Er is meer aandacht nodig voor de preventie van wiegendood en het belang van veilig slapen, stellen BOinK, de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, de Vereniging Ouders van Wiegedoodkinderen en VeiligheidNL, tijdens de door hen geïntroduceerde Week van Veilig Slapen.
Zonder medische oorzaak
De cijfers laten een duidelijke stijging zien van het aantal gevallen van wiegendood, waarbij een kind sterft zonder dat er een medische oorzaak te vinden is. In 1986 werden in Nederland nog 202 gevallen van wiegendood geregistreerd. Door intensieve voorlichting en preventie daalde dat aantal gestaag tot 25 en bleef het sinds 2006 relatief stabiel.
Maar sinds 2022 is een stijgende trend zichtbaar, terwijl de geboortes niet evenredig toenamen: in 2022, 2023 en 2024 overleden respectievelijk 36, 41 en 37 baby's plotseling en zonder duidelijke oorzaak. Dat is ruim 50 procent meer dan het gemiddelde van de tien jaar daarvoor.
Lees ook: Wiegendood: wat zijn de oorzaken en hoe kan je het voorkomen?
Gevaarlijke adviezen op sociale media
Hoe dat kan? De oorzaak van de toename is nog onduidelijk, zegt Mieke Cotterink, expert kinderveiligheid bij VeiligheidNL en Ouders van Nu. 'We zien steeds meer onduidelijke en mogelijk soms gevaarlijke adviezen op sociale media. Ouders en professionals willen het beste voor een baby, maar raken in de war door tegenstrijdige informatie. Betrouwbare voorlichting is daarom belangrijker dan ooit.'
Dan zie je leuke beelden van een kindje dat slaapt tussen knuffeltjes, wat er schattig uit ziet, maar voor een jong kindje gevaarlijk kan zijn
Gjalt Jellesma Voorzitter Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang
BOinK-voorzitter Gjalt Jellesma heeft zorgen over de hoeveelheid desinformatie die de ronde doet. 'Dan zie je leuke beelden van een kind dat slaapt tussen knuffels. Dat ziet er schattig uit, maar voor een jong kind kan dat gevaarlijk zijn. Hetzelfde geldt voor heel jonge kinderen die op de buik slapen, of onder een dekentje. Ook presenteren veel mensen zich als kenner of specialist, maar zijn ze het niet.'
Lees ook: Je baby veilig laten slapen: waar moet je op letten?
Meer wiegendood in de kinderopvang
Uit onderzoek blijkt dat de kans op wiegendood iets groter is in de kinderopvang dan thuis, zegt Jellesma. 'We zoeken naar redenen daarvoor. Stress kan daarbij een oorzaak zijn. In Nederland gaan baby's vaak heel jong, al met drie maanden, naar de opvang. Die overgang naar een andere omgeving kan stressvol zijn, wat risicofactoren voor wiegendood beïnvloedt.'
Je kunt niet tegen mensen zeggen ‘hou je kinderen maar thuis’, want daar gebeuren ook ongelukken
Gjalt Jellesma
Mogelijk hebben de hoge werkdruk, personeelstekorten en wisselende personeelsleden er ook mee te maken, stelt de voorzitter. Toch is dat alles behalve reden om de kinderopvang te wantrouwen, zegt Jellesma. 'Er gaan héél veel kinderen naar de opvang, zaken als bedjes moeten aan hoge veiligheidseisen voldoen, medewerkers doen er alles aan om het zo goed en veilig mogelijk te maken. Je kunt niet tegen mensen zeggen 'hou je kinderen maar thuis', want daar gebeuren ook ongelukken.'
Lees ook: Alles wat je moet weten over het kinderdagverblijf
Afstemming kan beter
De afstemming tussen ouders en pedagogisch professionals kan soms beter, zegt de voorzitter. Jellesma noemt bijvoorbeeld het duidelijk benoemen van nieuwe zaken, bijvoorbeeld als je kind kan draaien van rug naar buik. 'Door goed met elkaar te communiceren, dus dat ouders bijzonderheden melden en dat kinderopvangmedewerkers ernaar vragen, vergroot je de veiligheid.'
Om de 15 minuten checken
Kinderopvangorganisaties worden opgeroepen een vernieuwd protocol op te nemen in hun beleid en hun medewerkers hierin te scholen. Ook professionals in de geboortezorg en kinderopvang worden verzocht eenduidige en duidelijke slaapadviezen te geven.
In het protocol, samengesteld met wetenschappers, ouders en de kinderopvangbranche, staan richtlijnen, bijvoorbeeld voor het inbakeren van baby's, buikliggen en buitenslapen. Ook wordt aangeraden het toezicht door pedagogisch professional te verscherpen: van minimaal elke 30 minuten een kind checken, naar elke 15 minuten en nog vaker bij risicogroepen, zoals heel jonge baby's.
Jellesma: 'Helemaal nul wordt het aantal wiegendoden niet, maar het moet minstens terug naar waar het was'.