'Ik ben op vakantie als ik een berichtje van Marie krijg. Ze is 26 weken zwanger van haar tweede kind en er is iets helemaal mis. Ik schrik. Met Marie en haar man Robert heb ik een goede band, nadat ik hen eerder begeleidde tijdens de zwangerschap en geboorte van hun eerste zoon. Die bevalling begon een paar weken te vroeg en het jongetje was piepklein, maar toch kijken we terug op een mooie ervaring. Zeker omdat hun zoon helemaal gezond bleek te zijn.
Wat ze nu schrijft over hun tweede kind, een meisje, klinkt echt heel ernstig. Er is een hartafwijking geconstateerd en mogelijk nog meer afwijkingen. Het voorstel van de arts is om een vruchtwaterpunctie te doen. Marie is begrijpelijkerwijs helemaal ontdaan.
Niet verenigbaar
Onze vakantie zit er al bijna op en ik laat weten dat ik, als ze dat wil, natuurlijk met haar meega naar de vruchtwaterpunctie. Dat vindt ze fijn. Een paar dagen later is het zover. Helaas brengt de punctie alleen maar meer slecht nieuws. Het kindje heeft vele lichamelijke en geestelijke afwijkingen en Marie en Robert moeten beslissen of ze de zwangerschap willen afbreken.
De vraag is in hoeverre dit nog een beslissing is. De arts is duidelijk: het is sowieso maar zeer de vraag of het meisje het zal halen tot veertig weken zwangerschap en zo ja, dan zal ze in de eerste dagen overlijden. Haar afwijkingen zijn, zoals dat wordt genoemd, niet verenigbaar met het leven.
Dat betekent dat Marie een dezer dagen moet bevallen. Het is verschrikkelijk moeilijk en tegenstrijdig. Ze voelt de baby bewegen, nu leeft ze nog. Marie weet dat zodra ze bevalt, het meisje zal overlijden. Waar je normaal gesproken een kind het leven schenkt, geldt nu het omgekeerde. Tegelijkertijd weet ze ook dat er iets heel erg mis is met dit kind, en misschien heeft ze het gevoelsmatig al langer geweten.
Lees ook: Bevallen van een stilgeboren baby: dit kun je verwachten
Eigen ervaring
Ik herken iets van de tegenstrijdigheid uit wat ik zelf heb meegemaakt, al was dat een compleet andere situatie. Op mijn 32e kreeg ik kanker. Mijn man en ik waren toen al even bezig met zwanger worden, wat tot dan toe niet was gelukt. Nu wilde ik wachten tot na de behandelingen, maar het was te laat: ik bleek acht weken in verwachting te zijn.
De keuze was: wachten met de kankerbehandelingen met alle risico's van dien, of de zwangerschap afbreken. Het was een verschrikkelijk moeilijke keuze, maar uiteindelijk heb ik besloten de zwangerschap af te breken.
Moeizame bevalling
Ik herken dus iets van de tegenstrijdigheid waar Marie nu mee worstelt: je wéét dat het beter is om de baby te laten gaan, maar tegelijkertijd wil je alles doen om haar te beschermen en te behouden. Toch hakken Marie en Robert de knoop door en er wordt een datum geprikt om te bevallen.
Ik ben nog niet zo lang bezig als doula en heb geen ervaring met zulke vroeggeboortes. Zo weet ik bijvoorbeeld nog niet dat je voor zo'n piepklein baby'tje geen 10 centimeter ontsluiting nodig hebt en dat het kind er ineens heel snel kan zijn.
De bevalling wordt opgewekt en verloopt eerst moeizaam. De weeën komen niet goed op gang en Marie heeft het zwaar. 'Ik kan het niet', zegt ze vaak. 'Jawel', zeg ik. 'Je kan het wel.'
Maar ik heb niet door wat ze echt bedoelt. Ze kan het fysiek wel, maar mentaal niet. Bevallen draait om loslaten en dat is precies het gedeelte waar Marie het moeilijk mee heeft. Ze moet haar kind loslaten, voor altijd. En waar ik normaal gesproken kan zeggen 'nu is het zwaar, maar straks krijg je er iets heel moois voor terug', heb ik nu niet zulke opbeurende woorden. Nu is het zwaar en straks ook.
Meer lezen: Een doula, extra steun tijdens je zwangerschap en bevalling
Onder de douche
De verloskundig en gynaecoloog komen regelmatig langs om controles te doen. Als we weer even met z'n drieën zijn, stel ik voor dat Marie gaat douchen. Het warme water en de ontspanning kunnen de ontsluiting bevorderen. Ook al heb ik de beste bedoelingen, achteraf heb ik spijt van dit voorstel. Want onder de douche gaat het ineens veel sneller dan verwacht, en Marie heeft geen 10 centimeter ontsluiting nodig.
Robert en ik zijn samen in de kamer als ik Marie hoor roepen. Ik ren naar haar toe, Robert staat als versteend. 'Haal de arts!', roep ik tegen hem en hij rent de gang op. En dan zie ik Marie daar onder de douche, met de baby in haar handen. De verloskundige en arts komen binnen, ook perplex door hoe snel dit ineens is gegaan.
Door merg en been
Rustig helpen we Marie naar het bed. Robert knipt de navelstreng door. In de kamer is het oorverdovend stil. De baby is al overleden. Marie houdt haar stevig in haar armen. Helaas moet ze naar de operatiekamer omdat de placenta niet loskomt. Robert neemt zijn dochtertje over en blijft met haar zitten terwijl Marie onder narcose is. Als ze terugkomt, neemt ze haar baby weer bij zich. Het is kalm en ergens ook mooi, maar het verdriet gaat door merg en been.
Lees ook: Zo verwerk je een bevallingstrauma
Een nieuwe zwangerschap
In de tijd erna heb ik nog vaak contact met Marie en Robert. Ondanks het grote verdriet, kijken ze terug op een goede bevalling. Ik zeg eerlijk dat ik vind dat ik heb gefaald door Marie onder de douche te laten gaan, maar zo zien zij dat niet. Naarmate de tijd vordert, hebben we niet veel meer over de bevalling. Marie en Robert gaan door en krijgen het door allerlei omstandigheden zwaar te verduren. Ik ken maar weinig mensen die zó veel hebben meegemaakt als deze twee.
Met een nieuwe zwangerschap wachten ze, mede hierdoor, bewust lang. Maar dan krijg ik op een ochtend het meest geweldige bericht: Marie is weer in verwachting. Het is nog pril, de angst en onzekerheid zijn groot, maar wat ben ik blij voor ze. Als ze vraagt of ik haar weer wil bijstaan, zeg ik natuurlijk volmondig ja.'