Doula Madelief: 'Als ik mezelf als doula had gehad, was mijn bevalling anders gegaan'
Madelief Otten (31) is getrouwd met Jim (32) en samen hebben ze twee kinderen: Pax (5) en Mas (bijna 3). Toen Mas bijna 1 werd, begon Madelief aan de opleiding tot doula. Ze begeleidt zwangerschappen en bevallingen op een niet-medische manier.
'Wat ik vrouwen graag wil meegeven is: probeer de regie te houden. Het grootste deel van mijn werk is het voorwerk waarin we samen, ook met de partner erbij, onder andere praten over hoe je in je kracht kunt blijven. Het mooiste is als ik tijdens de bevalling in een hoekje kan zitten en de ouders zelf het werk kunnen doen. Af en toe houd ik een hand vast, geef ik een massage en help ik met regeldingen: het bad klaarzetten, een washandje nat maken.
Nog even kijken hoe het gaat
Als ik een vrouw met weeën zie, zeg ik soms: "Ik weet hoe dit is, ik heb het ook meegemaakt", dat is fijn. Ook met praktische zaken put ik uit eigen ervaring. Zoals op tijd het bad opzetten. Ik wilde bij mijn beide eigen bevallingen graag in bad bevallen, twee keer niet gelukt, twee keer gingen we naar het ziekenhuis. Bij de tweede wilde ik pijnstilling, een uur later was hij er. Als er toen thuis een bad had klaargestaan, had ik daar een uurtje in gekund en was ik denk ik nooit naar het ziekenhuis gegaan. Bijna iedereen komt in de bevalling op zo'n punt: ik kan het niet meer, ik trek dit niet. Nu zeg ik: zullen we even in bad gaan zitten of gaan douchen en daar nog even kijken hoe het gaat? Vaak helpt dat al voldoende.
Extra support
Ik kijk goed terug op mijn eigen bevallingen. Mijn man wilde geen doula, dat vond ik prima. Maar als ik mezelf als doula had gehad, waren mijn bevallingen denk ik anders gegaan. De extra support, zoals toen ik kotsend boven de bak hing en mijn man ondertussen de auto wegzette bij het ziekenhuis. We hadden dan ook vooraf besproken wat we zouden doen als ik in een modus zou komen waarin ik bang werd of in paniek raakte. Dat we hadden besproken: dan gaan we eerst samen rustig worden, terug naar de basis, naar de ontspanning.
Zoals ik het wil
Dan hadden we denk ik die laatste stukjes van de bevalling ook samen kunnen doen, in plaats van in de stressmodus naar het ziekenhuis omdat ik per se pijnstilling wilde. Sinds ik de opleiding heb gedaan, weet ik dat dat óók kan. Ik heb een wens voor een derde en ik zou graag nog een bevalling doen op de manier waarop ík het wil. Thuis, in bad, met kaarsjes en een muziekje, ontspannen. Als ik het nog een keer mag doen, dan graag zo, ontspannen, in alle rust. Maar ik weet ook: bevallingen lopen regelmatig anders dan je denkt.
Lees ook: 15x dit zouden moeders nu anders doen bij de bevalling
Contact houden
Ik ben 24/7 beschikbaar. Mijn man heeft de ruimte om de kinderen op te vangen als ik weg moet, en anders heb ik lieve ouders. Op de verjaardag van mijn zoontje, laat in de avond, we waren helemaal gesloopt, ging de telefoon. En dan ga ik. Op oudjaarsavond stond ik te proosten in het ziekenhuis. Ik bouw een band op met deze mensen. Soms blijf ik langer contact houden. Laatst werd ik uitgenodigd voor een eerste verjaardag. Het is zo'n cliché, maar ze hebben allemaal een plekje in mijn hart.'
