Dat blijkt uit onderzoek van Ouders van Nu samen met EenVandaag onder ruim 5200 ouders met jonge kinderen.
Van de 3786 ouders met minimaal één kind op de dagopvang of de buitenschoolse opvang (bso) zegt 8 procent te twijfelen over nog een kind, 3 procent stelt het krijgen van nog een kind uit en 2 procent zegt geen kinderen meer te willen door de huidige kinderopvangsituatie.
Gevraagd is naar kwaliteit en beschikbaarheid, een deel van de ouders geeft daarnaast zelf aan dat de kosten meespelen.
Logistieke obstakels
De 35-jarige Rachel uit Woerden heeft met haar partner een zoontje, Jake, van bijna een jaar. Daarnaast heeft ze met haar ex drie pubers. Jake gaat twee dagen naar het kinderdagverblijf. Voor een derde dag staat hij nu een jaar op de wachtlijst.
'Mijn partner en ik zouden graag samen een tweede kind willen. Logistieke redenen houden ons tegen. Ik werk vier dagen per week als verpleegkundige. Mijn betaalde ouderschapsverlof zit er op. Ik heb net onbetaald verlof aangevraagd om de dag dat Jake niet naar de opvang kan op te vangen. Maar daardoor loop ik een kwart van mijn salaris mis.
Bovendien ben ik hard nodig op mijn werk. Door de hoge kosten en de onzekerheid over een opvangplek twijfel ik of we voor een tweede moeten gaan. Mijn partner wil de beslissing voorlopig uitstellen. Nu is voor ons in ieder geval niet het juiste moment.'
15 procent wacht op extra opvangdag
'De opvang moet voor alle ouders beschikbaar zijn', zegt Gjalt Jellesma van BOinK, de belangenvereniging voor ouders in de kinderopvang. 'Het mag niet zo zijn dat de wijze waarop je je toekomst wilt vormgeven beïnvloed wordt door slecht toegankelijke kinderopvang.'
Maar de werkelijkheid is anders. Onder de respondenten waren 926 ouders van kinderen tot 4 jaar die aangaven dat hun kind niet naar de opvang gaat. Van hen zegt één op de zes dat dat komt omdat er geen plek is. Van de 3130 ouders met kinderen tot 4 jaar op de dagopvang zegt 15 procent dat zijn of haar kind minder vaak naar de opvang gaat dan hij of zij zou willen omdat er niet genoeg plek is.
Invloed op kinderwens
Dit soort verhalen waren voor Joanne uit Amsterdam en haar vriend aanleiding om te besluiten dat een kind niet voor hen was weggelegd. 'We vonden het risico te groot dat we door de lange wachtlijsten geen opvangplek zouden krijgen. We hebben namelijk geen vangnet van opa's en oma's en onze inkomens hard nodig. Bovendien wonen we op 40 vierkante meter met één slaapkamer.'
Joanne werd onverwacht toch zwanger. Zoontje Nolan is inmiddels negen maanden. 'We zijn ontzettend blij met hem. We schreven hem in bij tien opvanglocaties en hadden geluk dat er bij eentje plek was. Daar gaat hij nu twee dagen per week heen.'
Kinderopvang grote kostenpost voor gezinnen
Het liefst zou Joanne haar zoon drie dagen naar de opvang brengen. 'Maar omdat we 11,40 euro per uur betalen en we maar tot een maximum uurtarief van 9,12 euro vergoed krijgen, is dat een te grote hap uit ons inkomen.'
Het verhaal van Joanne staat niet op zich. Jellesma maakt zich niet alleen zorgen over het gebrek aan plaatsen, maar ook over de snel opgelopen kosten voor kinderopvang. 'Omdat de maximale vergoeding van de overheid lager is dan de werkelijke kosten voor ouders, kunnen de uitgaven voor de opvang hoog oplopen. Maar je moet ook realistisch zijn: het gezinsinkomen staat überhaupt onder druk. Alles is duurder geworden. En kinderopvang is altijd een behoorlijk kostenpost geweest.'
Lees ook: Kinderopvang voorlopig niet gratis, hoe lossen ouders dit op?
Kwart heeft moeite met betalen
Een kwart van de ondervraagde ouders met kinderen op de dagopvang of bso zegt redelijk wat of zelfs veel moeite te hebben met het betalen van de maandelijkse rekening.
Dat geldt voor alle inkomens. Huishoudens met een inkomen lager dan modaal hebben de meeste moeite met het betalen van de rekeningen. Maar ook een vijfde van de gezinnen met een inkomen boven modaal, kan het geld niet altijd makkelijk ophoesten.
Elise van Hooijdonk en haar man hebben drie kinderen: van 7 jaar, 5 jaar en een baby van negen maanden. 'We hadden heel erg de wens voor een derde kind. Omdat de kosten voor opvang aanzienlijk zijn, hebben we lang gewacht. We wisten niet hoe we het financieel moesten rondbreien. Met twee prima banen krijgen we voor de opvangkosten het minimale terug. Ik werk als arts-assistent in een ziekenhuis. Dat deed ik vier dagen per week. Maar om de opvangkosten voor de derde te kunnen betalen ben ik daarnaast een dag per week als zzp'er gaan werken in andere ziekenhuizen.'
Elise benadrukt dat ze 'gewoon in een rijtjeshuis wonen'. 'We hebben geen extreem uitgavenpatroon. Toch werk ik me een slag in de rondte om de opvang te kunnen betalen. Ik vind dat niet normaal in zo'n welvarend land als Nederland. We besteden nu bijna een heel salaris aan kosten voor drie dagen bso en kinderopvang voor drie kinderen.'
Over het onderzoek
Het onderzoek onder ouders met jonge kinderen is gehouden tussen 12 juni en 8 augustus 2023. Aan het onderzoek deden 5241 ouders mee, onder wie 3786 ouders met minimaal één kind op de dagopvang of de bso. De vragenlijst is verspreid onder deelnemers aan het EenVandaag Opiniepanel met kinderen onder 13 jaar, en via een open link die door Ouders van Nu is verspreid onder de doelgroep. Aan het onderzoek deden voornamelijk moeders mee.
Boeken over modern ouderschap: