Ik ben geen babymoeder. Dat zag ik zelf ook niet aankomen. Ik was wel een poppenmeisje, en een echt levende Baby Born leek me vóór de bevalling dan ook heerlijk: eindeloos knuffelen en slaapliedjes zingen. (En pap geven die er niet meteen weer aan de onderkant uit zou lopen. Hoewel.)
Maar ja, toen werd de echte baby geboren, en bleek het vooral ontzettend wennen. Lief natuurlijk, zo'n weerloos wezentje, maar saai. De baby deed weinig maar dicteerde tegelijkertijd wel onze dagen: wat ík wilde doen (lezen, de stad in, slapen) kon niet, wat hij wilde was beperkt maar niet onderhandelbaar, waardoor er onderaan de streep weinig gebeurde.
Lees ook: Zwangerschapsverlof berekenen, zo doe je dat
Onverbiddelijk ritme
Het ritme van voedingen was onverbiddelijk, slaapliedjes hadden geen enkel effect, en knuffelen? Hij lag liever op zijn eigen speelkleed, maar begon te huilen zo gauw ik de laptop pakte. Zoals een moeder op Instagram schreef: 'Ik haatte mijn verlof. Ik voelde me voortdurend uitgeput en opgesloten. Nul sterren. Geen aanrader.'
Erbij zitten en ernaar kijken dan maar. Maar ik kon het gewoon niet, ik had er het geduld niet voor. Dat je ook met één hand kunt appen, leerde ik tijdens die eindeloze uren van borstvoeding. En daar voelde ik me dan weer schuldig over. Ik dacht dat iedereen een babymoeder was, behalve ik. 'Geniet ervan, hè', riepen bekenden en onbekenden op straat met vertederde blik, maar ik dacht alleen maar: hoe dan?
Lees ook: Voedingsschema baby: het eerste jaar
Toch wel moederliefde
Gelukkig was er één moeder in mijn omgeving die hetzelfde voelde. Haar baby was bijna precies even oud als de mijne. Nadat we elkaar schoorvoetend hadden bekend er eigenlijk weinig aan te vinden, dat prille moederschap, veranderden we van kennissen in vriendinnen. Wat was het heerlijk om eerlijk te kunnen zijn.
'Ik geloof dat ik het nu pas een beetje leuk begin te vinden', appte ik haar na drie maanden, toen Simon meer begon te worden dan dat kleine, warme bundeltje mens en ging lachen, rechtop kon zitten, meeging naar de markt en met grote ogen om zich heen keek. Op sommige dagen kon ik bijna niet wachten om hem na mijn werk van de opvang te halen. Wat een opluchting. Ik was dan misschien geen babymoeder, maar er zat wél moederliefde in me.
Lees ook: Aanstaand ouderschap, hoe denken jij en je partner daarover?
Misschien wel een peutermoeder, of een pubermoeder
Pas geleden zagen we elkaar weer. In de winterzon zaten we samen op een boomstronk in het bos, onze voormalige baby's deden een wedstrijdje zoveel mogelijk zand in je oren krijgen. 'Ik vind het nog steeds elke dag leuker worden, dat ouderschap', verwoordde mijn vriendin weer eens precies onze gevoelens.
En ik begreep eindelijk wat ik vlak na mijn bevalling nog niet kon bevatten: dat je nooit van tevoren kunt weten hoe het zal zijn om moeder te worden. Dat je je dus niet hoeft te schamen als dat anders voelt dan je had gedacht. En dat echt álles maar een fase is. Dat je mogelijk geen babymoeder bent, maar misschien wel een echte peutermoeder, of een pubermoeder. En dat het eigenlijk een geluk is als er nog zoveel mooiere tijden in het verschiet liggen, toch?
Want Baby Born ligt nog altijd ergens in een roze plastic bedje bij mijn ouders op zolder, verstoft en verstopt door het chemische papje dat er uiteindelijk niet meer vanzelf uitliep. Maar ik ben nog elke dag blij dat mijn échte baby's niet zijn gebleven zoals ze ooit waren, en ik zelf ook niet.
Beeld: GettyImages