Jeugdverpleegkundige Jet: 'Een pedagoog keek thuis bij ons mee. Ik had ook behoefte aan hulp'
Jet Velzeboer (28) en haar vriend Ale (27) hebben samen twee kinderen: Tess (5) en Tobias (2). Het gezin woont in Friesland. Jet is jeugdverpleegkundige op het consultatiebureau en op basisscholen.
'Ik werd zwanger van Tess toen ik hbo verpleegkunde studeerde. Ik was een alleenstaande moeder en kreeg extra ondersteuning van het consultatiebureau toen ze eenmaal geboren was. Daar had ik zo veel aan. Ik wist meteen: ik wil later ook jeugdverpleegkundige worden. Wat een mooi vak! Het ondersteunen van ouders, de ingewikkelde cases, huilbaby's, kinderen die echt niet willen eten, maar ook de onzekere ouder die een luisterend oor nodig heeft en weer verder kan. Ik ben er stage gaan lopen, heb mijn scriptie er geschreven en ben gebleven.
Minder eng
Ook bij ons thuis lopen we ook in de opvoeding tegen dingen aan, net als andere ouders. De een sliep niet goed, de ander had driftbuien. Voor de eetproblemen heb ik een pedagoog laten meekijken, want ik had zelf ook behoefte aan advies en hulp. Als ik soms voorstel aan ouders dat er even iemand meekijkt, schrikken ze. Alsof ze het niet goed doen. Als ik dan zeg dat deze pedagoog ook bij ons thuis heeft meegekeken, is het meteen een stuk minder erg. ik geloof dat iedere ouder het beste wil voor z'n kind.
Een hulplijn zijn
Als iemand impliceert dat je het niet goed doet, of je vat het zo op, is dat kwetsbaar. Daarom wil ik ook geen consternatie-bureau zijn, maar een hulplijn. Zelf loop ik ook weleens bij onze jeugdarts naar binnen voor advies. Zoals over mijn dochter, ze is waarschijnlijk meerbegaafd en dan vraag ik: wat kan ik voor haar betekenen, welke weg kunnen we bewandelen, wat is handig?
Mijn zoon heeft lang slecht geslapen met nachtangsten. Als ik met de professionele pet op kijk, weet ik dat het bij deze leeftijd hoort. Mijn collega zei: "Heel herkenbaar, die van mij heeft tot 5 jaar nachtmerries gehad." Toen ik dat hoorde, stelde me dat gerust. Dan weet ik dat het normaal is, hoe vervelend ook, en dat ik daar als ouder dus niet zo veel invloed op heb. Sommige dingen zijn er gewoon, ieder kind is anders. Dat probeer ik ook telkens in mijn werk te benadrukken.
Ieder kind zijn eigen tempo
Vroeger keek het consultatiebureau ook veel meer met een strak stramien, qua gewicht en ontwikkeling. In mijn optiek nu, en dat wordt gedragen bij de organisatie, staan we veel meer naast de ouders in plaats van erboven. Bij mijn eigen kinderen kan ik de algemene ontwikkeling wel wat lastiger loslaten. Mijn jongste liep bijvoorbeeld achter qua spraak. Gek genoeg bleef dat in mijn hoofd zeuren. Zo van: hij loopt een halfjaar achter, moet ik er iets mee? Logopedie? Hij was nog net geen twee.
Lees ook: Taalontwikkelingsstoornis, wat is het en wat kun je eraan doen?
Ik had hem in mijn hoofd al bestempeld met een taalontwikkelingsachterstand, maar dat was achteraf helemaal niet zo. Juist doordat ik meer informatie heb, vond ik het lastig om het los te laten. Tegen ouders die bij mij komen als hun kind nog niks zegt, vertel ik soms dat die van mij ook nog niet fantastisch spreekt. Maar dat komt wel. Dat zie ik nu ook bij Tobias. Dat stelt ze gerust, laat ze zich maar lekker op hun eigen tempo ontwikkelen, die kinderen.'
Verloskundige Danique: 'Pas toen mijn vriend het zei, besefte ik: ik heb gewoon persdrang'
Danique Koeman (35) heeft een relatie met Gilles (44) en samen hebben ze drie kinderen: Jet (5), Sara (3) en Guus (bijna 2). Danique heeft een verloskundigenpraktijk in Assendelft.
'Tien jaar geleden studeerde ik af en nam ik de praktijk over waar ik nu werk. Dus ik had al wat bevallingen achter de rug toen ik zwanger werd van Jet. En ook al vertel ik iedereen altijd dat je als zwangere niet alles tegelijk moet willen, kochten we toen een huis, kregen we een puppy en had ik een zwangerschapsvergiftiging.
Tonnetje rond
Ik zat er al weken tegenaan te hikken, de man die de keuken verbouwde zei: "Je zou zo in Artis kunnen staan." Ik was tonnetje rond en hield veel vocht vast. Een collega vertrouwde het niet. Mijn bloeddruk bleek nog goed, maar de lab-uitslag was zo afwijkend dat ik acuut moest worden ingeleid. Ik zei nog: "Ik kan thuis nog wel spullen pakken toch?" Dat had ik nooit gezegd tegen een zwangere met zulke waardes.
Lees ook: Goed nieuws: Zwangerschapsvergiftiging al vóór klachten op te sporen met bloedtest
Bij Sara ben ik thuis in anderhalf uur bevallen, maar de placenta kwam niet, dus moest ik alsnog naar de ok. Dik een jaar later kwam Guus. Ik zeg altijd tegen iedereen: "Als het weeën zijn, dat weet je het wel." Nou, ik werd midden in de nacht wakker en moest plassen. Mijn buik was onrustig, dus stapte ik daarna onder de douche. Toen mijn vriend in de badkamer kwam kijken, zei hij: "Ik weet het niet, maar heb je niet gewoon weeën?"
Op handen en knieën
Ik stond te ijsberen. Omdat Sara snel was gekomen en ik bij haar veel bloed had verloren, hadden we bij Guus beloofd dat we meteen mijn collega zouden bellen als het zover was. Mijn vriend wilde gaan bellen, ik reageerde nog een beetje bozig dat het niet nodig was. Op de trap naar beneden had ik mijn eerste wee, zo heftig had ik het nog nooit eerder ervaren.
Ik ben toen op mijn handen en knieën op de bank gaan zitten en daar kwam mijn volgende wee. Gillis was alles ondertussen aan het klaarzetten, kwam de trap af en zei ineens: "Er hangt een hele zak uit, klopt dat?" Toen pas besefte ik: ik heb persdrang. "Dan komt de baby, vang hem maar op." En dat heeft Gillis gedaan. Ik heb me geen moment zorgen gemaakt. Guus was roze, hij huilde. We zaten gezellig in de kamer met ineens een baby erbij. Ik wist dat er niet veel meer kon gebeuren.
Hard voor mezelf
Tegen een zwangere zeg ik: let je op met die nachtdiensten? Zelf moest ik eerst klachten krijgen om te stoppen met nachtdiensten. Na Guus heb ik een heftige postnatale depressie gehad. Toen leerde ik: wat zou ik nu tegen iemand anders zeggen? Door therapie ontdekte ik dat ik strenger tegen mezelf ben dan tegen anderen. Een postnatale depressie gebeurt bij een op de tien en toch hebben we het er niet over. Het zou geen taboe moeten zijn.
Mensen vragen weleens of ik beter in mijn werk ben sinds ik kinderen heb. Ja, maar ik vond het makkelijker toen ze er nog niet waren. Toen kon ik denken: ik heb geen idee hoe bevallen is. Als nu iemand zegt dat ie bevallen het ergste vindt wat er is, moet ik echt mijn best doen om er open in te staan. Ik vind het zelf namelijk leuk. Een coole prestatie. Gelukkig doet iedereen het op zijn eigen manier.'
