘Ze willen het zo. Dan kan ik ze toch niet zomaar wegsturen?’ Ik begrijp haar wel. Ze is 27 en kundig, maar sociaal gezien durft ze niet zo veel. Ikzelf ben wat meer door de wol geverfd en heb mijn deel van dealen met opdringerige familieleden wel gehad. ‘Jij hoeft ze ook niet weg te sturen,’ zeg ik. ‘Dat doe ik wel.’
Ik loop terug naar de slaapkamer en begin te rommelen met matjes, dekens en spullen. Daarna trek ik mijn meest deskundige gezicht en zeg: ‘Dan wordt het nu tijd om hier alles klaar te zetten voor de daadwerkelijke geboorte van de baby. Ik maak beneden even koffie en thee voor iedereen voor tijdens het wachten.’
Even rust
Ik zet een blik op alsof dat ‘klaarzetten’ een grote hoeveelheid werk vereist en de vier vrouwen volgen me naar de huiskamer. Daar geef ik ze de beloofde koffie en zeg dat ik ze kom halen zodra het kan. In de slaapkamer kijkt zowel de kraamvrouw als de verloskundige me dankbaar aan. Minder dan een halfuur later haal ik het viertal weer op, zodat ze nog net meemaken hoe een kerngezond meisje ter wereld komt.
Dit artikel is eerder verschenen in Ouders van Nu Magazine – Interview: Mariëtte Middelbeek. Beeld: Duivelseiland
Artikelen van Ouders van Nu ontvangen in je mailbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief.