DNA van placenta is anders
Zwangerschapsvergiftiging of pre-eclampsie is een ernstige aandoening die kan leiden tot vroeggeboorte en ernstige complicaties bij moeder en baby, met soms zelfs overlijden van de baby of moeder tot gevolg. Onderzoekers van de Universiteit Leuven hebben nu een methode ontwikkeld waarmee ze vrouwen kunnen opsporen die een verhoogd risico hebben op de aandoening.
Lees ook: Zwangerschapsvergiftiging: wat zijn de symptomen?
Ze ontdekten een verschil in het DNA van de placenta van vrouwen die vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging ontwikkelden en vrouwen die dat niet kregen. Hiervoor namen ze bij 498 vrouwen in België bloed af rond de twaalfde week van de zwangerschap. Zo konden ze het DNA van de placenta onderzoeken, want in het bloed van een zwangere zit ook altijd een beetje DNA hiervan.
Zie ook: De NIPT, zo werkt dat
Aandoening opsporen voordat symptomen opkomen
Welk mechanisme er achter dit verschil zit, is nog onbekend. Het belangrijkste is in elk geval dat vrouwen met een verhoogd risico op zwangerschapsvergiftiging kunnen worden opgespoord en behandeld, nog voordat de symptomen optreden. De behandeling bestaat uit aspirine, wat ervoor zorgt dat de aandoening pas later optreedt. Een inleiding in een vroeg stadium, en daarmee een vroeggeboorte, kunnen zo worden voorkomen.
Lees meer: De placenta (moederkoek): wat is haar functie?
Dat is flinke gezondheidswinst voor zowel moeder als baby. 'Zeker in de laatste weken van de zwangerschap kunnen enkele weken een groot verschil betekenen voor de ontwikkeling en gezondheid van een baby', zegt onderzoeker Marie De Borre tegen de NOS.
Test is eenvoudig en gevoelig
Er bestaan al meer tests voor zwangerschapsvergiftiging. Zo ontwikkelden wetenschappers van het UMC Amsterdam drie jaar geleden een andere test om zwangerschapsvergiftiging mee op te sporen. Volgens de Leuvense onderzoekers is hun test eenvoudiger. Ook is hij gevoeliger: hij spoort meer vrouwen met zwangerschapsvergiftiging op.
Bron: NOS