Bokstrainer Kay: 'Ik ga eerst even naar de tuin en pas dan gaat de vaderpet op'
De Zuid-Limburgse Kay Baggen (33) is samen met Jonne (34). Ze hebben dochter Zora (bijna 3) en binnenkort komt er nog een dochter bij. Kay geeft onder andere therapeutische bokstraining aan ouders met een vol hoofd.
'Ik heb ADD, maar niks doen kan ik slecht, dus ik denk dat de H ertussen moet. Ik vond het fijn om de diagnose te krijgen op mijn 29ste, zo van: er is een naam voor, de dingen die ik ervaar vallen allemaal onder deze paraplu. Heel gevoelig zijn voor prikkels, snel emoties oppikken van anderen... Mijn voelsprieten zijn gevoelig afgesteld, als ik vroeger bijvoorbeeld te vaak 'ja' had gezegd, begon mijn hoofd te schreeuwen.
Lees ook: Hoe je erachter komt of je kind ADHD heeft (en wat je dan kunt doen)
Vol van de dag
Inmiddels weet ik dat ik naar die signalen moet luisteren en keuzes moet maken die mij dienen. Ik heb jarenlang therapie gehad, maar toen ik voor het eerst ging boksen, ervaarde ik hoe het is om de drukte los te laten en rust te vinden in mijn hoofd. De ouders aan wie ik bokscoaching geef, lopen allemaal ergens vast.
Dat ze bijvoorbeeld thuiskomen van hun werk, met de kinderen willen ontspannen, maar omdat ze al zo vol zitten van de dag, lukt dat niet meer. Ik herken dat zelf natuurlijk ook. Ik weet inmiddels wat voor mij goed werkt en hoe ik mijn ADHD er thuis op een speelse manier laat zijn. Soms zeg ik tegen mijn dochter: "Kun je heel even van de trampoline af gaan, nu mag ik."
Aanpassingen in het patroon
Tijdens bokscoaching kijken we samen naar patronen. Stel, mijn partner is rommelig en voor mij geldt: rotzooi in huis én rommel in mijn hoofd zorgt voor kortsluiting. Dan hoop ik dat als ik thuiskom van mijn werk het geen zooi is. Eenmaal binnen staat mijn vriendin even snel te koken, en in de haast heeft ze haar tas voor de vaatwasser gezet. De sjaal ligt op het aanrecht, jas op de grond. Ik spreek mezelf toe: niks zeggen. Maar dat lukt niet, discussie, vlam in de pan. Vaker het geval rond etenstijd.
Tijdens de trainingen doen we oefeningen en kijken we: welke stappen zitten allemaal in dit patroon? En wanneer was er nog niks aan de hand? Op de oprit dacht ik: ik hoop dat mijn vriendin heeft opgeruimd, deur open, ja hoor. Met een kleine aanpassing in het patroon verander je al een hele hoop. Ik neem nu de achterdeur en ga eerst naar de tuin, even acclimatiseren en dan zet ik de vaderpet pas op. Werkt heel goed.
Lees ook: Taakverdeling thuis: zo maak je van de to-dolijst in je hoofd een gedeelde verantwoordelijkheid
Je eigen kracht voelen
In hoe iemand stoot, of wat iemand wel of niet doet in zijn beweging ontdek je al zo veel. Een moeder had ik de opdracht gegeven: stoten tegen een stootkussen, uitademen bij elke stoot. Ze stootte voorzichtig en zocht telkens oogcontact. Uiteindelijk vroeg ik: wat gebeurt er nou? "Je zei niet dat ik het goed deed." Wat maakt dat jij de bevestiging zo belangrijk vindt? Daar praten we dan over.
Bij boksen hoor je een mooie tik als de stoot er goed opzit. Je voelt écht je eigen kracht. Die kracht is het tegengif voor de beperkende overtuiging. "Neem je ruimte in, adem uit bij elke stoot," zei ik. Er komt vaak zo veel meer aan het licht tijdens het boksen dan onder een tl-buis bij een psychologenpraktijk.'