Ik heb het er weleens over gehad in mijn vorige columns. Twee jaar geleden hadden wij als gezin een ernstig auto-ongeluk. We waren in Italië en zoals dat wel vaker gaat in Zuid-Europese landen ontstond er opeens een file.
Iedereen trapte met hoge snelheid vol op de rem. Iedereen, behalve de witte bestelbus achter ons. Met 115 kilometer per uur klapte hij achter op onze auto. Het duurde een seconde. Maar de gevolgen achtervolgen ons nog steeds. Mijn vrouw ervaart dagelijks pijn en kan geen volledig onderdeel zijn van het gezin.
Lees ook Lucas' column over het ongeluk: 'Huilend belde ik mijn schoonfamilie op'
Voor alles bang
Ikzelf zat er mentaal totaal doorheen. Elke keer als ik mijn vrouw zag slapen, had ik flashbacks naar het moment dat ze bewusteloos op de achterbank lag. Op dat moment dacht ik dat ze overleden was. Ze reageerde nergens op en haar houding was totaal onnatuurlijk.
Het geluid van de klap achtervolgde mij. Als iets viel op de grond, een auto toeterde, of een helikopter vloog over; ik bevroor. Ik kon niets meer. Ik was bang voor alles en iedereen. Inclusief mijzelf. Alsof je naar jezelf in een beslagen spiegel keek. Ik herkende mezelf niet meer. Niet als echtgenoot. En niet als vader.
De diagnose PTSS
Ik was de spring in het veld. Iemand die altijd leuke dingen wilde doen met zijn dochters. Maar ik was stuk. Gebroken door alles wat er in mijn hoofd omging.
De redding was Kaz de Jong. Een psycholoog die de NOS, ik werk bij het Jeugdjournaal, inzet voor verslaggevers die nare dingen hebben meegemaakt. Iets wat veelvuldig in ons werk gebeurt. Ik werd gediagnosticeerd met PTSS.
Meerdere malen per week kwam hij langs om oefeningen met mij te doen. Ik vertelde dat ik het gevoel had dat ik faalde als vader van Koosje en Fiep. Dat ik er niet voor ze kon zijn. Dat ze dat merkten. En dat ik me schaamde tegenover mijn eigen dochters. 'Jij legt toch dingen uit bij het Jeugdjournaal?', antwoordde Kaz. Ik knikte. 'En je kan toch ook schrijven? Doe dat dan.'
Zo ontstond mijn kinderboek Storm in papa's hoofd. Ik kon eindelijk woorden geven aan wat er allemaal omging in mijn brein. Hoe erg het waaide en hoe erg het regende. Maar dat dát niet kwam door Koosje en Fiep. En dat ze dat echt niet hoeven op te lossen voor papa.
Ongemakkelijk onderwerp
Ik ben niet de enige met schaamte voor mentale problemen. Ik merk het bij veel mannen om me heen. We praten er niet over als het niet goed met ons gaat. Ik vertelde een bevriende vader op het schoolplein dat ik sinds het ongeluk antidepressiva slikte. Het werd gelijk duidelijk dat hij mijn medicatiegebruik een zeer ongemakkelijk onderwerp vond. Ik gok dat als ik over ibuprofen en rugpijn had gepraat, zijn reactie heel anders was.
Ook bij de aankondiging van dit boek op mijn sociale media, werd ik overspoeld met reacties. Alleen één ding viel op; ze kwamen alleen maar van vrouwen waarvan de man thuiszat met mentale problemen. Ik hoop echt dat we dit kunnen doorbreken. Het taboe moet er echt af. Hoe erg het ook stormt in je hoofd, lieve vaders van Nederland; praat erover. Het helpt. Echt.
Meer columns van Lucas lezen? Dat kan hier.